#51: Ik heb een bobbel in mijn been

Sinds enkele maanden heb ik een bobbel in mijn rechterbeen, naast het scheenbeen. Ik zie hem als ik onder de douche sta. Hij is zacht, ik kan hem induwen met mijn vinger. Hij doet geen pijn of zo.

Ik heb wel vaker rare dingen op mijn benen, zoals blauwe plekken of krassen. Ik weet dan niet hoe ik daar aan kom. Misschien van het in- en uitstappen in de auto of zo, ik heb eigenlijk nooit in de gaten of ik mijn benen of knieën stoot. Omdat ik lange benen heb zit ik ook altijd klem bij picknicktafels en ander meubilair. Ik ga er maar vanuit dat de bobbel wel weer weg zal gaan.

Knikker

Op een dag voel ik aan de bobbel en merk ik dat hij hard geworden is, alsof er een knikker in mijn been zit. Omdat dit toch wel een significante verandering is besluit ik om naar de dokter te gaan. Maar de dokter is op vakantie. Hij is nog twee weken dicht. Dat heb ik heel vaak als ik iets heb waarmee ik naar de dokter wil. Dan is ie dicht. Nou ja, ik wacht wel even af. Mijn bobbel doet geen pijn of zo, dus prima.

(Advertentie)

Dan krijg ik een peesontsteking. Althans, dat denk ik, want een sliert onder mijn huid die van mijn scheen over mijn enkel loopt, doet pijn. Misschien is het wel een ader. Hij doet een beetje pijn als ik schoenen aan heb en wandel.

Na enkele dagen verschijnt er een heel lichte vorm van dezelfde “peespijn” ook in mijn bovenbeen over een lengte van 20 centimeter. Nu begin ik me wel zorgen te maken. Ik word een beetje slap als ik er aan denk. En mijn been begint vervelend aan te voelen. Telkens als ik wat jeuk voel of een spiertje trekt of als mijn been wat vaag of raar aanvoelt dan denk ik dat de pijn en de bobbel zich aan het uitbreiden zijn. En dat het bergafwaarts gaat met mij. Fuck fuck fuck, stop nou eens met denken.

“Kom op, Martin, positief blijven,” praat ik mezelf moed in, “die bobbel heeft vast niks te maken met die pees. En beide zijn gewoon op te lossen.”

Twee maal daags een injectie in mijn buik, zes weken lang… Dat helpt vast bij het ontstressen.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Naar de dokter en het ziekenhuis

De dokter voelt aan mijn been en zegt dat het waarschijnlijk een vetbult is en dat die langwerpige sliert mogelijk een ontstoken ader is. Hij verwijst me door om een echo te laten maken. Ik zoek op aderontsteking op het internet, en kom op trombose terecht. Neejjjj lul, doe dat nou niet! Rot op met dat internetten! In mijn hoofd ben ik al aan het bedenken hoe een amputatie zal zijn.

Ik word natuurlijk weer bang. En boos omdat ik nu weer een zorg erbij heb terwijl ik juist zo blij was dat ik in een rustiger vaarwater terecht kwam. Pfoeh, je moet NOOIT op internet kijken als je een lichamelijke klacht hebt. Nooit!

In het ziekenhuis maakt men een echo. De laborant twijfelt en haalt de radioloog erbij. Samen zitten ze een kwartier lang mijn hele been te scannen. Ik krijg een angstaanval en val bijna flauw. Ik ga huilen en leg uit dat ik een burnout heb en dat het nogal veel voor me is. Daar hebben ze begrijp voor. Als ik de volgende dag de dokter bel voor de uitslag, zegt hij dat ik een dichte ader heb in mijn been. De bobbel is een uitgroeisel daarvan. Het is niet ernstig, deze ader is oppervlakkig en je kan hem missen.

Ik vraag of het geen gevaar is voor de toekomst, of er niet iets kan losschieten van de verdichtingen in de ader. Hij weet het eigenlijk niet. Hij verwijst me door naar een vaatchirurg, voor de zekerheid. Ik krijg weer een hevige angstaanval. Ik zie in mijn fantasie een bloedprop die vanuit mijn been mijn hersenen in schiet. En dan ben ik dood. Nee, dat kan niet, de ader vanuit het been gaat naar mijn longen, niet naar mijn hersenen. Rustig maar, Martin, rustig maar, het zal hoogstens een longembolie worden waar ik aan sterf, dus dat valt mee. Ik huil en kom gelukkig weer wat tot rust.

