#29: Herstel, afscheid en razende gedachten
Energie weg, baan weg, vriendin weg, spaargeld weg, auto weg. Tot zover de stand van zaken. Maar herstel ik nou eigenlijk wel?
Het gaat wel langzaam beter met me, maar met het woord “langzaam” bedoel ik “verdomme-ik-sta-bijna-stil-waarom-de-fuck-kan-er-nou-niet-eindelijk-eens-een-keertje-wat-geavanceerd-worden-alsjeblieft-ik-word-gek”.
Mijn vaste dagschema houd ik nog steeds aan, maar omdat alles me nog steeds te zwaar is ga ik korter fietsen (45 minuten in plaats van 75) en korter wandelen (20 minuten in plaats van 45). Ook ga ik meer dutjes proberen te doen.
Herstel
Ik herstel een piepklein beetje. Sinds ik mijn nieuwe psycholoog heb houd ik per uur een cijfer bij van 0 tot 10, dat aangeeft hoe gespannen ik ben. 0 is heerlijk relaxed, en 10 is extreem gespannen over mijn hele lichaam. Toen mijn relatie uitging heb ik lange tijd op het cijfer 5 gezeten. Langzaam worden het nu weer drietjes.
Ter vergelijk: rondom mijn grote terugval in de zomer vorig jaar zat ik heel lang op 8 en 9. Dus de spanning is al flink gezakt. In de winter heb ik al eens een tijd lang op 2 gezeten en ik heb in januari zelfs al twee keer een 1 genoteerd. Ik heb mezelf voorgenomen dat ik pas weer aan werken ga denken als ik vier weken lang op 2 of lager zit.
Het is nu alweer juni. Ik probeer me niet te veel blind te staren op de datum en de cijfers, maar het is leuk om te zien dat er vooruitgang is. Van dag tot dag voel ik me nog steeds super slecht, maar als ik dan een paar maanden terugblader, zie ik dat ik toch écht wel minder gespannen ben geweest en dus echt af en toe aan het herstellen ben. Dat geeft hoop.
Afscheid
Het is nu bijna twee maanden uit met mijn vriendin. Nog steeds moet ik minstens éénmaal per dag huilen om haar en ik mis haar erg. We hebben geen contact meer, dit hebben we zo afgesproken omdat het beter voelde. Wel stuurde ik haar bloemen op haar verjaardag en daar was ze blij mee (zie blog #27).
Ik haal de laatste foto’s van haar weg die ik heb hangen boven de TV. Het is te pijnlijk om ze steeds te zien. Ik stop alle spulletjes die met haar te maken hebben in een doos en zet deze in de kast. Ik huil erbij. Het voelt als een definitief afscheid. Het doet pijn, ik hoop dat het verdriet wat minder wordt en dat er een piepklein beetje acceptatie komt. Acceptatie dat ik nu ziek ben en dat ik haar misschien wel weer terug kan zien als ik beter ben.
Mijn kuthoofd (zie blog #20) is nog steeds aanwezig de hele dag. Vooral als ik net wakker word. Een gespannen rotgevoel in mijn hoofd dat bijna nooit weg gaat. Soms gaat het even weg door ademhalingsoefeningen te doen of te huilen.
Ik ga er maar vanuit dat als het huilen een keer ophoudt het hoofd ook weer normaal zal worden. Maar wanneer zal dit zijn? Ik huil al maanden en maanden. Nou ja, ik heb nu natuurlijk nog liefdesverdriet, dus ik moet eerst maar weer geduld hebben totdat dat over gaat. Bovendien: in mijn vorige burnout (meer dan 12 jaar geleden) heb ik ook twee jaar lang gehuild. Dus, ik heb nog even te gaan denk ik.
Dagelijks doe ik mijn ronde van ontbijten, fietsen, kort dutje, huilen, boodschappen, lunch, lang dutje, wandelen, huilen, eten. In de avonden kan ik wat TV kijken. Maar niet te veel en niet te zwaar. Ik kijk alleen maar kort naar slappe humor zoals That 70’s Show op Netflix en naar Game Grumps op YouTube. Soms kan ik lekker even lachen erom. Gelukkig, dat voelt fijn, weer eens lachen en de burnout even vergeten.
Maar het is wel van belang dat ik de afleveringen al een keer eerder heb gezien. Als ik iets nieuws ga kijken is het te veel voor me en kan ik het totaal niet volgen. Interessante documentaires of series waarbij je moet opletten kan ik nog lang niet aan.
Rustiger aan
Door deze lichte “activiteiten” heb ik eindelijk weer een beetje het gevoel dat ik de dagen wat makkelijker door kan komen. Het lijkt allemaal wat rustiger te worden. Als een bejaarde doe ik alles langzaam en rustig. En dan vergeet ik bijvoorbeeld iets te kopen dus ga ik de volgende dag weer langzaam een boodschap doen. En weer een wandelingetje maken, of weer thee drinken, en dan weer even op de bank liggen.
Als je dit leest en geen burnout hebt, dan klinkt het misschien lekker, zo rustig, een beetje niksen en rondhangen, alsof je op vakantie bent. Maar ik voel me opgesloten. Ik ben normaal gesproken veel actiever. Ik wil naar feestjes kunnen, en een baan gaan zoeken, en vakanties plannen. En niet meer moe zijn. En niet meer duizelig worden van allerlei dingen. Maar dat zit er voorlopig nog niet in. Ik voel me nog steeds een gekortwiekt vogeltje dat niet kan vliegen maar wel heel graag de wereld in wil. Het deurtje van mijn kooi staat open, maar ik kan er niet uit. Iemand heeft mijn vleugels bijgeknipt.
