#163: Het burnout probleem in Nederland: niemand helpt je écht
Als je in een burnout terecht komt wil je maar één ding: er uit komen. Maar dat blijkt niet zo makkelijk te zijn. Je denkt in je naïviteit dat je naar de dokter kan gaan en dan een doorverwijzing krijgt voor een behandeling. Maar dat gebeurt helaas niet. Die behandeling bestaat namelijk niet.
Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de wetenschap steggelt over wat een burnout nou precies is. Volgens TNO onderzoek in opdracht van de overheid (2019) is burnout nog altijd per definitie een werkgerelateerde aandoening. Als er geen werkgerelateerde oorzaak is, dan heb je dus ook geen burnout. Toch kunnen studenten, mantelzorgers, bijstandsouders en werklozen gewoon een burnout krijgen. Officiëel gezien mag men het dan geen burnout noemen, hoewel de patiënt gewoon keurig als een wrak op de bank ligt.
Burnout ligt niet alleen aan je werk
Sommige wetenschappers komen de laatste jaren langzaam met de theorie dat secundaire oorzaken, zoals persoonlijkheidsfactoren en privé-omstandigheden óók van invloed zijn op het ontstaan van burnout. (Goh, je meent het. Alsof je lichaam verschil maakt tussen chronische stress en uitputting veroorzaakt door je baas, of chronische stress en uitputting verzoorzaakt door je studie, een corona-pandemie, mantelzorg, gezin, relatie of Instagram-verplichtingen.)
Ook wordt er gekeken naar bijvoorbeeld maatschappelijke oorzaken van burnout. Hogere werkdruk, technologische ontwikkelingen, altijd bereikbaar (moeten) zijn, het “nieuwe werken” (de hel van kantoortuinen, zie blog #41), economische spanningen en toekomstverwachtingen. Maar ja, deze nieuwe ideeën zijn nog lang niet onderzocht, laat staan dat er conclusies zijn. En over de enorme druk van sociale media en de overprikkeling van de hele dag op je telefoon kijken is al helemáál weinig bekend als eventuele (mede-)oorzaak van burnout.
Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten ziet burnout als beroepsziekte, vallend onder de psychische aandoeningen. Dat is dubbel jammer, want zoals gezegd kan je het ook krijgen als je geen werk hebt en is het nou juist hoofdzakelijk een lichamelijke aandoening en niet een psychische. Deze classificatie heeft helaas ook juridische gevolgen: verzekeraars weigeren hierdoor om burnout herstel te vergoeden want dat moet je baas maar doen (omdat je werk per definitie de oorzaak is).
De wereldgezondheidsorganisatie WHO classificeert burnout slechts als “reden waarom mensen gezondheidsdiensten inschakelen” en als werkgerelateerd, maar volgens hen is het expliciet géén medische toestand maar een “fenomeen”. Toch al heel wat voor de WHO want het heeft meer dan 30 jaar geduurd voordat ze burnout überhaupt erkenden. (Er zit vast een lobby van verzekeraars bij de WHO, want waarom is het toch zo moeilijk om een aandoening die gewoon echt bestaat te erkennen?)
De huisarts
Hoe dan ook, je stort in. Het gaat niet meer. Hoe graag je ook wil, je kán niet meer. Dus als eerste stap ga je naar de huisarts. Veel huisartsen nemen geen burnout test af want de bekende UBOS test is achterhaald. Ook zal men niet zo gauw de diagnose “burnout” geven, want daarvoor moet je volgens de richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap eerst zes maanden lang klachten hebben. Maar op het moment dat je instort zie je doorgaans helemaal niet in dat je al maanden of jarenlang klachten hebt gehad; je denkt dat dit nieuw is en dat je vanuit het niets bent ingestort. Je bent waarschijnlijk niet eens eerder naar de dokter geweest. Daarbij komt dat huisartsen mogelijk denken dat je een psychisch probleem hebt omdat in de richtlijn niet wordt geadviseerd om lichamelijk onderzoek te doen. Je krijgt het advies om rustig aan te doen, en wordt doorverwezen naar een psycholoog.
De huisarts zou eigenlijk wél lichamelijk onderzoek moeten doen, al is het alleen maar om andere ziektes of aandoeningen uit te sluiten. Met een eenvoudig bloedonderzoek kom je al een heel eind. Maar omdat de patiënt meestal zit te huilen komt men al gauw op de psycholoog uit. Dat het huilen een lichamelijke reactie is op de uitputting en hormonale disbalans (en niet bijvoorbeeld omdat je verdriet hebt) wordt mogelijk vergeten.
