#344: Waarom mijn burnout 9 jaar duurde

Vorige keer schreef ik dat mijn burnout eindelijk voorbij was. Eerder schreef ik al enkele keren dat er regelmatig best wel herstel was, maar ook steeds weer dezelfde soort terugvallen verschenen waarbij alles telkens weer opnieuw leek te beginnen. Hetzelfde domme riedeltje dat zich steeds herhaalde was als volgt:

  1. Hee, ik voel me wat beter, laat ik weer eens wat hobby’s of werk oppakken.
  2. Hee, het gaat best lekker zo.
  3. Hee, ik krijg helemaal geen extra klachten als ik steeds meer ga doen.
  4. Hee, een keiharde terugval.

Ik begon met deze cyclus ongeveer twee jaar nadat de burnout begon. In die eerste twee jaren herstelde mijn burnout totaal niet en werd eigenlijk alleen maar erger. Dit was logisch en te verklaren omdat mijn leven destijds nog vol zat met eindeloze zaken die alleen maar spanning en onrust opleverden. Mijn vader werd dement en overleed, waarbij ik zorg moest leveren. Ik kreeg per ongeluk een relatie (in een poging om mijn sociale leven langzaam wat op te bouwen) maar dat ging na een jaar weer uit omdat ik veel te veel aan de slag ging met háár stressvolle problemen in plaats van met mijn eigen burnout.

Het UWV

Ook raakte ik mijn baan kwijt en begon ik langzaam steeds minder geld te hebben. Ik was verwikkeld in een enorme strijd met het UWV die toch écht bleven volhouden dat ik 40 uur per week zou moeten kunnen werken terwijl ik amper naar de Albert Heijn kon. Deze was 50 meter verderop was en ik deed huilend boodschappen omdat de kassapiepjes mij te veel waren en daarna stortte ik neer op de bank maar ja… dat is geen reden om aan te nemen dat je niet fulltime kan werken natuurlijk.

(Advertentie)

Ik wapperde van de ziektewet naar de WW en weer terug. De ene verzekeringsarts na de andere maakte mijn bloed aan het koken. De vele bezwaarprocedures en mijn woede waren zo heftig dat ik letterlijk ernstige paniekaanvallen kreeg als er een envelop in de brievenbus verscheen met het UWV-logo erop. En dat was twee keer per week.

Rust bij de Waddenzee.
foto: ©2024 kakikhebeenburnout.nl

Na het eerste jaar had ik mij er al bij neergelegd dat het nog wel eens lang zou kunnen gaan duren. Ik was uiteraard al aan de slag gegaan met allerlei behandelingen en therapieën, en zaken als yoga en meditatie, maar eigenlijk niets hielp. De spanning was véél te hoog en de uitputting was véél te diep; niets bracht verlichting. Meerdere huisartsen, psychologen en coaches, hapto en fysio konden mij niet verlossen. Ik was een té ernstig geval. En eindeloze hoeveelheden onderzoekjes natuurlijk maar nee hoor meneer, u heeft niets en u bent kerngezond.

Gelukkig was ik uiteindelijk van mijn baan af, gelukkig ging mijn relatie uit en gelukkig ging mijn vader dood. Dat mag je natuurlijk allemaal niet hardop zeggen, maar ondanks alle pijn en het maandenlange verdriet was dit op één of andere manier ook heel erg opluchtend. Ik kon nu opnieuw gaan beginnen. Er was eindelijk rust en plotseling, na twee jaar, stopte mijn lichaam met trillen. Ik had 24 uur per dag van binnen en van buiten getrild en nu was het weg. Plop! Ik trilde niet meer. Voor het eerst kwam er wat kalmering en ontspanning.

Nadat de oorlog met het UWV was afgelopen en ik een kleine winst had behaald door nét op het nippertje het oordeel te krijgen dat ik in de WIA mocht kwam er nog wat extra rust, alhoewel mijn inkomen na een jaar zo laag zou worden dat het op bijstandsniveau terecht kwam. Ik kon eerst nog wel een tijdje met mijn spaargeld doen maar naar mate de maanden verstreken moest ik toch gaan nadenken over het verkopen van mijn huis.

Terugvallen

Er was regelmatig wel een beetje herstel maar de cyclus van terugvallen die ik hierboven beschreef was nu van start gegaan. Steeds maar iets proberen, me eigenlijk best goed voelen en dan weer instorten. Dit gebeurde aanvankelijk één keer per twee weken maar langzaam werd het steeds minder vaak en ook steeds minder heftig. Dat was dus vooruitgang!

Ik verhuisde van Haarlem naar een dorp Friesland alwaar ik een jaar moest klussen en wennen aan alles en iedereen. Ik had allemaal geweldige nieuwe buren die mij overal mee hielpen en ik genoot van de kerkklok, de vogeltjes en de bloembakjes aan de schattige huisjes. Maar ik had ook angstaanvallen, was nog steeds uitgeput en het voelde soms alsof mijn huis helemaal niet mijn huis was.

Ook deed ik er zes maanden over om mijn antidepressiva af te bouwen. Omdat mijn herstel nog steeds niet voldoende was dacht ik dat het medicijn de oorzaak was. Ik had immers alle stressfactoren uit mijn leven verwijderd: mijn huis was afbetaald, ik had geen schulden, ik had geen klanten of baas meer, alles was kalm en prettig maar nog steeds kwam het herstel niet écht van de grond. Het afbouwen was een hel waarin ik verschrikkelijke klachten had en nachten doormaakte waarin mijn bed zo kletsnat was van het zweet dat er gewoon een plasje in bleef staan.