Als ik denk aan werken en hoe ik dat zal gaan aanpakken, bijvoorbeeld een baantje zoeken waarbij ik met 1 uur per dag kan beginnen of zo, dan word ik bang. Ik zou niet weten hoe en waar ik dat voor elkaar moet gaan krijgen. Misschien kan het UWV me helpen. Nou ja, zo ver is het nog niet. Voor nu blijf ik kalm aan doen. Kalm, kalm, kalm. “Doe niets, en gij zult herstellen,” is mijn mantra. Want als ik wel iets doe, krijg ik weer duizelingen en word ik meteen angstig.
Razende gedachten
Mijn hoofd is in tegenstelling tot mijn lichaam nauwelijks kalm te krijgen. Doordat ik zo weinig kan doen om mezelf af te leiden, ben ik vaak alleen met mijn gedachten. Mijn gedachten zijn willekeurig en ze razen onophoudelijk door:
“Hè bah ik ben duizelig. Ik hoor een rotgeluid. Voel ik een pijn in mijn buik? Ik moet een nieuw pak Brinta halen. Was mijn fietsband nou zacht, of niet? Misschien even oppompen. Hoe gaat het met mijn vader? Hoe laat moet ik naar de psycholoog? Shit, ik lig te lang op de bank, mijn nek gaat zeer doen. Tot wanneer krijg ik een uitkering? Had ik die ene rekening al betaald? Het gaat regenen zometeen. John Frusciante. Mila Kunis. We’re the kids in America. Ik word nooit meer beter. Zal ik een Paracetamol nemen? Of Oxazepam? Waar staat mijn auto ook al weer geparkeerd? Rechts op de gracht. Ik moet oordopjes bestellen om te slapen. Die helpen vast geen reet. Ik heb honger. Yoghurt is wit, behalve als je er siroop in gooit. Ik moet huilen. Oh nee, toch niet. Hoe laat is het? Het gaat vandaag beter met me dan gisteren. Ik ga zo stofzuigen. Zal ik een mindfulness oefening doen? Mijn gedachten gaan wel erg snel nu. Van de hak op de tak. Taktiek. Teakhout. Teakolie. Olie verversen. Oh ja mijn auto moet een grote beurt. Heb ik genoeg geld daarvoor? Zometeen even wandelen. Ik mis mijn vriendin. Ze is lief. Ik ben eenzaam. Zal ik stamppot gaan eten? Ik zet mijn telefoon maar even een tijdje uit. Wel veel brommers op straat vandaag. En het gaat regenen. Dat dacht ik net ook al. Ik heb geen brommer, nooit gehad ook. Ik noem motorfietsen ook brommers. Boutros Boutros-Ghali. Gert-Jan de Vries. Wie waren dat ook alweer? Hoe zou het met Nienke gaan? En Jens? Zij zijn lief. De postbode komt. Er zijn tegenwoordig wel drie postbodes per dag. Zal ik postbode worden als ik weer beter ben? Wanneer word ik beter? Ik ben bang van nooit. Ik hoop het wel. Mijn kop duizelt alweer. Heb ik een hersenaandoening? Ik wil niet dood. Zometeen ga ik een berichtje sturen naar een vriend. WhatsApp is van Mark Zuckerberg. Ik ga stoppen met die stomme social media. Nee, dan word ik nog eenzamer. Ik wil weer werken. Nee, toch niet. Ik ben bang om te gaan werken. Mijn voet gaat heen en weer. Ben ik nerveus? Ik wil rustig zijn. Ad Visser. Alasondro Alegré. Ik heb een Apple Watch, maar gebruik nu géén van de functies of apps die er op zitten. Ik wil zwemmen maar ik durf niet te zwemmen. Waarom eigenlijk niet? Kut, ik heb een burnout. Haha! Zo heet mijn blog ook. Klote burnout. Ik kan nog wel lachen gelukkig. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Wat een stomme uitdrukking is dat. Alleen kneuzen zeggen dat. Ben ik een kneus? Ik kan niks namelijk. Misschien een hobby proberen. Nee ik wil geen hobby, ik wil rust. Ben ik rustig nu? De buren hebben visite. Zij kunnen wél drie gesprekken tegelijk voeren, ik niet. Ik moet denk ik tóch wel huilen nu. Fenton in That 70’s Show is vet grappig. Ik wil ook grappig zijn. Ik ben moe. Zal ik weer een dutje doen? Hè godver, stil nou eens met die gedachten! Hou eens op! Ik moet nog pindakaas kopen. Oh zo lekker, een beschuitje met pindakaas. Zonder boter. Lekker plakkerig. Plakken. Plakkie. Plakkie en Adriaan. Een kleverige clown en een acrobaat. Jezus wat een onzin. Stop nou eens met denken. Stoppen! Nu stoppen!”
Ergens heel ver weg heb ik soms nog wel een beetje hoop dat het ooit nog wel goed zal komen, als mijn hersenen klaar zijn met alles op een rijtje zetten. Maar mijn vertrouwen is ver te zoeken. Een beetje hoop en weinig vertrouwen, daar zal ik het nu voorlopig mee moeten doen.
Volgende keer
Volgende keer komt eindelijk mijn budget weer in het gareel en zijn mijn financiële problemen voorbij.