#240: Boekrecensie: Annemarieke Fleming – Je vermoeidheid te lijf

In mei 2022 verscheen het boek “Je vermoeidheid te lijf” van Annemarieke Fleming. In dit boek wordt een praktische methode beschreven om (chronische) vermoeidheid te verminderen en energiereserves op te bouwen bij uitputting.

Officieel is het boek gericht op mensen die chronische aandoeningen hebben of herstellen na kanker of (long-) COVID, maar mijns inziens is er van het boek ook veel te leren voor mensen die een burnout hebben. Ik heb aan de auteur gevraagd waarom burnout vrijwel niet genoemd wordt in het boek. De reden hiervoor is dat burnout officieel geen medische of psychologische diagnose is, en aangezien Fleming GZ Psycholoog is heeft ze dit standpunt aangehouden voor het boek. Op haar website wordt inmiddels wel gemeld dat het boek mogelijk inzetbaar is bij burnout.

Mijn eigen definitie voor burnout is “lichamelijke uitputting ten gevolge van langdurige overbelasting”, en voor deze boekrecensie ga ik daar dan ook van uit.

(Advertentie)

Wetenschappelijk

In het eerste gedeelte van “Je vermoeidheid te lijf” wordt besproken wat er allemaal in het lichaam gebeurt wanneer er sprake is van vermoeidheid of uitputting, welke soorten vermoeidheid er zijn en hoe het stressresponssysteem werkt. De eerste 100 pagina’s zijn vooral medisch wetenschappelijk geschreven en bevatten dus nogal wat moeilijke woorden en beschrijvingen. Fleming wijst er op dat de daadwerkelijke praktische methode voor het te lijf gaan van de vermoeidheid pas in het tweede gedeelte van het boek te vinden is, maar dat het tóch aan te bevelen is om het beginstuk ook te lezen.

Een tip die ik kan geven om door het eerste gedeelte heen te komen is alle moeilijke woorden niet op te gaan zoeken, maar te negeren. Zelfs dán krijg je langzaam een goed beeld van de processen in het lichaam die vermoeidheid, energie en stress regelen en kan je de ingewikkelde onderzoeken en gebruikte wetenschappelijke methoden gewoon vergeten.

Als je in een burnout zit wil je natuurlijk liever helemaal niks lezen en meteen de praktische tips gaan uitvoeren. Toch ben ik het wel met de auteur eens dat je wel degelijk ook de theorie van activiteit, rust, slaap en energieopbouw een beetje moet kennen, want het kan veel nieuwe inzichten geven in hoe je lichaam werkt.

Veel mensen, inclusief gezonde, hebben namelijk geen idee hoe belangrijk rust en slaap zijn en wat het met het lichaam doet als je uitgeput raakt. Je voelt je dan niet alleen maar moe, zo blijkt uit het boek, maar tal van andere lichamelijke en geestelijke problemen kunnen ontstaan. Deze kunnen vervolgens worden opgelost door op de juiste manier voldoende rust en slaap te introduceren.

Je vermoeidheid te lijf
foto: ©2022 kakikhebeenburnout.nl

Liggend rusten

Fleming neemt het (mijns inziens vrij unieke) standpunt in dat álles een activiteit is, behalve liggend rusten met de ogen dicht. Op de bank zitten met een theetje is dus niet rusten, maar een activiteit. Lekker douchen met een muziekje, in de tuin zitten en een blog lezen en bijvoorbeeld bij de bushalte op je telefoon kijken zijn allemaal activiteiten en dus géén rust.

Pas wanneer je ligt met de ogen dicht gaan er processen in het lichaam van start die daadwerkelijk herstellende functies hebben en de opbouw van reserves mogelijk maken. Het boek wijst er daarbij op dat liggend rusten óók voor gezonde mensen een goed idee is. Zo deden de oude Romeinen al dutjes, zes uur na het ontwaken.

In onze huidige tijd zetten veel behandelaars in op het opbouwen van de conditie of belastbaarheid van de patiënt, maar nooit gewoon op slapen, aldus Fleming. En dat terwijl juist slapen (en liggend rusten) goed is voor het voorkómen en herstellen van veel lichamelijke en geestelijke problemen.