Nu ook dit was afgerond was er niets meer in mijn leven dat verstorend was, dat stress opleverde of waar ik me zorgen over maakte. Ik leefde na vijf jaar als een vorst in Friesland met een WIA-uitkering van 1100 euro netto, maar het lukte allemaal goed. En dan maar weer proberen: als ik me wat lekker voel een beetje gaan doen. En dan steeds meer gaan doen. En dan weer instorten met de meest verschrikkelijke klachten en slaapproblemen.

Gedurende een jaar of drie ben ik meerdere malen afgevoerd naar de huisarts of de spoedeisende hulp. Keiharde steken op de borst, keihard bonkend hoofd, dusdanig duizelig dat ik niet meer kon lopen. En dat leek allemaal soms best onverwacht. Ik merkte niet echt dat ik uitgeput of overbelast was, maar ik was dat allebei stiekem wél.

Zenuwstelsel

En daar komt het zenuwstelsel kijken. Vanwege trauma en emotionele verwaarlozing in mijn jeugd heb ik een zenuwstelsel dat permanent in een gespannen toestand verkeert. De fight or flight stand staat al mijn hele leven al een klein beetje “aan”. Kalmeren kan ik al mijn hele leven niet echt goed en ik weet eigenlijk niet hoe échte ontspanning aanvoelt. Ook heb ik al mijn hele leven vermoeidheidsklachten gehad, van puberteit tot studietijd tot werktijd. Ik vond zowel studeren als werken als uitgaan en gezelligheid altijd dodelijk vermoeiend maar toch deed ik het allemaal.

Als het lichaam in de “aan” stand staat dan worden normale lichamelijke signalen onderdrukt. Je voelt niet meer of je moe bent, of je naar de WC moet of dat je honger hebt. Sta je permanent “aan” en ga je nooit meer “uit”, dan kan je dus op de automatische piloot doorgaan en keihard over je grenzen heen gaan zonder het goed te merken.

Doe dat lang genoeg en je stort neer met een burnout. En als je al een burnout had, dan kom je zo telkens weer in een terugval terecht waarbij elke behandelaar zich afvraagt hoe dat nou toch kan. Zij geven dan telkens weer hetzelfde advies: ga vooral niet niks doen, ga wel iets doen, en doe dan steeds een beetje meer. Opbouwen en activeren dus, want stel je toch eens voor dat je je lichaam de kans geeft om eens “uit” te gaan staan.

Als je in elkaar zit zoals ik, en dus grote moeite hebt met ontspannen (een ligbad met een kaarsje werkt niet, in het zonnetje met een kopje thee werkt niet, een paard knuffelen werkt niet, ontspanningsoefeningen werken niet, ademhalingsoefeningen werken niet, massages werken niet, zenuwstelseloefeningen werken niet, yoga en meditatie werken niet, supplementen werken niet) dan kan je je eigen batterij eeuwig blijven uitputten omdat je voortdurend een beetje “aan” staat zonder dat je dat in de gaten hebt.

Hersenuitputting

En zo gingen de maanden voorbij waarbij ik uiteindelijk elk kwartaal zo’n beetje terugviel en weer opnieuw kon beginnen met hetzelfde domme riedeltje. En zo werd ik steeds een jaar ouder zonder hersteld te zijn, tot ik de volgende dingen ontdekte:

  1. Rusten is iets anders dan jezelf met rust laten en je moet het állebei op de juiste manier doen.
  2. Rusten is iets anders dan slapen en je moet het allebei op de juiste manier doen.
  3. Een burnout is hoofdzakelijk een hersenuitputting en als je je hersenen met rust laat dan komt ook de rest van je lichaam uiteindelijk vanzelf tot rust. (Ontprikkelen is dus essentieel.)
  4. Kalmeren (ontspannen) is essentieel om je batterij op te laden. Zonder kalmering krijg je er nauwelijks energie bij.
  5. Trauma en onverwerkte emoties zorgen ervoor dat je zenuwstelsel niet (goed) kan kalmeren en dus moet je daar mee aan de slag. Een burnout zorgt er namelijk óók voor dat je zenuwstelsel niet (goed) kan kalmeren en als je dat bovenop het trauma plakt dan zit je dus met twee dingen die ervoor zorgen dat je niet kalmeert.

Ik was zo ongeveer zeven jaar aan het klooien en pas de afgelopen anderhalf tot twee jaar kwam de verlossing dankzij deze inzichten, die ik onder andere kreeg door de boeken van Annemarieke Fleming, Ernst Ellis, Pete Walker en Brankele Frank.

Daarnaast kwam ik tot de ontdekking dat het helemaal niet zo zeldzaam is om in een burnout terecht te komen die jarenlang door blijft sudderen en nooit écht herstelt. Veel mensen zijn weliswaar op zeker moment weer aan het werk maar hun batterij is snel leeg, klachten komen regelmatig terug en de burnout blijft aanhoudend een beetje onder het oppervlak aanwezig. Toch kunnen deze mensen uiteindelijk herstellen en dat gaf mij hoop.

Zit je dus al lang in een burnout, hou dan vol! Er is zeker altijd hoop en het kan zeker altijd beter, ook al worstel je al tergend lang.

Verdere uitleg over de bovenstaande vijf punten zal ik in de toekomst ergens gaan opschrijven.

Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram.