#48: Een burnout bestaat eigenlijk niet

“Een burnout bestaat eigenlijk niet,” hoor je mensen wel eens zeggen. Of dat het een modegril is. Vooral mannen die stoer denken te zijn zeggen dat. En ze denken dan dat je je niet zo moet aanstellen. Maar zelfs in de medische wetenschap zijn er al jarenlang verschillende meningen over wat het nou eigenlijk is, en hoe het moet worden behandeld.

Als je zelf een burnout hebt stuit je daarom ook vaak op onbegrip van familie, vrienden, en collega’s. Die denken dan dat je depressief bent. (Wat iets heel anders is, daarover meer in een latere blog). Zelfs huisartsen, arbo-artsen, verzekeringsartsen, het UWV en psychologen hebben vaak een andere mening over wat het nou eigenlijk is en vooral ook over hoe je het moet behandelen.

Omdat ik bezwaar wil maken tegen de uitspraak van het UWV dat ik 40 uur zou moeten kunnen werken (zie blog #47) heb ik mijn psycholoog gevraagd om mijn burnout nader uit te leggen in een brief. Wat blijkt? Het woord “burnout” is volgens hem geen officiële diagnose.

(Advertentie)

DSM-5 en Somatische Symptoom Stoornis

Er is een standaard waarin psychologische en psychiatrische aandoeningen worden beschreven, en deze wordt onder andere gebruikt door verzekeraars om te bepalen welke behandelingen vergoed worden. Dit is de DSM-5 standaard. Een burnout is in de deze standaard geen officiële benaming

Volgens mijn psycholoog heb ik een “somatische symptoom stoornis” (SSD). En in mijn geval is het een ernstige. Ik kan het dus eigenlijk geen “burnout” noemen volgens hem. De belangrijkste criteria die aangeven dat je een SSD hebt zijn kort samengevat:

• er is sprake van lichamelijke klachten en die veroorzaken veel onrust en verstoren het dagelijks leven

• de gedachten, gevoelens en gedragingen over deze klachten zijn buitenproportioneel

• er is sprake van chronisch beloop (meestal langer dan 6 maanden)

Het woord “burnout” wordt hier dus niet gebruikt. Maar er wordt wel bij gezegd dat er sprake is van lichamelijke klachten (in tegenstelling tot alleen maar geestelijke).

Sinds de DSM-5 wordt er ook geen onderscheid meer gemaakt tussen klachten die verklaarbaar zijn en klachten die onverklaarbaar zijn. Het is dus ingewikkeld wanneer men de DSM hanteert; er is bij een burnout namelijk géén aanwijsbare ziekmaker. Maar het is wel verklaarbaar omdat je voorheen langdurig overbelast bent geweest.

Ik zet maar weer een ontspannen muziekje op om tot rust te komen.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Maslach en LESA

Dan is er nog de omschrijving plus bijbehorende test van de bekende psycholoog Christina Maslach. De “Maslach Burnout Inventory” (MBI) test wordt veel gebruikt door psychologen om te bepalen of je een burnout hebt. In Nederland is er een variant van diezelfde test, de UBOS (Utrechtse Burn-Out Schaal).

Volgens Maslach bestaat een burnout uit:

• ernstige emotionele uitputting

• distantie (emotionele afstand ervaren tot de werksituatie)

• het gevoel dat men tot minder prestaties in staat is dan in het verleden

Hierin worden dus niet specifiek lichamelijke klachten genoemd, terwijl je die wel degelijk hebt. En alsof dat nog niet genoeg was, dan is er in Nederland óók nog de landelijke afspraak tussen huisartsen, bedrijfsartsen en eerstelijnspsychologen (LESA). Daarin is een onderscheid gemaakt tussen overspanning en burnout, waarbij een burnout eigenlijk gewoon een overspanning is die meer dan 6 maanden duurt en waarbij sprake is van vermoeidheid en uitputting.

Een overspanning bestaat volgens de LESA uit tenminste drie van de volgende klachten: vermoeidheid, gestoorde of onrustige slaap, prikkelbaarheid, niet tegen drukte/herrie kunnen, emotionele labiliteit, piekeren, zich gejaagd voelen, concentratieproblemen en/of vergeetachtigheid.

