#24: Vaarwel, lief klein schatje
In de eerste zes maanden van mijn relatie (zie blog #15) word ik vrolijk van mijn vriendin en krijg ik energie van haar. Dan volgt tijdens de reïntegratie op het werk mijn tweede totale instorting (zie blog #17). Ik zak zo diep in de burnout dat alles weer maandenlang enorm moeilijk voor me is. Ook leuke dingen zijn bijna niet te doen en leiden tot nervositeit, uitputting, prikkelbaarheid en heftige emoties.
Ik geef veel om mijn vriendin, en voel me zo schuldig dat ik weer ben ingestort en maar heel weinig met haar kan doen. Als zij het zelf lastig heeft wil ik haar ook graag helpen. Ik probeer dan naar haar te luisteren en voor haar klaar te staan, zodra mijn energie dat toestaat. Dat is achteraf gezien niet zo verstandig van me, mijn lichaam kan dat nog niet aan. Op een gegeven moment ben ik in mijn hoofd meer met haar zorgen bezig dan met die van mezelf, en mijn energie raakt op.
Onrust
Hoewel ik zoveel mogelijk rust neem voel ik mezelf zwakker worden. Ik voel me ook steeds een mislukkeling als ik bijvoorbeeld maar kort met mijn vriendin kan afspreken, of een afspraak moet afzeggen omdat het niet goed met me gaat.
Als we een leuke activiteit inplannen ben ik angstig vanaf het moment dat het in de agenda staat. Mijn lichaam trekt het niet als er verwachtingen op mijn schouders liggen. Zodra ik nadenk over een uitstapje of feestje, of iets dat een paar uur duurt, dan volgt er een angstreactie. Dit gebeurt overigens niet alleen bij haar, maar bij iedereen, elke afspraak, alles wat ik inplan.
Ik ga dan trillen en word bang. Dit alles is helemaal niet goed voor mijn herstel. Je moet soms wel even over je grenzen gaan om iets leuks te doen, maar dit is al stress vooraf, alleen al bij de gedáchte dat ik iets wil gaan doen.
Als we dan samen daadwerkelijk iets gaan doen dan gaat het soms ook mis. Bijvoorbeeld: we spreken af om te gaan wandelen, maar op het moment dat we in het bos staan wil mijn lichaam niet meer. Ik ga dan huilen en wil vluchten. Ik moet dan weg, naar huis. Dit is erg vervelend en verwarrend voor haar en voor mezelf, en ik voel me schuldig dat ik instort terwijl we net zo’n zin hebben om lekker te wandelen.
Ze vraagt me natuurlijk vaak of ik wil afspreken, naar een verjaardag wil, een uitstapje wil doen, over vakantie wil nadenken, op haar kinderen wil passen, en allerlei andere activiteiten. Dat wil ik allemaal dolgraag, maar het is te veel voor me. Ik doe mijn best voor haar, ik wil haar niet teleurstellen, maar eigenlijk moet ik vaker “nee” zeggen. Maar dat kan ik niet. Ik vind haar zo lief. Ik wil er voor haar zijn en leuke dingen met haar doen. Het is zo moeilijk.
We nemen een break
Als we bijna een jaar een relatie hebben merken we allebei dat het de verkeerde kant op gaat. Ik raak maar niet uit mijn burnout en dit begint effect te hebben op ons. Ik stel haar steeds vaker teleur omdat ik er onvoldoende kan zijn. We zijn gek op elkaar maar het is eigenlijk niet te doen op deze manier. Er is geen stijgende lijn meer te vinden of hoopvolle beetjes herstel. Het voelt meer alsof ik juist achteruit ga met mijn burnout klachten en ik voel me schuldig en een teleurstelling voor haar. Ik moet nu écht eerst gaan herstellen, vinden we allebei, anders wordt de relatie niks meer.
We besluiten dan ook samen, in een heel verdrietig gesprek, om onze relatie drie maanden te onderbreken zodat ik kan herstellen. Verdorie, twee mensen die elkaar zó leuk en zó lief vinden, maar toch een tijdlang uit elkaar gaan. Wat een klotezooi. Huilend en knuffelend nemen we afscheid van elkaar en we wensen elkaar veel sterkte toe.
“Ik haat mijn burnout,” zeg ik tegen haar. “Ik haat jouw burnout ook,” antwoordt ze. Dit is op één na het meest verdrietige moment uit mijn leven. Het verdrietigste moment volgt nog. Over een paar alinea’s.
De onderbreking van drie maanden is voor mij erg stressvol. Het is namelijk een datum. Een deadline. Een punt in de agenda waar mijn lichaam niet aan wil. Ik móet over drie maanden beter zijn, anders gaat het uit tussen ons, zo voelt het. Deze gedachte raak ik niet meer kwijt en is zó stressvol voor me dat ik elke dag meer en meer gespannen raak.
