#149: Waarom hamer ik op aanvaarding, huilen en slapen?
Naar aanleiding van mijn blog over de enige drie dingen die je burnout écht genezen (zie blog #145) heb ik veel vragen gekregen. Waarom hamer ik zo op die drie dingen?
Ik doe dit vooral omdat mensen die een burnout krijgen een omslag moeten maken in hun gedrag. Als je een burnout krijgt dan heb je jarenlang in een veel te hoge versnelling geleefd. Die versnelling moet omlaag, en die moet de rest van je leven laag blijven. Dat is niet zomaar gepiept, dat vergt een gedragsverandering. Klinkt allemaal logisch maar er is één probleem: je weet dit zelf allemaal niet. Zodra je burnout begint heb je totaal niet in de gaten dat je in zo’n hoge versnelling zit. Je denkt gewoon dat je normaal bent en zomaar opeens een burnout hebt gekregen terwijl je niets verkeerds deed. Ach, je hebt het wel druk gehad en soms wat stresserigheid, maar zo erg was het allemaal toch niet?
Ik zelf ben meer dan twee jaar bezig geweest om in die hoge versnelling te blijven zitten, simpelweg omdat niemand mij vertelde dat ik in een te hoge versnelling zat. Toen pas viel het kwartje. Ik hoop dat anderen niet zo lang hoeven te worstelen.
Een hoge versnelling
Met “een hoge versnelling” bedoel ik dat je altijd “aan staat”, in actie bent. Nooit échte rust neemt. Nooit eens écht niks doet, zoals mijmerend in het gras liggen of een uur lang naar de zee of een bos staren. “Niks doen” is voor veel mensen verworden tot op je telefoon kijken, YouTube of Netflix consumeren, je hersenen prikkelen, afspreken met mensen. Kleppen terwijl de radio of TV ook aan staat. Je to-do lijst bijwerken tussen het voorgerecht en het tweede drankje, en meteen je berichten checken zodra je 10 seconden even niks hebt. Over je werk praten in de pauzes en weekends. Vergaderingen of besprekingen houden tijdens lunch of diner. Je e-mail blijven beantwoorden, ook al ben je op vakantie.
“Niks doen” is niet meer het niks doen van 50 jaar geleden waarbij iemand op de bank zat met een koffietje en een stukje ontbijtkoek en verder niks. Met een pijp in de mond in stilte op een schommelstoel zitten, het bestaat niet meer. Alleen kabouters doen dat nog. Of het “achter de geraniums zitten” en gewoon naar de straat kijken, dat nu als “bejaarden” activiteit wordt gezien, terwijl niets doen en uit het raam staren eigenlijk heel belangrijk en gezond is. Geen TV, geen radio, geen media, geen games, geen lawaai, geen gesprekken, geen verplichtingen. Drukke kinderen? Die gingen vroegâh urenlang naar buiten voor verstoppertje of om brood of melk te halen voor moeders, zodat er eens tijd was voor stilte in huis. Want binnenshuis waren er geen films, TV, internet, iPads en PlayStations.
Niets doen is tegenwoordig “saai”. En saaiheid mag kennelijk niet. Er moeten altijd prikkels zijn. De radio moet altijd aan staan op het werk anders vinden we het maar saai. Want ja, acht uur per dag teringherrie, geklets, muziek en schreeuwerige reclames, dat is gezellig. Stilte en rust mag niet meer. Berichtjes doorsturen terwijl je aan het koken bent. Een tijdschrift lezen terwijl je ook je e-mail checkt. Je hersenen eens een keer met rust laten? Dat is saai. Met je ogen dicht op de bank liggen een uurtje? Saai. Je kinderen eens een keer in het gras laten liggen, kijkend naar de wolken, en ze zelf maar laten uitzoeken wat ze willen gaan spelen? Saai.
