#12: De psycholoog en psychiater doen raar
In de eerste weken van mijn burnout mag ik naar de POH, ofwel de Praktijk Ondersteuner Huisartsenzorg. Dat is een psycholoog die bij de huisarts in de praktijk zit.
Ze pept me wat op door steeds te vertellen dat ik goed bezig ben met mijn dagschema en buiten wandelen en zo (zie blog #11). Maar ik heb niet de indruk dat ze een behandeling aan het doen is. Ik krijg van haar na enig aandringen een doorverwijzing voor de SGGZ, de Specialistische Geestelijke Gezondheids Zorg, ofwel: ik mag onbeperkt naar een psycholoog of psychiater.
Gelukkig, want ik wil iemand waar ik heel vaak heen kan gaan en die ook verstand heeft van medicatie. Maar eerst even geduld, want er is een wachttijd van 8 weken. Tijdens die wachttijd ga ik dus naar de POH, die alleen maar blijft herhalen dat ik “zo goed bezig ben”.
Psycholoog
Na bijna twee maanden ben ik aan de beurt bij de psycholoog. Ik ga in therapie. Het uitgangspunt is dat de burnout vanzelf wel overgaat met genoeg rust, dus we gaan meteen werken aan zaken uit het verleden. (Dit is niet verstandig, eerst moet namelijk het lichaam herstellen, dán pas kan je therapie gaan doen, zo zou later blijken).
Dit doen we met EMDR sessies; je herleeft hierbij oude ervaringen en tegelijkertijd heb je een koptelefoon op met klikgeluiden die van links naar rechts gaan. Super vaag. Volgens mij helpt het al omdat je gewoon praat over die gebeurtenissen, zelfs zonder klikgeluidjes. Het helpt me in elk geval goed en weken lang verwerken we met succes mijn hele lijst van kinder- jeugd- en pubertrauma’s.
Psychiater
Er is ook een psychiater aanwezig in het pand waar mijn psycholoog zit, en daar mag ik heen voor twee dingen: ik wil de Venlafaxine afbouwen (zie ook blog #05) en ik wil graag iets krijgen om te kunnen slapen, maar dat niet verslavend is zoals “pammetjes”. Want ik wil verdomme eens een keer een hele nacht doorslapen in plaats van elk uur trillend wakker worden.
De psychiater is een beetje een vreemde mevrouw. Bijvoorbeeld op een moment dat ik haar iets vertel en begin te huilen, zegt ze zomaar heel streng: “stop nu maar met huilen”. Wat de fuck? Ze is ook dolenthousiast over medicijnen, terwijl ik daar juist een beetje bang voor ben.
Ze wil me eerst laten overstappen van Venlafaxine naar Citalopram, want dat is makkelijker om af te bouwen. Ik moet van haar in één keer stoppen met de Venlafaxine en direct beginnen met Citalopram, maar ik vertrouw dit niet zo. Cold-turkey stoppen met Venlafaxine kan tot ernstige klachten leiden, zo is algemeen bekend.
Voor de zekerheid zoek ik op het internet. Ik wil geen eigenwijze patiënt zijn die op het internet kijkt en dan denkt dat ie het beter weet, maar ja dan moet ze maar niet zo raar zijn.
Ik ga natuurlijk niet op het TROS Radar forum zitten, maar ik zoek betrouwbare, wetenschappelijke websites. Ik vind er één van de Australische overheid en één van de Engelse overheid waarop voorschriften staan voor medische professionals. Op beide sites wordt gezegd dat je niet zomaar moet overstappen van Venlafaxine naar Citalopram, maar dat je kruislings moet af- en opbouwen, ofwel cross-taperen.
Ja kut, nu vertrouw ik die psychiater dus niet meer. Ik ben bang om te klooien met die medicijnen, dat heb ik haar ook verteld. Ik voel me niet goed geholpen.
Ik probeer haar hierover te bellen maar ze is er niet. Wel krijg ik een vervangende psychiater aan de telefoon. Ik bespreek het en hij adviseert om de Venlafaxine te verdúbbelen. Wat? En er wordt mij zomaar uit het niets aangeboden om ook Oxazapam voor te schrijven. “Ja hoor, kan je gewoon nemen,” vertelt hij me als ik uitleg dat ik voorzichtig om wil gaan met al die medicijnen. Wat de fuck? Zijn alle psychiaters zo?