De vaatchirurg

De vaatchirurg kijkt en voelt en weet het meteen. Het is een verstopte oppervlakkige ader, die vanaf mijn voet door mijn hele been omhoog loopt. Er zit opgehoopt gestold bloed in. Dit is te behandelen met bloedverdunners of anti-stollingsmiddelen. Daar moet ik dan wel een maagbeschermer bij nemen.

Als bloedverdunner moet ik zes weken Diclofenac nemen, drie maal daags 50 mg. Ik vind het een eng middel. In sommige landen is het niet eens meer vrij verkrijgbaar vanzege de risico’s die er aan kleven. Maar ja, het moet maar. Het anti-stollingsmiddel is Fraxiparine. Dat moet ik twee keer per dag in mijn buik injecteren. Ik schrik me dood zodra hij het zegt.

In mijn buik prikken? En dat moet ik zelf doen? Fuck, nee, ik wil dat niet.

Ik begeef me naar de apotheek in het ziekenhuis. Ik moet lang wachten en word gewogen: 96 kilo met kleren en schoenen. Dat is mooi, tien jaar geleden woog ik nog 103 kilo zonder kleren. Voor de rest weeg ik mezelf nooit, maar ik ben dus afgevallen. Ik bereken op mijn iPhone mijn BMI, die is normaal, want ik ben 2 meter lang. Nice. Ik krijg een tas vol medicijnen en injectienaalden mee, maar eerst moet ik langs de verpleegkundige, die gaat me uitleggen hoe ik mezelf kan prikken.

Dan krijg ik een angstaanval en ik moet huilen. Het begint te duizelen voor mijn ogen. Geen dronken gevoel wat ik normaal heb (zie blog …), maar een échte duizeling, het wordt zwart voor mijn ogen en ik ga bijna flauwvallen. Ik kan nog nèt met een paar keer diep ademen voorkomen dat ik flauwval. Ik zit te huilen en de verpleegkundige troost mij. Ik leg maar weer eens uit dat ik een burnout heb, en sowieso al slap ben.

Ik prik mezelf. Het is vet irritant en iets pijnlijker dan een neushaar eruit trekken. Maar minder pijnlijk dan een bijensteek. Ik word weer angstig, hoewel ik denk dat ik dit wel kan doen bij mezelf, twee maal daags, zes weken lang. Daarna moet ik weer een echo laten maken en gaan ze kijken of het geholpen heeft. Zo niet, dan moet de ader misschien weggelaserd worden. Pfoeh!

Opeens komt de assistente van de chirurg weer aanlopen. Ze heeft nog een brief voor me; een verwijzing om een steunkous aan te laten meten. Fuck, nou ben ik echt een bejaarde. Ik zie mezelf al zitten met mijn vleeskleurige steunkous en een bakje appelmoes met een zooi pillen ernaast, en een injectienaald in mijn hand.

Terug in de auto moet ik weer hard huilen. Wat een stress.

Lees nooit de bijsluiter

Thuis gekomen lees ik een hele stapel bijsluiters en nog een uitleg over hoe ik mezelf moet prikken. Ik word weer bang en slap. Ik kan natuurlijk weer allerlei fijne klachten erbij krijgen zoals hoofdpijn, duizelingen, slecht slapen, veel dromen, bloedingen, blauwe plekken en ga zo maar door. Oh, en ik moet elke dag gaan opletten of er geen bloed in mijn urine of ontlasting te zien is. Waaargh! Bleh! Ik wil niet.

“Fuck, je moet die bijsluiters ook nooit lezen,” denk ik. Maar ja je moet toch wel weten waar je aan toe bent. Dit is weer lekker handig voor mijn stressniveau en herstel. En mezelf prikken levert tweemaal daags natuurljk een adrenalinestoot op en verhoogt cortisol. Leuk, als je een burnout hebt en daar juist vanaf probeert te komen.

(Advertentie)

Maar ja, aan de andere kant kan een ontstoken verstopte ader in je been ook de stress in het lichaam verhogen. Dus ik moet me er maar weer bij neerleggen. Ik bereid me erop voor dat ik de komende zes weken vast weinig herstel zal gaan merken in mijn burnout.

Ik probeer wat te dutten op de bank maar ik ben gespannen. Ik ga maar weer op het strand lopen, en mijn angstgevoelens WhatsAppen naar een paar vrienden. De rest van de dag blijf ik nerveus tot ik mezelf weer moet prikken. Het lukt, maar ik voel me zo slap erna. Duizelig en slap.

Nou ja, het zal wel wennen. “Op de laatste dag prop ik die naald er vast gewoon in zonder te kijken,” stel ik mezelf gerust.

Volgende keer

Volgende keer leg ik uit wat veel mensen niet snappen: het verschil tussen burnout en depressie.

Reageren? Dat kan via Instagram.