Rust en verveling bestaan niet meer, dus als je in een burnout terecht komt ga je meteen aan de slag. De burnout moet zo snel mogelijk weg, en dat ga je wel eventjes regelen. Je gaat naar de dokter, psycholoog, en als daar niet snel genoeg iets uit komt, dan ga je op zoek naar andere dingen. Wekenlang zit je te Googelen en je probeert het ene na het andere. “Bah, het gaat niet snel genoeg. Wat kan ik allemaal nog meer doen? Ik ga me in elk geval niet zitten vervelen.”
En dat is nou juist waar je vanaf moet. Je moet je juist wél gaan vervelen. Je moet je júist neerleggen bij je situatie en stoppen met als een gek op zoek gaan naar de oplossing. De oplossing is om te stoppen met zoeken naar een oplossing. Het is de burnout-paradox. Dát is waarom ik zo hamer op aanvaarding. Aanvaarding van je burnout, en stoppen met strijden. Als iemand mij dat nou wat eerder had uitgelegd dan was ik nu al een stuk verder.
Het lastige is daarbij dat werkgevers, het UWV, arbo-artsen, vrienden en familie (en vaak jijzelf) steeds maar pushen op reïntegratie, “weer iets gaan doen”, terugkeren naar het werk, actief herstellen, vooral niet gaan niksen, therapiën volgen, coaching, of desnoods aan de pillen gaan. Geen van deze dingen helpt, en niemand lijkt te begrijpen dat ze jou juist met rust moeten laten. Jijzelf begrijpt dat soms ook niet. Je komt terecht in een vacuüm van twijfel en onbegrip en “wanneer gaat mijn burnout nou eens over”?
Huilen
Een burnout ligt bijna nooit alleen maar aan je werk (zie blog #72). Dat burnout uitsluitend wordt erkend als beroepsziekte (en niet als gewone algemene ziekte) is dan ook onzinnig en denigrerend, zowel naar de patiënt toe als naar de werkgever die juridisch gezien zou moeten opdraaien voor alle kosten. Vaak is er sprake van oude trauma’s, persoonlijkheidsproblematiek of andere psychologische factoren die er voor zorgen dat je spanning vasthoudt. Ook zijn het vrijwel altijd psychologische factoren of gebeurtenissen die er voor gezorgd hebben dat je perfectionistich bent, geen nee kunt zeggen, altijd maar hard blijft werken en vooral voor anderen zorgt in plaats van voor jezelf.
Ik hamer op het belang van huilen omdat het nu tijd is in je leven om aandacht en liefde te geven aan jezelf, je eigen psychogische toestand. Alles wat je in je leven hebt ingehouden, ingeslikt en doorgemaakt mag er nu uitkomen en móet er nu uitkomen om je burnout te genezen. En let op: ik heb het niet eens over mishandeling, geweld, armoede, drugs, ruzies, echtscheidingen of dood en verderf die je in je leven hebt meegemaakt. Ook mensen met een normale jeugd en verder weinig moelijke dingen kunnen emotioneel verwaarloosd zijn, getraumatiseerd zijn of andere problemen hebben, simpelweg door allerlei kleine gebeurtenissen in het leven. Denk dus niet dat dit voor jou niet geldt.
Door lastige dingen aandacht te geven en te uiten, ook al “mag je ze eigenlijk niet zeggen”, kan je je lichaam de kans geven om de spanning die er bij hoort en jarenlang is opgebouwd, er uit te gooien. Ga dus voor de spiegel staan en gooi het er uit. Of schrijf een dagboek of brieven die je niet verstuurt. Ja, je mag daarin je ouders, broers en zussen uitschelden en zeggen dat ze je leven verneukt hebben. Ja, je mag boos zijn op je baas of collega’s die telkens maar geen rekening met je hebben gehouden. Ja, je mag erkennen dat andere mensen klootzakken zijn en om wat ze je hebben aangedaan. Huil er om, huil het er uit. En kijk eens goed of je nou eigenlijk voor je eigen plezier dingen doet of alleen maar “omdat het moet”.