Als kinderen huilen zonder reden dan wordt er al snel ingezien dat het kind moe is of overprikkeld (“te druk geweest”). Bij volwassenen wordt er echter onterecht geconcludeerd dat er psychische problemen zijn, terwijl de huilreactie van het lichaam, net zoals bij de kinderen, gewoon door uitputting, overprikkeling en overspanning kan komen.
Sommige huisartsen doen weer precies het omgekeerde: zij zien de burnout niet, maar een patiënt die allerlei lichamelijke klachten heeft. (Ik neem aan dat dit het meest gebeurt bij degenen die niet zitten te huilen.) Duizelingen, darmpijnen, ademhalingsproblemen, uitputting, slapte, trillen, steken in het lichaam, schokkende spieren. Een deel van de burnout patiënten wordt dan ook naar een specialist doorgestuurd, zoals een internist of een endocrinoloog, die vervolgens geen enkel probleem kan vaststellen.
Omdat een burnout een samenspel is van geestelijke, lichamelijke en cognitieve klachten, moet je eigenlijk ergens heen waar zowel lichaam als geest worden bekeken en behandeld. De huisarts kent dergelijke behandelingen niet, en moet dus maar wat gokken.
De psycholoog
De psycholoog wil je wel helpen. Er zijn namelijk onderzoeken waaruit blijkt dat (pdf) mindfulness en cognitieve gedragstherapie een positieve invloed hebben op het herstel van burnout. Helaas houdt het hier voor veel psychologen meteen weer op. Men weet eigenlijk niet wat er allemaal nog meer komt kijken bij een burnout. Hoe verloopt het proces? Hoe verloopt het herstel? Hoe weet je of je burnout aan het herstellen is of niet? Waarom gaat het de eerste weken of maanden steeds slechter met je en lijk je totaal niet te herstellen? Waarom heb je elke week weer andere klachten? Op welk moment kan je eigenlijk überhaupt beginnen met gesprekstherapie?
En dan hebben we het nog niet eens over: hoe moet je omgaan met je werkgever, gezin, relatie, familie, vrienden, collega’s? En… hoe voorkom je in de toekomst een nieuwe burnout?
Naast de psychologische factoren die de (mede-) óórzaak zijn van je burnout, ontstaan er ook nog eens allerlei problemen ten gevolge ván je burnout. Angst om nooit meer beter te worden, onzekerheid over de toekomst, relaties, werk, geld. Mogelijk ontstaat er naast je burnout een depressie. De psycholoog richt zich vaak alleen maar op het “herstel” en daar zit je dan elke week mindfulness oefeningen te doen. Wil je écht herstellen dan moet niet alleen de burnout, maar ook alle persoonlijkheidsproblematiek, trauma’s en andere stressfactoren onder handen genomen worden.
Ook wel begrijpelijk natuurlijk dat dit niet gebeurt, want de huisarts heeft je een verwijzing voor Basis GGZ gegeven, dus na 10 gesprekken moet je alweer klaar zijn. Lastig haalbaar voor elke psycholoog, zelfs bij een lichte burnout. Niet te doen bij een zware burnout.
De psycholoog legt misschien nog wat uit over “dingen doen waar je energie van krijgt” (zie blog #141), en dan moet je maar weer beter zijn. Ook is er nog een extra probleem waar men niets mee kan: al je lichamelijke klachten. Tja, met die rare klachten moet je maar weer terug naar de huisarts, daar doet een psycholoog niets mee.
De internist of andere specialist
Je lichaam bevindt zich in een stresstoestand. Je hormoonsysteem is van slag, je energiesysteem is van slag. Je spijsvertering is van slag. Je kan nergens tegen, uitrusten helpt niet. Je bent niet belastbaar, en je hebt grote cognitieve problemen. Je hoofd gonst, je hart bonst. Je hebt gespannen spieren en bent nerveus, ook al lig je in een warm schuimbad met leuke kaarsjes. De lijst van lichamelijke symptomen is oneindig als je een burnout hebt, en elke week kunnen deze klachten nog veranderen ook.
Nou, dan toch maar naar de internist of een andere specialist, als je dat nog niet eerder had gedaan. Die buikpijn lijkt maar niet over te gaan, dus toch maar even laten kijken. Maar je zal weinig resultaat boeken. De specialist richt zich uitsluitend op het eigen specialisme. Men onderzoekt de specifieke lichamelijke klacht maar kan meestal niets vinden. Vervolgens word je teruggestuurd naar de huisarts en het oordeel is dat je niks mankeert.
