#192: De lange weg naar herstel
De zomer van 2021 is bijna voorbij. Er was geen zomer, er was regen. Toch ben ik een beetje bruin geworden want ik kom elke dag wel een half uur buiten. Even wandelen op de dijk. Lopend naar de supermarkt in het dorp en weer terug. Lopen is lekker en gezond, ook al heb ik er niet elke keer zin in.
De laatste tijd ga ik flink vooruit. Nou ja, ik voel me niet echt lekker, maar het gaat minder slecht. En als ik mezelf belast dan krijg ik vrijwel geen heftige terugvallen meer. Dat is dus echt al veel beter maar het vóelt niet als beter. Ik heb ook minder te schrijven als ik aan een nieuwe blogpost begin.
Ook werk ik elke dag wel op de computer aan mijn eigen projecten. Soms een paar uur, soms de halve dag, soms weer een dag niet. Het gaat met ups en downs. Mijn lichaam is niet betrouwbaar. Ik krijg soms duizelingen, angsten en huilbuien, maar soms ook weer niet. Zoals ik al eerder schreef: de lichamelijke klachten zijn niet zo zeer afhankelijk van wát ik doe, maar meer van hoe lang ik iets doe.
Vooruitgang
Maar het is dus wel vooruitgang, want ik kan soms wel 4 tot 6 uur werken zonder daarvan negatieve gevolgen te ondervinden. Dat is al heel wat. En met “werken” bedoel ik dan zonder druk, zonder deadlines, zonder klanten, zonder baas en zonder verdere eisen.
Ook kan ik wat meer lezen. Interessante, niet al te lange artikelen op het internet of stripboeken. Ik raak dan niet meer zo gauw overprikkeld en ik raak ook mijn concentratie niet meer kwijt. Ik heb meer dan vier jaar lang maar weinig kunnen lezen omdat ik na 1 pagina al volledig de draad kwijt was.
Een gemiddelde verzekeringsarts zou nu concluderen dat ik volledig kan functioneren, ware het niet dat mijn kop nog steeds als een blok beton aanvoelt, ik zelf duizelig en zeer vermoeid ben, en me belabberd voel. Maar inderdaad, ik kan wel dingen doen. Dat is erg fijn, want het neemt de uitzichtloosheid van de burnout een beetje weg.
Alle buren om mij heen zijn ofwel op vakantie ofwel ze zijn alweer terug. De scholen gaan bijna weer open. Ik vraag me af of ik nu al zover hersteld ben dat ik zelf op vakantie zou kunnen gaan.
Mijn laatste vakantie was anderhalf jaar geleden, toen ik met de trein naar Zwitserland ging (zie blog #123). Ik raakte zo overprikkeld van de reis dat ik na één dag al weer terugging, trillend en huilend. Het duurde een week voordat ik weer een beetje hersteld was. Zou ik nu inmiddels wél weer wat langer kunnen reizen?
Onverwachts komt er een kleine oefening. Ik ga naar een uitvaart in Zoetermeer, wat 200 kilometer bij mij vandaan is want ik woon in Noord-Oost Friesland. Het lijkt me een rustige actvititeit met niet al te veel mensen, en het autorijden gaat steeds beter. Ik reken op 2,5 uur reistijd want ik moet tussendoor de elektrische auto nog opladen. Ideaal voor als je moeite hebt met het hanteren van je eigen grenzen en het nemen van genoeg pauzes: koop een elektrische auto met een kleine actieradius. Je moet dan steeds verplicht pauzes nemen voor het opladen.
De heenreis gaat prima en de uitvaart ook. Ik heb weinig extra angsten of duizelingen. Ik voel me wel oké. Maar op de terugreis komen er onverwachte tegenslagen.
Omweg
De TomTom stuurt mij naar de afsluitdijk, maar ergens ter hoogte van Amsterdam zegt hij opeens dat ik van de snelweg af moet en daarmee 44 minuten zal besparen. Er blijkt een enorme file te staan op de Afsluitdijk en ik kan beter via de Flevopolder naar huis gaan. Het is nog meer dan twee uur rijden vanaf waar ik nu ben, maar ja.
Dus, ik ga Hengelo volgen en rijd helemaal onder Amsterdam door naar de Flevopolder. Shit, ik moet alweer de auto opladen. In Almere laad ik op en ga ik weer verder naar het Oosten. Maar opeens zegt de TomTom weer dat ik rechtsomkeert moet maken. Huh? WTF? Ik kan een uur sneller thuis zijn als ik per direct via de Houtribdijk alsnog naar Noord-Holland ga en alsnog over de Afsluitdijk rijd. Say what? Waarom?
Ik stop en ga maar even op internet kijken want volgens mij is de TomTom gek geworden. Maar de Ketelbrug tussen Flevoland en de Noord-Oost polder blijkt opeens afgesloten te zijn. Wil ik naar Friesland dan moet ik nu gigantisch omrijden via Overrijssel. Alsnog over de afsluitdijk gaan is dan toch stukken sneller.
Dus ik keer weer om en ga weer naar de Afsluitdijk. Tegen de tijd dat ik bij Wieringerwerf ben (bijna bij de Afsluitdijk) zegt de TomTom dat het nog steeds 2 uur rijden is naar huis. Er is namelijk opnieuw een gigantische file ontstaan op de Afsluitdijk.
Leuk man, in Friesland wonen, behalve als de Afsluitdijk en de Ketelbrug het niet meer doen, dan zit je vast in de Randstad. Ik ga maar eten in het bekende Van der Valk restaurant in de hoop dat de file daarna wat minder is.
Een lange dag
In totaal ben ik vijf uur bezig met de terugweg, inclusief oplaadpauzes, lunch en eten. Ik ben dus 9 uur actief op de hele dag, waarvan 1 uur uitvaart en 1 uur kletsen met mensen. In wezen was dit dus een gewone werkdag. Het is een wonder dat ik nog leef.
Ik ga meteen naar bed als ik om 20:30 thuis ben. Ik heb niet zo veel last van extra klachten, maar ik weet dat het soms één of twee dagen kan duren alvorens ik instort na een overbelasting. Maar het valt mee. Ik ben twee dagen wat huilerig en extra duizelig. Ik krijg wat meer gevoelens van aversie (“het is mij te veel”) en angst als ik denk aan nogmaals zo’n lange dag te hebben. Het zijn herkenbare burnoutverschijnselen. Mijn lichaam vertelt me dat ik nu tóch wel weer over de grens ben gegaan.
Ik krijg keelpijn op de derde dag. Jaren geleden, toen ik nog gezond was, was dit voor mij altijd een teken dat ik te moe was. Keelpijn betekent voor mij “je moet nu stoppen en rusten, anders word je ziek!” Ook lukt het me op de derde dag niet meer zo goed om mijn stripboek te lezen. Mijn concentratie wil niet meer en ik kan er niet meer van genieten.
Het is fijn dat ik niet zo veel klachten krijg van een lange werkdag met veel autorijden. Maar ik ben er nog niet. Mijn lichaam geeft me geen instortingen meer, maar nog wel duidelijke signalen dat er nog wel een behoorlijke weg te gaan is. Het duurt een paar dagen voordat ik weer hersteld ben van deze inspanningen, maar ik herstel dus wel. En dat is weer mooie vooruitgang.
Volgende keer
Volgende keer slaat de midlife crisis weer toe.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.