Ik leg dit er zo dik bovenop omdat mensen die alles inhouden en vrijwel nooit iets uiten de grootste kans hebben om een burnout te krijgen. Het inhouden van emoties en niet verwerken van trauma’s, hoe klein ze ook zijn, is een enorm belangrijke factor bij het ontstaan van burnout. Het inslikken van wat je aangedaan wordt en niet opkomen voor je eigen behoeften is vaak de basis van de burnout. Ook al denk je dat het allemaal wel meevalt en dat je eigenlijk helemaal geen grote problemen hebt.
Als iemand mij dat nou eens wat eerder had uitgelegd dan was ik nu al een stuk verder.
Slapen en rusten
Ook wat betreft het slapen en rusten lijk ik te overdrijven. Zo veel hoef je toch niet te slapen? Maar wie een burnout heeft is totaal niet gewend om veel te slapen en te rusten. Je ziet niet in hoe ongelooflijk belangrijk deze dingen zijn en moet dat nu gaan leren. Veel mensen vinden slapen maar “tijdverspilling” (stoer hè?). Maar met die mening vernietig je jezelf.
Ga dus met je burnout zo vaak mogelijk op de bank liggen. Ga wel uit bed elke ochtend, kleed je aan en doe ook gewoon dingen, maar met veel, veel rusten tussendoor. Ga na elke 30 minuten van activiteit ook weer 30 minuten met je ogen dicht plat liggen. Middagdutje van één tot half drie. Nooit meer dan één ding tegelijk doen en daarna weer rusten. Dat is niet lui, dat is verstandig en gezond. Dat is saai, maar saai is goed voor je.
Veel mensen die in een burnout terecht komen rusten namelijk veel te weinig. Op de bank zitten met een bakkie koffie terwijl je je mail aan het checken bent is geen rusten, ook al voelt het wel zo. Langdurig autorijden na een drukke werkdag lijkt soms ontspannen, maar het is geen rusten. In de tuin zitten en op je telefoon de verjaardag van je kind organiseren is niet rusten. In bed door Instagram scrollen is niet rusten. Met iemand kletsen terwijl de TV aan staat is niet rusten. Gezellig WhatsAppen met drie vriend(inn)en is niet rusten. In de trein de hele tijd bellen is niet rusten. Je bent op één of andere manier vergeten wat rusten is, of je hebt het nooit geleerd.
Alles waarvan je denkt dat het “rustig aan doen” is, is vaak nog steeds die hoge versnelling. Als je een burnout hebt en je stopt met werken dan dénk je dat je eigenlijk helemaal niks meer aan het doen bent en dat je hele leven stil ligt. Maar dat is niet waar; het moet nóg rustiger. Je moet nóg minder doen dan je denkt. “Ja, maar hallo, ik werk niet eens en nu moet ik nóg minder gaan doen?!” Yep, inderdaad. Nog steeds doe je te veel. Je moet uit die hoge versnelling.
Rusten kan je lichaam alleen als je je hersenen niet meer prikkelt. In je eentje wandelen in de natuur of rustig fietsen, dat is rusten. Aan de rand van een plas, meer of zee zitten en in de verte staren. Dat is rusten. Op de bank zitten of in bed liggen zonder TV, zonder radio, zonder mobiele telefoon en zonder andere mensen erbij. Dat is rusten. In het gras zitten met een kopje thee en naar blaadjes kijken, dat is rusten. Naar bed gaan en slapen zonder dat er een wekker gezet is, dat is rusten. Met je ogen dicht een massage krijgen zonder te praten, dat is rusten. Als iemand me dat nou wat eerder had uitgelegd dan was ik nu al een stuk verder.
En de slaap, die je jarenlang te weinig hebt gehad, moet je nu gaan inhalen. Dat kan maanden of jaren duren. Maar het moet. En dus moet je tijdens je burnout nóg meer slapen dan je denkt. Bijna belachelijk veel, zo lijkt het.
Vandaar dus dat ik hamer op aanvaarding, huilen en slapen. Ik hoop dat mijn lezers hier iets aan hebben, voor mij waren deze drie dingen namelijk een openbaring.
Volgende keer
Volgende keer kan ik niet meer nadenken van vermoeidheid.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.