#327: Ik merk vooruitgang

Eind april 2024, de lente komt er aan. Lammetjes lopen al weer buiten en ik heb de eerste halve gare al weer zien lopen met een korte broek en sandalen, ook al is het nog maar dertien graden. Ik zit al een tijdje aan het begin van het 4-fasen herstelprogramma van Ellis, en ik stagneer soms. Ik heb elke dag wel weer verstoringen die ervoor zorgen dat ik niet volledig uitrust, of dat ik mezelf ga prikkelen of anderszins belast.

Dat is redelijk klote. Ik slaap nog steeds maar vier of vijf uur per nacht maar het is in elk geval wel meer dan de twee tot drie uur waarmee ik begon. Zo nu en dan heb ik een nacht van zes uur. Zodra ik wakker word bonst en gonst mijn kop. Het zijn een soort angst/overprikkeling/stressverschijnselen maar ik kan niet zo goed zeggen wat nou precies.

Het is moeilijk

Soms verkloot ik mezelf omdat het moeilijk is om daadwerkelijk te leven “als een koe in de wei”, zoals Ellis dat noemt. Je mag volgens zijn programma naar wolken, natuur, schilderijen, fotoboeken en andere slome dingen kijken, zolang het maar geen inspanning voor de hersenen is. Maar ja, het leven gaat ook gewoon door en je moet allerlei shit regelen, je kletst eens met een buur, er gaat iets kapot of wat dan ook. Kortom: de hele dag rondlopen als een kneusje dat alleen maar naar de wolken kijkt blijkt zeer moeilijk te realiseren.

(Advertentie)

Wat wel lukt is dat ik elke dag 90 minuten een middagslaap doe. Dat moet eigenlijk twee uur zijn volgens Ellis maar dat hou ik niet vol. Anderhalf uur voelt prettig voor mij, twee uur voelt niet goed. Als ik zou slapen zou het geen probleem zijn, maar ik slaap niet en lig alleen maar in bed. Wel word ik soms heerlijk sloom en moe van het liggen, en dat is goed en het ontprikkelt. Ik word dus echt wel een beetje een koe in de wei als ik zo lig, en dat is mooi. In het begin had ik nooit zin om na de lunch naar bed te gaan, nu begin ik ernaar te verlangen. Dit staat ook in het boek en klopt bij mij dus ook. Mooi zo.

Ik heb elke drie weken telefonisch contact met Ellis. Normaal gesproken duurt elke fase van zijn programma vier weken maar ik ben een nogal een ernstig geval en bovendien lukt het me slecht om me écht aan de regels te houden. Ik ga langzaam wel de goede kant op, maar ik zit nog niet echt “in de flow”. Wat zou het toch heerlijk zijn om dagenlang kalm en rustig te zijn en een beetje sloom rond te hangen. Misschien gaat dat makkelijker als het échte lekkere weer er aankomt en ik zelf ook een halve gare met een korte broek word (zonder sandalen).

Licht tuinieren mag ook van Ellis.
foto: ©2024 kakikhebeenburnout.nl

Ondanks de worstelingen merk ik toch een vooruitgang. Als ik me wél een dagje aan de regels weet te houden ben ik in bed ook kalmer en slaap ik beter. En ik krijg wat meer energie. Het is niet veel, maar het is wel écht waar. Ik zie dat vooral als ik opsta, ga douchen, me aankleed en ga ontbijten. Ik gooi dan meestal nog wat dingen in de wasmand en maak mijn bed even netjes. Het is in totaal misschien tien minuten activiteit, maar voorheen stond ik daarbij te hijgen.

Langzaam merk ik dat ik niet meer sta te hijgen. Ik doe deze dingen gewoon op een normale manier. Het zuchten en steunen wordt minder, ik voel me wat minder een bejaarde. Het lijkt er dus op dat ik wat minder uitgeput ben. Ook zakt mijn blokhoofd / rothoofd steeds vaker wat weg. Hoera!

