#57: Een confronterend bezwaarschrift

Enige tijd geleden schreef ik dat ik waarschijnlijk in een rustiger vaarwater terecht zou komen (zie blog #46). De uitvaart van mijn vader en de nasleep daarvan was achter de rug, mijn liefdesverdriet begon te zakken, en ik kon rustig aan de slag gaan met mijn CSR coaching (zie blog #50).

Maar helaas kreeg ik last van een trombose in mijn been (zie blog #51). Ook meldde het UWV mij dat ik geen WIA uitkering kan krijgen (zie blog #47). Waar blijft nou toch die rust, waar ik zo op hoopte?

Bezwaar en confrontatie

Ik neem een advocaat in de arm om me te helpen met mijn bezwaarschrift tegen de beslissing van het UWV om mij geen WIA uitkering te geven. Dit klinkt mooi, maar is een bijna onmogelijke belasting voor mij. Mijn advocaat praat heel snel en ze laat zich niet omlullen. Dat zijn goede eigenschappen voor een advocaat, maar niet als je een burnout hebt en moet proberen te luisteren en te volgen wat ze allemaal zegt en bedoelt.

(Advertentie)

Bij elk gesprek duizelt mijn kop en kan ik niet goed bijhouden wat ze allemaal adviseert en welke tips ze geeft. En ik moet ook “stukken aanleveren”. Mijn hele reïntegratiedossier moet naar haar toe, dus ik moet een zooi papieren inscannen en er PDF’s van maken. Dit is enorm veel voor mij.

Ze wijst me er meteen op dat mijn voormalige werkgever mij een ontslagvergoeding, en een vergoeding aanzegtermijn had moeten betalen, en dat heeft ie niet gedaan. Wat een lul. Die moet ik alsnog claimen, vindt ze, want ik heb er recht op. Ik schrik en word meteen bang. Ik ben ziek en ik wil rust en ik wil beter worden, ik wil geen juridische conflicten starten met mijn ex-baas. Klotezooi, ik had die baan nooit moeten nemen. Maar ja, achteraf gelul, daar heb je niks aan.

Dan moet ik verklaringen regelen van mijn huisarts, psycholoog en Werkfit coach, want dat zijn mogelijk “bewijzen” dat ik toch écht arbeidsongeschikt ben en al helemaal niet 40 uur per week kan werken, zoals het UWV vindt. En die verklaringen zijn best confronterend.

Als ik ze lees zie ik dat ik echt verschrikkelijke lichamelijke en geestelijke klachten heb, en dat ik een behoorlijk ernstig geval ben. De huisarts schrijft bijvoorbeeld dat er een mogelijke “as-2” persoonlijkheidsstoornis aan mijn burnout ten grondslag ligt. Ik Google even wat dat is… borderline, paranoïa, narcisme, obsessief-compulsief, nou ja, allerlei gezellige stoornissen waar ik helemaal geen zin in heb.

Mijn psycholoog gooit het op een Somatische Symptoom Stoornis want psychologen doen niet aan de term “burnout” (zie blog #48). Maar dan wel een ernstige die uitermate traag herstelt en uitzonderlijk lang duurt. In mijn gedachten ben ik meteen weer bang dat ik nog wel vijf jaar bezig zal zijn. Of zou het gewoon helemaal nooit meer overgaan? 

Dan mijn CSR / Werkfit coach, die schrijft dat mijn ademhaling ernstig ontregeld is, mijn spierspanning in rust veel te hoog is, en ik extreem slecht belastbaar ben. Ik probeer juist altijd positief te zijn, en hoop me elke dag een beetje beter te voelen. Dat is nu door die verklaringen allemaal weer van tafel. Ik word er verdrietig en een beetje bang en wanhopig van.

Na twee jaar burnout gaat het nog steeds niet goed met me. Ik voel me wel beter dan dit krabbetje, maar daar blijft het dan ook bij.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Er is zo veel mis

Hoewel het natuurlijk mijn bezwaar tegen het UWV goed kan ondersteunen, zijn dit wel zaken die mij erg raken. Ik lees nu pas duidelijk en heel concreet wat er allemaal mis is met me. Verdomme, waarom heb ik dit? Waarom heb ik dit zover laten komen? Waarom kan ik niet normaal functioneren en gezond zijn?