Ik stort in
Na ongeveer drie weken stort ik letterlijk in. Ik fiets in het bos en mijn razende gedachten zijn niet meer te stoppen. Ik ben super nerveus. Mijn hart blijft maar bonzen in mijn borst en in mijn kop. Angsten vliegen door mijn overbelaste hersenen: “Drie maanden. De eerste maand is al bijna voorbij en het gaat alleen maar slechter met me. Drie maanden. Dat red ik nooit. Drie maanden. Ik raak mijn liefje kwijt. Drie maanden. Drie fucking maanden. Oh nee, nog maar twee maanden en één week. Shit, wat gaat het snel.”
Het is me te veel, alles begint opeens voor mijn ogen te draaien en ik word slap. Het lijkt erop dat ik flauw ga vallen. Ik smijt mijn fiets in de bosjes neer. Ik loop wankelend een paar stappen verder en word nog slapper. Het voelt alsof ik dronken ben. Mijn spieren weigeren. Ik begin keihard te huilen en val op de grond, zo slap word ik.
Het lijkt wel een moment uit een film. Of zo’n item van het acht uur journaal waarin rouwende mensen in een ver oorlogsland zich op de grond laten vallen van verdriet. Ik vraag me dan altijd af of dat niet wat overdreven is. Of dat het misschien in scène gezet is, in opdracht van een dictator.
Maar nu lig ik hier zelf. Ik lig midden in het bos op de grond. Ik zit onder de bladeren en het mos en ik weet niet meer waar ik mijn fiets gelaten heb. Het kan me niet schelen of iemand me ziet, of me een aansteller vindt, of zich kapot schrikt. Ik had nooit gedacht dat dit soort momenten ook in het echt konden gebeuren.
Een paar uur later zit ik bij mijn psycholoog en vertel ik over de instorting in het bos en de relatiebreak. Ik lees vanaf mijn iPhone een lijstje aan hem voor. Daarin staan dingen die ik volgens mij op een andere manier had moeten aanpakken in mijn relatie. Dan kom ik opeens tot de conclusie dat mijn eigen herstel nu het belangrijkste moet worden in mijn leven. Belangrijker dan de liefde voor mijn vriendin. Ik moet het eigenlijk helemaal uitmaken met haar, voor onbepaalde tijd, want anders verbruik ik te veel energie om te kunnen herstellen. Ik begin te huilen.
Terwijl ik mijn telefoon nog in mijn hand heb en probeer bij te komen van dit inzicht verschijnt er een berichtje van haar: ze mist me en wil me heel graag snel weer zien. Het lijkt alsof de grond onder me wegzakt. Juist als ik het inzicht krijg dat het maar over moet zijn tussen ons, stuurt ze me zoiets liefs. Mijn wereld stort in. Dit gebeurt alleen in films. Dit is mijn tweede filmmoment van vandaag. De rest van het gesprek huil ik alleen nog maar.
Afscheid
Ik moet het uitmaken. Mijn hersenen hebben rust nodig. Elke vorm van spanning, deadline, verwachting of druk moet verdwijnen, ook al is het afkomstig van een heel lief klein schatje. Want ze ís echt een heel lief klein schatje. Maar ik kan haar niet bieden wat ze nodig heeft, en mijn eigen herstel heeft ook iets nodig: dat ik volledig, maar dan ook volledig tot rust kan komen.
Ik zal het alleen moeten doen. Ik moet deze burnout zelf oplossen. Ik hoop dat ik haar over een half jaar of een jaar of zo nog eens terugzie, en dat ik dan weer gezond ben.
Dezelfde dag nog ga ik bij haar langs en leg ik alles uit. Dit is het verdrietigste moment uit mijn leven. Ik moet mijn lieve kleine schatje wegsturen omdat ik een klote-burnout heb die maar niet over gaat. Ik zou willen dat we ruzie hadden of dat ze een bitch was of dat we elkaar al lang niet meer zo leuk zouden vinden. Maar dat is allemaal niet zo.
We zijn gek op elkaar. En juist nu moeten we afscheid nemen. Ik huil en ik huil en ik huil. Schatje, ik hou zo van je, het spijt me zo. Het spijt me zo verschrikkelijk. Ik geef haar een laatste knuffel en een laatste kusje op haar lieve hoofd. Met haar lieve zachte haartjes.
Vaarwel lief klein schatje, godverdomme vaarwel.
In de auto naar huis ben ik kapot. Ik kan niet meer stoppen met huilen. Ik realiseer me dat de pijn en het verdriet nog lang zullen gaan duren. Ik hoop dat dit de moeite waard is en mijn herstel nu eindelijk weer eens verder kan gaan.
Mijn god, laat dit alsjeblieft de moeite waard zijn.
Volgende keer
Volgende keer vertel ik over hoe mijn burnout erger wordt.