Als er wél iets lichamelijks gevonden wordt, dan denk je “oh gelukkig, ik heb dus geen burnout!” en ga je tot behandeling over. Maar je burnout wordt daar niet beter van. Na een tijdje moet je dan toch maar weer terug naar de huisarts met je burnout klachten, die nog steeds niet echt over gaan.
De arbo-arts
Ondertussen, als je werk hebt, moet je naar de arbo-arts. De arbo-arts wordt betaald door je baas maar moet wel neutraal blijven (HAHA! LOL! ROFL!). Arbo-artsen zullen niet zo gauw “burnout” noteren want dan geven ze jou juridische mogelijkheden om je baas verantwoordelijk te stellen. Burnout is immers een beroepsziekte en de baas krijgt dan allerlei verplichtingen aan zijn broek die hem geld gaan kosten. Het is maar beter dat je “psychische problemen” hebt, en dat noteert de arbo-arts dan ook in veel gevallen.
Als je zelf niet weet dat een burnout een lichamelijk probleem is, waarbij psychische factoren zowel oorzaak als gevolg kunnen zijn, denk je er maar niet bij na. Het nadenken of je het wel eens bent met wat de arbo-arts zegt, daar heb je totaal geen energie voor. Als de arbo-arts wél zo genereus is om “burnout” te noteren, dan heb je kans dat je baas een coaching- of hersteltraject betaalt.
Na zes tot twaalf weken vindt de arbo-arts dat je maar weer eens koffie moet gaan drinken op je werk, of wat lichte taken gaan oppakken. Dat dit in veel gevallen averechts werkt en de burnout alleen maar langduriger maakt, daar heeft men niet zo veel verstand van. Langer thuis zitten vergroot volgens hen “de afstand tot het werk”. Dat de afstand tot het werk eigenlijk zo groot mogelijk moet zijn om te kunnen herstellen, is niet in het belang van de werkgever en wordt dus niet in beschouwing genomen.
Coaches en herstelbedrijven
Als je baas een coachingtraject betaalt, of als je zelf na enige tijd nog steeds niet beter wordt en kiest om het dan maar zelf te betalen, ga je op zoek naar een burnout coach of -herstelbedrijf. Deze doen allemaal wat anders, en ze liegen een beetje omdat er geen één is die wetenschappelijk bewijs heeft dat de gebruikte methode daadwerkelijk van invloed is op het herstel van je burnout. Hopelijk vind je een coach of herstelbedrijf dat zowel lichaam als geest aanpakt: praten dus, én bewegen. Zo ver zijn de huisarts, psycholoog, huisarts en specialist in elk geval nog niet gekomen.
Voordat je begint met de coaching moet je eigenlijk wel écht zeker weten dat je een burnout hebt en niet iets anders. Anders loop je wekenlang te sjoggen in het bos en over je werk te praten, terwijl je misschien gewoon een vitaminetekort, slaap-apneu of schildklierprobleem hebt. Veel coaches en herstelbedrijven doen deze check helaas niet en gaan gewoon over tot coaching. Ook moet je voordat je begint wel al flink rust hebben genomen en eigenlijk moet het herstel al een beetje zijn begonnen, anders zal je lichaam alleen maar reageren met méér stresssymptomen zodra je aan de slag gaat. Niemand die je dit vertelt.
Omdat een coach niet kijkt naar psychische factoren of persoonlijkheidsproblematiek als mede-oorzaak van de burnout, en ook niet kijkt naar de psychische problemen die je eventueel krijgt ten gevolge van je burnout, is het toch wel jammer dat je bij een coach zit en niet (ook) bij een psycholoog. Maar ja, je moet toch wat? Als je bij zowel een coach als een psycholoog zit, heb je de kans dat ze tegenstrijdige adviezen geven. Dat is dan ook weer niet te doen.
Inmiddels ben je nu al een paar maanden verder. Als je geluk hebt is je burnout nu aan het herstellen. Niet door behandelingen of coaching, maar gewoon omdat je heel verstandig je werk- en gezinstaken hebt kunnen laten zitten, veel hebt kunnen slapen en huilen, en er simpelweg veel tijd voorbij is gegaan. Als je pech hebt heeft de huisarts of psychiater je pillen gegeven om je beter te voelen. Je vóelt je dan wel beter en dat kan erg fijn zijn, maar je weet dan niet echt of je burnout nou wel of niet herstelt.