De buurman

Net als ik wat rustige dagen heb gehad wordt mijn overbuurman opnieuw onwel. Het is een oudere man die slecht ter been is. Onlangs moesten wij hem al opvangen toen hij door zijn benen zakte en nu gaat het weer mis. Zijn dochter, die bij hem in woont, is aan de andere kant van het land en belt me op. Ze kan haar vader niet meer bereiken. Tja, ik heb geen energie maar je gaat toch gewoon kijken. Ik kan geen nee zeggen, en terecht, want samen met een andere buurvrouw (die de sleutel blijkt te hebben) treffen we de buurman op de grond aan in zijn slaapkamer. Hij leeft nog wel maar is ernstig onderkoeld omdat hij de hele nacht op de grond lag. Hij kon niet meer opstaan.

In de dagen erna gaat het steeds slechter met hem. Zijn dochter komt thuis en regelt verder allerlei zaken, terwijl mijn andere buurvrouw (die van de sleutel) hem in de tussentijd verzorgd heeft. Ikzelf raak steeds verder vermoeid. Vanuit mijn woonkamer heb ik voortdurend uitzicht op mijn buurman. Ik vind het zo sneu voor hem en zijn dochter. Ik moet steeds vaker huilen en mijn kleine beetje energie raakt weer op. Ik zou natuurlijk kunnen zeggen:“die buurman is iemand anders, ik ben er niet verantwoordelijk voor. Ik moet voor mezelf zorgen en niet voor hem.” Als dezelfde problemen twee straten verderop zouden spelen dan zou ik het niet weten en er dus ook geen last van hebben. Ik moet de buurman eigenlijk loslaten, maar zodra ik uit het raam kijk zie ik hem zitten op zijn bank; een heel aardige man die nog minder kan dan ik en regelmatig op de grond flikkert. Ik kán het probleem niet negeren; het is er gewoon.

Op een middag plof ik na een rondje fietsen neer op mijn bank. Ik ben diep, diep vermoeid. Het voelt nu alsof er twee molenstenen op mij liggen in plaats van één. Dan verschijnt er een ambulance die de buurman afvoert naar het ziekenhuis. Ik ga zitten op een bankje voor het huis en moet huilen. Er komen allerlei buren en kinderen kijken. Dag buurman. Hij wilde altijd zo graag met mij uit eten maar ik heb dat afgehouden totdat ik hersteld zou zijn. Restaurants zijn te druk voor mij.

(Advertentie)

Een kleindochter van een andere buur komt naast me zitten op het bankje. Ze is vijf jaar oud en snapt niet goed wat er gebeurt. Ze slaat haar armen om mij heen alsof ze mij wil troosten, of juist zichzelf. Wat een pluizebollig hoofdje heeft ze. Ik pak haar vast en weet dat het goed komt, ook met mij. Ik laat niet aan haar merken dat ik moet huilen. Ze voelt het.

In de dagen erna ga ik liggen op de bank en geef me volledig over aan mijn uitputting. Zelden heb ik me zó moe gevoeld als nu. Maar toch is dat een vooruitgang. Bij het herstel van burnout (of na een terugval) ben je eerst gespannen, dan onrustig en dan moe. Pas daarna ga je herstellen. De moeheid komt dus veel later dan je denkt. De moeheid komt pas als je lang genoeg stopt met alles. Als je de spanning hebt laten zakken. Als alles voorbij is en er eindelijk ruimte komt voor rust. Ik leef nu al vrij lang in onrust waardoor de moeheid maar niet kon komen. Alles komt er nu uit bij mij, en dat is goed. Doodmoe worden tijdens een burnout betekent dat je aan het herstellen bent.

Het duurt een paar dagen maar mijn moeheid zakt uiteindelijk af. Ik ga weer terug naar normaal, ik ga weer terug naar het herstelprogramma. Ik ga wat beter slapen, de buurman wordt verzorgd en het pluizebolletje huppelt weer rond in de straat. Alles is een klein vooruitgangetje.

Volgende keer

Volgende keer probeer ik mijn slaapproblemen op te lossen.

Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram of Threads.