Ik zie door de bomen het bos niet meer. Hoe kan ik hier uit komen? Kan alsjeblieft iemand me helpen en me vertellen dat ik beter zal worden? Ik moet weer huilen van wanhoop. Moet ik maar weer naar de huisarts gaan? Nog meer dingen laten onderzoeken? Naar een internist? Me vol laten pompen met medicijnen? Het alternatieve circuit in?

Moet ik weer in therapie gaan? Ik ben daar namelijk kort geleden mee gestopt omdat de verzekering het niet meer vergoedde en omdat ik ook al was gestart met het Werkfit traject en niet twee dingen tegelijk wilde doen. Ik twijfel nu weer aan alles.

Temidden van deze twijfels en angsten die door mijn hoofd vliegen moet ik een bezwaarschrift schrijven. Het is veel werk. Ik schrijf twee uur aan één stuk door, en laat het dan maar een paar dagen liggen. Mijn hersenen kunnen dit niet aan. En wat als mijn bezwaar ongegrond wordt verklaard? Fuck, fuck, fuck, stop eens met doemdenken, Martin.

Zoveelste pas op de zoveelste plaats

Okee, okee rustig. Kalm en rustig en pas op de plaats. Vergeet je fantasie en angsten, wat zijn de feiten? De feiten zijn als volgt:

(Advertentie)

  1. ik voel me kut, en ben nog lang niet beter.
  2. het gaat wél stukken beter dan twaalf maanden geleden.
  3. mijn klachten nemen vaak toe, maar worden ook wel weer minder. Het bewijs is hiervoor is de “killing zoemtoon of death” (zie blog #55) waarbij ik me veel beter ging voelen nadat ik weer kon slapen. Mijn lichaam herstelt dus écht wanneer stress afneemt.
  4. ik heb goeie coaching en daar ben ik blij mee.
  5. ik ben bang om nooit meer beter te worden, maar dat hoort erbij en dat denkt iedereen die een burnout heeft.
  6. als ik geen WIA uitkering krijg, dan ga ik gewoon de WW in, ik zal heus niet in de goot eindigen als dakloze.
  7. mijn huisarts, psycholoog en coach zeggen allemaal dat ik de juiste dingen doe om te herstellen.
  8. ik kán herstellen, ik bén aan het herstellen en ik zál herstellen.
  9. ik weet niet hoe lang het nog gaat duren. Dat is lastig maar het zij zo.

Nummer 8 wordt mijn nieuwe mantra om mijn gedachten stil te krijgen. Als ik aan het douchen, wandelen of fietsen ben en mijn razende gedachten niet meer te stoppen zijn dan herhaal ik die zin vijf keer in mijn hoofd. Of zelfs hardop. “Ik kán herstellen, ik bén aan het herstellen en ik zál herstellen”.

De volgende dag schrijf ik weer verder aan mijn bezwaarschrift. Het wordt een goed verhaal, ik hoop dat het me lukt. Ik besluit ook maar meteen om NIET verder te gaan met een beroep of bij de rechtbank als mijn bezwaar wordt afgewezen. Dit bezwaar is al een te grote belasting voor me, en een langdurige, dure rechtszaak kan ik niet hebben. Dat is jammer, maar ik beslis dit bij deze zelf!

In enkele dagen maak ik mijn bezwaarschrift af en stuur ik het op. Ik hoop er maar het beste van, en laat het nu rusten. Ik ga maar weer in het bos fietsen, dat is het enige waar ik nu op kan vertrouwen, dat het bos er voor mij is, en dat ik er een beetje tot rust kan komen en kan genieten van de frisse lucht en de heerlijke geuren.

Volgende keer

Volgende keer ben ik opnieuw uitgeput, wat vooruitgang betekent.

Reageren? Dat kan via Instagram.