#342: De tweede burnout-paradox: bij de juiste maatregelen kunnen klachten erger worden
Waar je niet zo vaak iets over hoort of leest is dat wij in staat zijn om onze eigen lichamelijke signalen te verzachten of te onderdrukken door ons in te spannen. Niet alleen normale signalen zoals vermoeidheid, honger of dorst kunnen worden tegengehouden; ook klachten zoals hoofdpijn, buikpijn of duizeligheid. Dit onderdrukken van lichamelijke signalen is een belangrijk onderdeel van ons zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel doet dit van nature om te kunnen overleven. Hierdoor kunnen we in geval van nood opeens ongekend goed functioneren. Als we moeten vluchten uit een gevaarlijk situatie dan zijn we daartoe in staat, zelfs als we gewond, ziek of zwak zijn. Het zenuwstelsel zorgt ervoor dat de signalen van ons lichaam worden tegengehouden totdat het gevaar weer geweken is en daardoor kunnen we ons een tijdlang inspannen zonder dat we pijn, vermoeidheid of andere problemen voelen. Dit alles wordt mede mogelijke gemaakt door adrenaline.
Overlevingsmechanisme
In de dagelijkse praktijk maakt bijna iedereen, inclusief gezonde mensen, wel eens gebruik van dit mechanisme. Je kan soms best eens lekker lang doorgaan met werken zonder dat je merkt dat je honger hebt, naar de WC moet of hoofdpijn hebt. Of je kan bijvoorbeeld de hele avond dansen zonder dat je vermoeidheid voelt. Je begint pas wat te voelen zodra je stopt.
Lichamelijke signalen verschijnen meestal pas ná de inspanningen als het zenuwstelsel tot rust komt. Niet iedereen zal dit direct herkennen maar als je erop gaat letten zal je bijvoorbeeld regelmatig kunnen merken dat je opeens honger voelt of aandrang om naar de WC te gaan op het moment dat je een pauze neemt, terwijl dit niet gebeurde toen je nog geconcentreerd aan het werk was. Hetzelfde gebeurt met emoties. Deze komen meestal pas naar voren als je tot rust komt; als je ergens bent waar geen activiteiten en prikkels zijn, bijvoorbeeld als je even alleen in de auto zit of in bed ligt.
Om deze reden wordt er bij mindfulness en meditatie vaak de aandacht gevestigd op het lichaam. Bij een bodyscan ga je alle delen van je lichaam even langs om je ervan bewust te worden wat er speelt. Sommige mensen merken pas op dat moment dat ze moe zijn, ergens trillen, pijn hebben, jeuk hebben en dat soort dingen, terwijl deze zaken er soms niet lijken te zijn als men weer doorgaat met activiteiten.
Momenten van even ademhalen, rust nemen, of “eventjes helemaal niks” zijn precies de momenten waarop lichamelijke signalen van zich laten horen omdat ze door inspanningen worden tegengehouden. Activiteit kan dus lichamelijke signalen onderdrukken en dat kunnen wij gebruiken om te presteren. Er zijn bijvoorbeeld mensen die elke dag extra vroeg opstaan om vóór het werk naar de sportschool te gaan. Omdat de adrenaline een lange tijd in het lichaam blijft hangen zal een verfrissend, energiek gevoel verschijnen en eventuele vermoeidheid worden tegengehouden.

foto: ©2025 kakikhebeenburnout.nl
Je kan lichamelijke problemen dus redelijk goed bedekken door almaar door te blijven gaan met jezelf te activeren of belasten en dit kan je best lang volhouden. Hiervoor worden soms allerlei excuses gebruikt zoals “Ik blijf liever doorwerken als ik ziek ben want anders voelt het zo rot” of “als ik hoofdpijn heb ga ik gewoon wat doen dan is het meestel sneller weg.” Het blokkeren van de signalen van je lichaam is echter op de lange termijn geen goed idee.
Het kan zelfs een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van een burnout omdat het een contra-intuïtief mechanisme is. Waarom zou je immers stoppen met jezelf (over)belasten als je niks aan je lichaam opmerkt? Waarom zou je klachten en vermoeidheid niet wegpoetsen met activiteiten of sporten? Het is toch juist mooi dat je niet zo veel voelt als je keihard aan het werk bent? Dat een burnout vaak enorm onverwachts toeslaat is hierdoor goed te begrijpen; als je niks voelt dan kan je gewoon doorgaan en zolang je gewoon doorgaat voel je niet zo veel.
Burnouters zijn soms zijn zó gewend om door te gaan of in de “aan” stand te blijven staan dat ze deze actieve stand zijn gaan prefereren en daarmee een meester zijn geworden in het negeren van de eigen lichamelijke signalen. Hierdoor zal het uiteindelijk zelfs vervelend gaan aanvoelen om te ontspannen omdat er dan te veel klachten of vermoeidheid naar boven komen.
Rusten (wat goed voor je is) kan uiteindelijk enorm rot aanvoelen en gewoon doorgaan (wat slecht voor je is) voelt goed. Je zit nu in een omgekeerde wereld. Dit leidt ons naar de tweede burnout-paradox: je klachten kunnen erger worden als je de juiste maatregelen neemt en juist minder worden als je het verkeerde doet.
Extra klachten bij rust en ontspanning
Vanwege deze paradox moet je op een hele andere manier gaan aankijken tegen het herstel dan je aanvankelijk zou verwachten. In plaats van te strijden tegen je klachten moet je ze juist aanvaarden en omarmen. Laat de klachten dus toe, laat ze er zijn en laat ze gaan; je lichaam komt er niet voor niets mee. Net zoals de opgekropte emoties kunnen ook lichamelijke signalen opgespaard worden en ze komen pas naar buiten zodra daar ruimte voor ontstaat. Door je schrap te zetten kan je ze tegenhouden maar het is veel beter om dat juist helemaal niet te doen.