Daarbij moet ook nog aan de orde zijn:

• gevoelens van controleverlies en/of machteloosheid die optreden als reactie op het niet meer kunnen hanteren van stressoren in het dagelijks functioneren.

• significante beperkingen in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren.

• de symptomen zijn niet uitsluitend toe te schrijven aan een psychiatrische stoornis.

De LESA is afgeleid van de multidisciplinaire richtlijn Overspanning en Burnout, die in 2016 weer is veranderd. Behandelaars kunnen ook een aantal tests afnemen om burnout vast te stellen: de vierdimensionele klachtenlijst (4DKL), de SCL-90 (90 vragen over psychische en lichamelijke klachten) en de UBOS test.

Maar veel huisartsen, arbo-artsen, verzekeringsartsen en psychologen nemen deze tests helemaal niet af of weigeren zelfs om dat te doen.

De Stichting Burnout wijst er op dat burnout juist géén GZ / GGZ / DSM / Psychiatrische aandoening is, maar onderdeel van de arbeidsgeneeskunde. Volgens hen zien veel psychologen en artsen opzettelijk maar een deel van het hele probleem. Arbo-artsen doen dat vaak ook om zodoende de wettelijke verantwoordelijkheid van de werkgever weg te poetsen (want “het is psychisch”) en kosten voor herstel door te schuiven naar de zorgverzekeraar in plaats van naar de werkgever.

Het ministerie van Volksgezondheid heeft ook vooralsnog geen DBC code ingesteld voor burnout; met deze code zouden artsen de diagnose burnout kunnen vastleggen in het patiëntendossier. Maar dat moeten we natuurlijk niet willen met zijn allen, want dan krijgt het bedrijfsleven er een kostenpost bij die we nou juist zo lekker kunnen ontwijken. Doordat die code er niet is, wordt een burnout altijd geregistreerd onder een andere code en wordt de patiënt naar een psycholoog gestuurd, wat niet de juiste oplossing is.

Dussssssss… wat nu?

Dit is dus ook te reden waarom sommige mensen, de media, werkgevers, zelfs artsen en psychologen, soms zeggen dat een burnout eigenlijk niet bestaat.

Kut, ik heb dus géén burnout.

En bij de gewoone mensch op straat (lees: kneuzen) heerst hierdoor ook vaak het idee dat een burnout eigenlijk niet iets echts is, maar aanstellerij. Immers, de “wetenschap” is niet echt éénduidig over uit wat het nou eigenlijk is.

Daarbij wordt het soms ook een “modeziekte” genoemd, Het komt steeds vaker voor, en op steeds jongere leeftijd zoals bij studenten. En dus zal het wel iets hips zijn. En we kennen natuurlijk allemaal de uitspraak:“nou, toen mensen in de kolenmijnen werkten was het leven veel zwaarder en had niemand een burnout, hoor“. Daarbij gaat men voorbij aan het feit dat een overbelasting van spieren, gewrichten en botten en het vullen van de longen met stof iets heel anders is dan een destructieve overbelasting van de hersenen en het autonome stresssysteem.

Wat een gedoe. Waarom beïnvloedt het gesteggel over de naamgeving en de omschrijving van wat het nou eigenlijk is en hoe je het moet behandelen de manier waarop ik behandeld word, zowel door mijn ex-baas, medische professionals als het UWV?

(Advertentie)

Laat het rusten

Het doet er eigenlijk niet toe. In de volksmond is het een burnout, in mijn hoofd noem ik het een burnout en het is ook een burnout. Dat woord komt uit de jaren ’70 van de heer Herbert Freudenberger, die uitputting en stress onderzocht en beschreef bij verpleegsters.

En het beschrijft ook goed wat het is: je bent totaal opgebrand. Het is dan maar jammer dat er zoveel verwarring is. Ik besluit om het maar te laten rusten. Ik krijg al bijna een burnout als ik het probeer te bevatten.

Ik zal in mijn bezwaarschrift bij het UWV erop wijzen dat ik in elk geval klachten heb die overeenkomen met álle bovenstaande omschrijvingen. Misschien dat ze dan snappen waarom ik niet 40 uur kan werken.

Volgende keer

Volgende keer heb ik een keiharde terugval, die toch eigenlijk goed nieuws is.

Reageren? Dat kan via Instagram.