Herkenning

Voor burnouters is in het eerste deel van het boek een hoop (h)erkenning te vinden. Zo wordt besproken dat het lichaam permanent “aan” kan staan en dat het dan lastig is om weer “uit” te gaan. Ook wordt gesproken over het voelen van onrust en gejaagdheid zodra je rust neemt; het lichaam protesteert dan omdat het niet meer gewend is om normaal tot rust te komen. Zeer herkenbaar.

Er wordt uitgelegd hoe stress kan leiden tot uitputting en dat de stressrespons van het lichaam dan langdurig in de war kan zijn of helemaal niet meer stopt. Dit zijn aspecten die bij burnout ook veelvuldig voorkomen, naast de “gewone” uitputting en vermoeidheid.

Als Fleming schrijft over haar eigen lichamelijke klachten -ten gevolge van long-COVID- is er één arts die aanvankelijk denkt dat ze een burnout heeft. Haar klachten deden wat mij betreft ook volledig aan burnout denken. En daarom is het boek ook zo interessant voor mensen met een burnout. Of je nou uitgeput bent door long-COVID, een kankerbehandeling of langdurige overbelasting maakt niet uit. Uitputting is uitputting.

Elders wordt nog gesproken over een loodgieter die de hele dag niets eet en niet naar de WC gaat omdat hij zó hard doorwerkt dat hij de signalen van zijn lichaam niet meer aanvoelt. Als dat geen burnouters aanspreekt dan weet ik het ook niet meer.

De OR-Methode

Zijn we door het eerste deel heengekomen dan komen de daadwerkelijke praktische tips voor het opbouwen van energiereserves. Deze zijn veel leesbaarder en duidelijk beschreven. De OR-methode (Opbouw Reserves) die Fleming heeft ontwikkeld houdt in dat de patiënt op vaste momenten liggend gaat rusten, ongeacht wat men aan het doen is of wat de lichamelijke klachten op dat moment zijn.

Zo moet je een planning maken voor je rustmomenten; op vaste tijden moet er liggend worden gerust, 15 tot 20 minuten lang. Je hoeft niet per sé in slaap te vallen, maar je móet liggen met je ogen dicht. Een zacht muziekje erbij mag nog net van Fleming, maar liever niet.

De rustmomenten moeten altijd worden genomen, ook al ben je op dat moment helemaal niet moe of heb je geen klachten; het gaat er juist om dat er op vaste tijden ALTIJD gerust wordt. Wat je aan het doen bent op dat moment moet worden onderbroken, of je moet je activiteiten om de rustmomenten heen plannen.

Natuurlijk denk je als lezer dan meteen dat dit onmogelijk is of allerlei problemen oplevert qua werk, kinderen, verplichtingen, etc. En hoe kan je nou gaan liggen als je op kantoor bent of ergens op bezoek? Het boek besteedt dan ook ruime aandacht om alle beren op de weg te overwinnen om zo goed mogelijk de vaste rustmomenten in het leven te implementeren. Elk mogelijk scenario dat het uitvoeren van de methode tegenwerkt wordt onderuit gehaald; na het lezen weet je precies hoe je alles het beste kan aanpakken.

Er wordt ook een manier uitgelegd waarop je kan meten hoe vermoeid je op een bepaald moment bent. Houd je dit enige tijd bij in een lijstje, dan kan je na enkele weken zien of je vermoeidheid meer of minder aan het worden is. Op basis daarvan kan je minder of meer rustmomenten nemen door de “actieve” tijd tussen de rustmomenten langer of korter te maken. De rustmomenten zelf duren altijd 15 to 20 minuten; het enige dat verandert mag worden is de “actieve” tijd tussen de rustmomenten in.

De activiteiten die je allemaal doet als je NIET aan het rusten bent worden in de OR-methode niet beperkt; je mag alles doen wat je wil, zolang je de rustmomenten maar aanhoudt. Heb je een burnout dan zou ik de activiteiten wel degelijk beperken: niet werken, zoveel mogelijk ontprikkelen, stressvolle situaties uit het leven verwijderen, etc. Uiteraard is het boek niet gericht op burnoutpatiënten dus daarmee moet je wel rekening houden als je het leest.

Langer dan 20 minuten rusten is bij de OR-methode niet toegestaan omdat dat een negatieve invloed kan hebben op de gewone nachtrust. Middagdutjes mogen alleen bijzondere situaties worden gedaan. In geval van burnout zou ik het prima vinden (op basis van wat het CSR centrum zegt bijvoorbeeld) als je soms langer dan 20 minuten ligt of slaapt en zijn middagdutjes van harte aan te bevelen (zoals bijvoorbeeld dokter Ellis voorschrijft). Iemand die de OR-methode wil gebruiken bij burnout kan op dit punt dus in twijfel raken.