Zodra je stopt met werken, jezelf met rust laat en eindelijk in een soort leegte terecht komt zal je dus kunnen merken dat de klachten in de eerste periode toenemen. Dit is heel normaal omdat je dan gestopt bent met het wegstoppen ervan en je lichaam nu de ruimte heeft om ze te uiten. Minder doen leidt dus in het begin van een burnout vaak tot méér klachten en dat kan enorm verwarrend zijn: hoe kan het dat alles nu erger wordt terwijl je juist rustig aan probeert te doen?
Hiermee hebben wij meteen een verklaring voor het algemeen bekende advies:“je moet nooit gaan niksen bij een burnout want dan wordt het alleen maar erger”. Daar zit een kern van waarheid in; je klachten kunnen inderdaad toenemen zodra je rust gaat nemen maar dat is juist een goed teken. Het geeft aan dat je je lichaam eindelijk voldoende tijd en ruimte geeft om alles eruit te gooien. Het bijbehorende advies om “nooit te gaan niksen” is echter misleidend; er moet toch écht gestopt worden met activiteiten en belastingen, niet alleen om energie op te laden en de spanning te laten zakken maar ook om je lichaam nou eindelijk eens even te laten doen wat het van nature wil doen.
Je klachten bijhouden
Het lastige van deze paradox is dat je niet aan de hoeveelheid klachten kan voelen hoe goed of hoe slecht het eigenlijk met je gaat. Als je de goede kant op gaat zou je immers méér klachten kunnen krijgen en andersom. Omdat de klachten bij burnout ook nog eens vrij willekeurig kunnen zijn is er vaak geen peil op te trekken. Dit is één van de aspecten die burnout zo lastig maken, met name in de eerste fase vlak nadat je bent ingestort.
Het bijhouden van lijstjes met daarin de klachten die je hebt en wat je op dat moment aan het doen was kan dus nogal misleidend zijn. Je kan bijvoorbeeld niet zomaar concluderen dat de hoofdpijn die je na het stofzuigen voelt ook daadwerkelijk door het stofzuigen komt. Ook kan je niet concluderen dat als je hoofdpijn tijdens het stofzuigen juist minder is geworden dat stofzuigen dan een helpende activiteit is om je burnout op te lossen.
Sommige mensen kunnen nogal obsessief bezig gaan met de klachten en zoeken fanatiek naar activiteiten waarvan de klachten lijken af te nemen. Het idee is dan dat je daarvan zoveel mogelijk moet gaan doen. Dit werkt echter niet. Het onderdrukken van klachten wordt helaas nogal vaak ingezet als manier om de burnout te “genezen”. Sommige behandelaars zullen hun cliënt of patiënt aanmoedigen om flink te gaan sporten, het werk weer op te pakken, leuke uitstapjes te gaan doen of andere activerende maatregelen te nemen om van de burnout af te komen. Dit zal inderdaad een positief effect kunnen hebben op de klachten; deze kunnen verminderen of zelfs verdwijnen tijdens de inspanningen. Dat hiermee de bestaande uitputting, overbelasting en overprikkeling niet worden opgelost wordt daarmee vergeten.
Doe de test
Gelukkig kan je eenvoudig testen of de tweede burnout-paradox bij jou van toepassing is. Je kan dit doen door het nemen van échte rust: ga even met je ogen dicht zitten of liggen in stilte. Geen muziek of TV, geen telefoon of apps, en ook geen andere mensen bij je in de kamer. Ga ook niet mediteren of andere oefeningen doen. Doe gewoon helemaal niets en wacht een minuutje of tien terwijl je je ogen dicht blijft houden.
Voel nu wat je lichaam doet; krijg je nu duizelingen, een bonkend hoofd, buikpijn, hoofdpijn, angsten, hartkloppingen, zweetaanvallen, een vermoeid gevoel, spierschokken, slapte, een gevoel van ongemak of malaise, of andere rare verschijnselen? Worden deze klachten vervolgens minder of gaan ze zelfs helemaal weg als je gaat werken, kletsen, autorijden, TV kijken, op je telefoon scrollen, sporten of andere activiteiten? Dan is de tweede burnout-paradox een feit.
Deze paradox maakt het moeilijk om te weten of je nou aan het herstellen bent of niet. Het kan erop lijken dat alles steeds erger wordt terwijl je dan -écht waar- juist op de goede weg bent en aan het herstellen bent. De kalmte komt vanzelf na de storm en het is van belang om de storm niet tegen te houden. Je moet even door de klachten heen zonder ze te willen bestrijden, en daarna zal alles een stuk beter worden.
Je hoeft overigens niet bang te zijn dat er iets mis met je is of dat je een afwijking hebt als blijkt dat de tweede burnout-paradox bij jou van toepassing is. Dit is namelijk precies hoe je zenuwstelsel hoort te werken. Het enige dat je hoeft te doen is stoppen met jezelf belasten. Aanvaard je klachten en laat ze langzaam voorbijgaan. Het toelaten van de lichamelijke signalen is hier de boodschap. Vecht er in elk geval niet tegen (zie de eerste burnout-paradox) en wees gerust dat ze uiteindelijk zullen verdwijnen.
Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram.
Volgende keer: mijn aller aller aller laatste persoonlijke update.