#71: Het jaar eindigt met afscheid en wanhoop
Het is kerstmis 2018. De hele maand december voelde ik me wel okee over het feit dat er feestdagen zouden zijn die voor mij niet anders dan normale dagen zouden verlopen. Geen feestjes, geen gezelligheid, geen familie of vrienden, prima. Maar nu opeens ben ik verdrietig en eenzaam.
Ondanks mijn rustplan (zie blog #69) nemen mijn klachten opeens weer toe. Ik ben uitgeput en voel me miserabel. Mijn hoofd komt niet tot rust, ik kan nergens tegen; gewone geluiden knallen en flitsen weer in mijn hoofd. En ik moet zo veel huilen, huilen, huilen.
Ik kan niet ontprikkelen
Ik huil als ik een kerstliedje hoor, als ik aan mijn burnout denk, of hoe het nou toch verder moet met mij. Als ik denk aan mijn ex-vriendin. Als ik een kerstkaart krijg van een goede vriend. Als ik denk aan mijn coach, het UWV, mijn situatie. Als ik in de auto zit of op de bank. Als ik niet kan slapen en toch doodmoe ben. Als ik voel dat het wat beter gaat. Als ik voel dat het wat slechter gaat. Als ik in de natuur loop of fiets. Wanneer, wanneer zou het huilen eens ophouden?
Ik worstel al enige tijd met mijn rustplan want ik ben heel erg slecht in verveling. Ik pak zo makkelijk weer de iPad, ga tóch weer te veel TV kijken. Het sluipt er in, terwijl ik juist mijn hersenen niet moet belasten en prikkelvrij moet leven.
Ik ben wel helemaal gestopt met op de computer werken, dat is mooi en ik ben er trots op. Want ja, even iets op Marktplaats zetten, administratie doen, nog even wat geld overmaken, en zo zit je alweer anderhalf uur achter dat ding.
Maar dan is er nog de iPad. Omdat ik zoveel mogelijk NIET naar winkels wil gaan moet ik vaak iets online bestellen. Drogisterij artikelen, boeken, dingetjes die ik nodig heb. Maar ook af en toe gewoon iets leuks. Elke keer weer zit ik dan op die klote-iPad. Dat geeft weer prikkels, maar ik verveel me dan in elk geval niet.
En TV kijken, ik kijk na het avondeten naar Comedians In Cars Getting Coffee op Netflix. Dat is erg leuk en elke aflevering duurt maar ongeveer 12 minuten. Dat is fijn, maar dan kijk ik er een keertje twee achter elkaar, en dan drie, en dan is het allemaal weer te veel. En dan stort ik weer in en ben ik weer woest op mezelf.
Vluchten en afscheid
Waarom kan ik niet niksen, ontprikkelen, ontspannen? Zou het een vlucht zijn? Zou ik proberen weg te vluchten voor mijn eigen gedachten, de eenzaamheid en de leegte? Het is zo moeilijk, niks doen. Een beetje zitten op de bank met thee en maar wachten tot de tijd voorbij gaat.
Ik merk dat het verdriet rond het overlijden van mijn vader (zie blog #46) nu bijna helemaal weg is. Dat is mooi, de verwerking doet zijn werk dus. Maar het verdriet om mijn ex-vriendin (zie blog #24) komt weer maximaal terug. Het is al meer dan acht maanden uit, maar elke dag huil ik weer om haar. Omdat ik haar mis, omdat ze zo lief is, omdat ik bang ben dat ze al lang over me heen is, omdat ik zo veel om haar geef.
Maar ook omdat ik weet dat als ik weer beter ben, ik eigenlijk ook niet naar haar terug kan. Want als ik beter ben ga ik eerst reïntegreren, weer werken, en dan duurt het ook nog wel minstens een jaar voordat ik weer helemaal de oude ben. En ik kan dan heus niet meteen een relatie aan, of daten, of überhaupt gezellige drukte en verplichtingen.
In mijn hoofd en in mijn hart ben ik bezig met een definitief afscheid. We gaan niet meer bij elkaar komen. Ik moet het ook afsluiten voor mezelf. Het is nu een open einde en dat is zwaar voor me. Dit is natuurlijk best een stressfactor die er voor zorgt dat ik nu nog steeds niet goed tot rust kom en probeer te vluchten in TV en internet.
Dus, voor het eerst sinds het uit is regel ik een gesprek met mijn ex-vriendin, vlak na de kerst. Telefonisch, want als ik haar zie moet ik natuurlijk keihard huilen. Het is een gezellig gesprek, maar het is ook een afsluitend gesprek. We bevestigen dat we niet meer bij elkaar zullen komen. Het is definitief afgelopen. In de dagen erna moet ik flink huilen. Huilen om wat er niet meer is, omdat het zo jammer is dat het niks geworden is. Maar ik kan nu misschien eindelijk de laatste stukjes liefdesverdriet verwerken.
Omgaan met verlies tijdens een burnout, dat is een enorme energievreter. Ik kan pas echt goed herstellen als de rouw voorbij is, en daar moet ik ook gewoon op wachten, dat kan je niet forceren.
Jarig zijn, hoera
Over een week ben ik jarig. 47, hoera. Ik ben alweer meer dan twee jaar van mijn leven kwijt aan deze kut-burnout. Toen ik 45 was voelde ik me nog jong. Nu voel ik me oud. Ik rond het maar af naar 50, dus ik ben zo goed als dood. One foot in the grave. Ik probeer iets positiefs te bedenken. Kan ik iets bedenken dat goed gaat?
Mijn coach zegt altijd dat ik zo goed bezig ben en dat ze écht verbetering ziet. Maar ik zie het niet. Ik geloof haar nier meer. Waar dan? Waar is die fucking verbetering dan? Ik kan alleen maar niks doen en rusten. En zelfs dát lukt me niet. En ik blijf maar onrustig en gestresst, En elke keer als ik me een keertje een ochtendje goed voel, dan volgt er weer een week misère.
Klote burnout, klote kerstmis, klote verjaardag, klote jaar. Waarom? Waarom toch? Het gaat niet over, niks helpt. Al twee jaar ben ik aan het klooien. Ik zie zelfs al mensen om mij heen die een burnout krijgen, herstellen, weer beter zijn en al weer vrolijk rondhuppelen.
Maar ik dan? Wanneer ben ik aan de beurt? Ik wil ook eens aan de beurt zijn! Ik voel me als een klein kind dat bij het uitdelen van traktaties in de klas steeds wordt overgeslagen. Ik begrijp niet waarom ze mij dit aandoen. In verwarring vraag ik huilend aan de juf waarom dit gebeurt. “Het is nou eenmaal zo,” antwoordt ze, “je moet het accepteren.”
Aaargh, positief denken, Martin, positief denken. Bekijk ook eens wat er wél goed gaat. Tja goed, goed. Wat gaat er goed? Ik zou eerder zeggen dat bepaalde dingen minder slecht gaan, maar “goed” kan ik het niet noemen.
Op oudjaarsavond ga ik om 20:00 uitgeput naar bed. Ik laat 2018 nu achter me. Ik hoop dat 2019 beter voor mij zal zijn.
Volgende keer
Volgende keer leg ik uit waarom veel mensen denken dat een burnout komt doordat je “je baan niet aan kan”.