Als je nu nog niet verder van huis bent omdat je de verkeerde hulp hebt gekregen, of als je een ernstige of langdurige burnout hebt, dan ben je uitbehandeld. Uit lichamelijke onderzoeken blijkt maar steeds dat je gezond bent. De psycholoog is klaar met de tien gesprekken. De coach is klaar met het coachen. Er zijn geen opties meer over. Dus, dan wordt het internetten, boeken kopen, willekeurig “gezonde dingen doen”, of een rondje alternatieve geneeswijzen die ook allemaal niet helpen.
De stand van zaken
Concluderend: met een burnout zit je dus gevangen in je lichaam en in een web van onduidelijke informatie. Een burnout móet tot op heden werkgerelateerd zijn en anders heb je geen burnout. Als je baas bereid is om te betalen dan kies je voor coaching. Lukt dat niet of heb je helemaal geen baas, dan kies je voor de psycholoog. Beide zijn vaak niet voldoende om je burnout op te lossen. Soms maak je een uitstapje naar een andere specialist, die misschien symptoombestrijding kan doen maar daarmee je burnout niet geneest.
Maar wat heb je dan nodig als patiënt? Rust, vooral rust. Rusten en met rust gelaten worden. En antwoorden. Je wil antwoorden, zodat je kan berusten. Niemand heeft die voor je. En dus word je nerveus en raak je in paniek, twee dingen die je burnout alleen maar erger maken. Je moet eigenlijk bewegen in de richting van slapen, huilen en aanvaarding, maar niemand duwt je die kant op. Integendeel, je werkgever, het UWV, vrienden en familie, en zelfs jij zelf bent voortdurend bezig met “weer wat gaan doen”, “snel herstellen”, “een behandeling starten”, “dingen oppakken”, “een traject plannen”, “terugkeren” en “reïntegreren”. En dat zijn nou juist allemaal dingen die de burnout alleen maar erger kunnen maken.
Hoe sneller je wil herstellen, hoe langer je burnout zal duren. Je moet eigenlijk zo snel mogelijk stoppen met beter willen worden, maar niemand legt dit aan je uit.
Hoe dit op te lossen?
Ik ben maar een gewoone mensch, maar ik zou de wetenschap willen oproepen tot meer onderzoek, discussie en samenwerking. Als eerste moet burnout erkend worden als gewone ziekte (of aandoening, syndroom of medische conditie), ongeacht of de oorzaak werk- of privégerelateerd is. Er moet een gestandaardiseerde manier komen om een diagnose te stellen, en een test om de mate van burnout te meten. (Aan dit laatste wordt gelukkig al gewerkt door Schaufeli / KU Leuven).
Er moeten behandelingen ontwikkeld worden vanuit verschillende disciplines die zich zowel op lichaam als geest richten, en de patiënt écht helpen en niet heen en weer sturen tussen huisarts, psycholoog en specialist of in de handen duwen van de coachingbedrijven die allemaal niet-wetenschappelijk en niet-medisch te werk gaan maar wel facturen sturen. Als het (vooralsnog) onmogelijk blijkt te zijn om een burnout (sneller) te genezen, dan dienen er methoden te komen om de patiënt te begeleiden in het proces.
De politiek moet zich ermee bemoeien en zorgen voor fondsen om dit wetenschappelijk onderzoek te stimuleren. Men moet het UWV doen inzien dat het onmenselijk is om cliënten met een burnout aan het werk te drammen. Men moet zorgverzekeraars verplichten om behandeling of begeleiding bij burnout te vergoeden.
De Wet Verbetering Poortwachter moet worden aangepast. Werknemers die een burnout hebben blijven alleen maar langduriger ziek wanneer ze voortdurend onder druk worden gezet om op het werk te komen opdagen, reïntegratieplannen te maken, “alvast wat mailtjes te gaan lezen”, en elke zes weken te moeten verschijnen bij een arbo-arts. Werkgevers moeten werknemers met een burnout met rust laten en al helemaal niet dreigen met sancties, want dan duurt de burnout alleen maar langer.
Burnout is een zeer veel voorkomende aandoening. Het hebben van burnout klachten (het stadium voordat de echte burnout begint) komt nóg veel vaker voor. Dit kost de samenleving miljoenen. Het maakt mij verdrietig dat je als patiënt in een zwart gat terecht komt zodra je burnout begint. Je kan niets meer en wil geholpen worden, maar moet verplicht medoen met een lange zoektocht in een donker woud, waar eigenlijk niemand het juiste antwoord geeft.
Volgende keer
Volgende keer: het UWV is opeens superlief.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.