Terug op afspraak naar mijn eigen psychiater. Ik geef aan dat ik bang en in de war ben en dat ik die overstap naar Citalopram niet wil doen. Ik vraag om dan maar eerst het slaapprobleem oplossen en de Venlafaxine nog maar even te laten voor wat het is.
Ze geeft me Mirtazapine om te slapen. Ik vraag haar of ik daar wel makkelijk en zonder rare effecten mee kan stoppen als ik dat wil. Dat is “geen enkel probleem”, aldus mevrouw Raar.
Mirtazapine is eigenlijk een antidepressivum, maar als je een heel kleine dosis neemt dan werkt het als slaapmiddel. En slapen doe ik. Jezus, ik word zelfs overdag niet meer wakker. Ik ben een zombie, ik kan nu echt niks meer. Het middel verdooft mij zodanig dat ik echt alleen nog maar kan liggen. Wat een klotegevoel. En ik neem maar 1/4 van de dosis die ze heeft voorgeschreven. Wandelen, fietsen en boodschapjes doen kan ik nu ook wel vergeten. En dat waren juist zo’n beetje de enige dingen die ik kon.
Na twee weken de zombie-apocalyps te hebben doorgemaakt besluit ik om er mee te stoppen. Wat een troep. Ik kijk weer bij die overheidssites wat ze daarover zeggen. Mirtazapine mag je niet zomaar stoppen, je moet het heel langzaam afbouwen. Kut, die psychiater heeft me dus wéér verkeerd voorgelicht. Ik neem twee weken lang steeds minder druppels tot ik weer op nul zit. Pfoeh!
Autisme Spectrum Stoornis
Ik besluit om maar te stoppen met dat gekut met die medicijnen. Even pas op de plaats, niet alles tegelijk willen doen. Fijn ook dat ik dat zelf moet bedenken, waarom krijg ik geen adviezen hierover?
De psycholoog en psychiater komen opeens samen met het idee dat ik een ASS onderzoek moet laten doen, een onderzoek of ik een Autisme Spectrum Stoornis heb. Ze overtuigen mij ervan dat daar wel eens de oplossing van mijn problemen zou kunnen liggen.
Ik zie niet goed in waarom, en ook mijn vrienden vragen zich af waar dat op zou slaan. Maar omdat mijn vader soms autistische trekjes heeft (vind ik zelf) laat ik mezelf op de wachtlijst zetten. Dat wachttijd is… negen maanden. Maar goed dan kan ik in elk geval iets leren of iets uitsluiten over mezelf.
Ik ben niet tevreden
Nadat we klaar zijn met EMDR’en vraag ik aan de psycholoog of ze mij actieve burnout begeleiding wil geven, aangezien het herstel nog niet echt van de grond komt. Ik ben nou al een paar maanden naar de klote, en erg veel beter wordt het niet. Ook hier even pas op de plaats. Laten we de burnout aandacht geven en kans om te herstellen.
Nou, dat wil ze wel. Op hun website staat ook dat ze burnouts behandelen, maar ze blijkt het eigenlijk niet te kunnen. Wekenlang komt er alleen maar uit dat ik me kut voel en zit te huilen, en zij zegt alleen maar dat ik gewoon een beetje per dag moet aanvoelen wat ik wel of niet aankan. Eén keer doet ze een soort ontspanningsoefening met me, maar die kende ik al omdat ik al maanden een mindfulness app gebruik.
Meerdere malen vraag ik om actieve begeleiding met opdrachten of huiswerk of tips of een behandelprotocol, whatever, bedenk maar iets. Jij wordt er voor betaald. Maar er komt niets uit. Het is dus tijd voor mij om op zoek te gaan naar een andere psycholoog; daarover later meer.
Wat een geklooi. Wanneer word ik nou eens beter? Ik wil zo graag beter worden, maar er lijkt vooralsnog geen einde in zicht te zijn. Het is teleurstellend dat mijn behandelaars me ook niet echt het idee geven dat ik op de goede weg ben en geholpen zal worden.
Nou ja, ik hou maar vol, en ga op zoek naar een andere psycholoog.
Volgende keer
Volgende keer leg ik uit wat ik bedoel als ik aan mensen vertel dat ik niks kan door mijn burnout.