Andere tips

Naast de OR-methode bevat het boek nog veel andere tips. In een uitgebreid stuk over slaaphygiëne bijvoorbeeld leren we dat TV kijken in bed lang niet zo slecht voor je slaap is als op je telefoon kijken. Over lichaamsbeweging wordt uitgelegd waarom buiten bewegen (in de natuur of in de stad) beter voor je is dan binnen, en zo zijn er nog meer algemene tips die rust en herstel bevorderen.

Een apart hoofdstuk gaat over het “aan” staan en niet meer “uit” kunnen. Hoe dit in stand wordt gehouden en hoe je het kan doorbreken. Dit is essentiële informatie als je een burnout hebt en niet tot rust kan komen. De gedragspatronen die beschreven worden bij de cirkel van het “altijd maar doorgaan” zijn overduidelijk herkenbaar als je (bijna) in een burnout zit. Het enige dat ik mis in het hoofdstuk is het volgende: wat als je activiteit / werk nou gewoon echt heel leuk is, en dat je enthousiasme de reden is dat je niet kan stoppen?

Over voeding wordt in het boek slechts kort gesproken; er wordt zo ongeveer gezegd dat voeding niet echt veel invloed heeft op het slaap/rust systeem en de opbouw van reserves. Ik denk dat veel mensen het hier niet mee eens zullen zijn maar Fleming is dan ook psycholoog en dit valt buiten haar vakgebied.

Over medicatie wordt gezegd dat het gebruik van pammetjes wordt afgeraden (terecht mijns inziens want je kan dan niet meer voelen hoe het met je gaat). Het boek is ook kritisch over antidepressiva, vooral wanneer ze alleen als symptoombestrijding worden toegepast. Met beide kan ik het alleen maar eens zijn, behalve misschien in de crisisperiode van burnout wanneer slapen totaal onmogelijk is. Maar nogmaals: het boek is niet bedoeld voor burnoutpatiënten.

Conclusie

Het boek geeft een uitgebreide handleiding voor het opbouwen van energiereserves met een methode voor liggend rusten. Het eerste gedeelte is moeilijk om te lezen maar bewijst in elk geval dat de methode geen onzin is en daadwerkelijk een wetenschappelijke basis heeft.

De praktische informatie is helder geschreven en alle valkuilen worden uitgelegd en opgelost. Dit deel van het boek is dan ook het interessantste om te lezen, alhoewel de theorie ook van belang is om te begrijpen hoe het lichaam werkt.

Het zou misschien beter zijn geweest als Fleming het wetenschappelijke gedeelte meer als “populair wetenschappelijk” had beschreven voor een groter publiek, of als ze twee boeken had geschreven: één als handvest voor collega-behandelaars en één voor de “gewoone mensch” die probeert van vermoeidheid af te komen.

(Advertentie)

Het boek is desondanks een aanrader; er zijn veel te weinig boeken die het nemen van voldoende slaap en rust als belangrijk voor de gezondheid aanduiden. “Je vermoeidheid te lijf” brengt daar verandering in. (We kennen natuurlijk “Rust in uitvoering” van Alex Soojung-Kim Pang maar daar houdt het dan ook zo’n beetje mee op.)

De OR-methode is zo flexibel dat zelfs gezonde mensen er baat bij zouden kunnen hebben: minder stress, energie op peil houden en gezond blijven door écht te begrijpen hoe rust en slaap de gezondheid kunnen beïnvloeden.

Voor burnoutpatiënten is het boek enorm interessant om nou eindelijk eens te snappen hoe je om moet gaan met rust en slaap, uit die hoge versnelling kan komen en het “altijd aan staan” kan aanpakken. Burnout behandelaars en -coaches zouden mijns inziens enorme stukken uit dit boek kunnen en móeten meenemen in hun aanpak. Niet alleen maar praten over je werk en joggen in het bos dus, maar uitgebreide rust- en slaapcoaching als essentiëel onderdeel van de behandeling.

Volgende keer

Volgende keer verschijnen er enkele problemen die mijn rust verstoren.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.