#264: Nog even wat extra positief denken
Het is nu kerstochtend 2022 en ik lig in bed. Ik heb slecht geslapen want ik heb met de buren een lichtjestocht gelopen langs het kerstverhaal, geacteerd door bewoners van het dorp. Ik ben niet gelovig maar toch is het best een mooi verhaal en het was een leuke sociale activiteit. Daarna heb ik Blackadder’s Christmas Carol gekeken (dat doe ik elk jaar met kerst) en daarna nog wat berichtjes gestuurd naar vrienden.
Al deze prikkels waren natuurlijk eigenlijk te veel voor me, maar ja, het is kerstmis. Even wat leuke dingen doen. Helaas kon ik maar vier uurtjes slapen hierdoor; mijn kop is te druk en ik val niet meer in slaap. In mijn hoofd ben ik opeens onzeker over mezelf.
Onzeker zijn
Als je bent uitgeput en je hersenen overbelast zijn komen emoties sterker naar voren dan normaal. Ik verzin in mijn hoofd zonder reden dat niemand me nog leuk vindt. Dat ik voor lul sta als ik een grapje probeer te maken. Dat mensen mij raar vinden. Zo’n man van 50 zonder vrouw en kinderen die maar een beetje niks zit te doen achter de geraniums, hoewel ik geen geraniums heb.
De kleinkinderen van mijn buurman lijken mij ook opeens maar stom te vinden. Afgelopen zomer renden ze altijd naar me toe en maakte ik grapjes met ze. Nu draaien ze zich om en zeggen ze niks tegen me als ik even aan kom waaien. Het zijn maar kleuters, maar toch denk ik hierdoor nu dat niemand mij meer leuk vindt.
Ik plaatste gisteravond ook nog een leuke herinnering aan vroeger in de WhatsApp vriendengroep. Niemand reageert want iedereen was natuurlijk aan het “kerstavonden” met diner, familie, of andere activiteiten. Maar ik denk nu dat niemand mij leuk vindt omdat er geen reacties komen.
Deze onzekerheid is zo pijnlijk. Het is alsof ik weer een puber ben, op zoek naar validatie. Tijd om dus even weer positief te denken, net zoals in voorgaande blogposts.
Okee, positief denken dus. Wat gaat er goed? Oh ja, gisterochtend was ik in een hyper stand terecht gekomen. Ik stond “aan” en werd helemaal gek van mezelf. Ik was ontzettend druk in mijn hoofd, praatte veel, in mezelf, en mijn kop wilde niet meer rustig worden.
Niets hielp. Huilen, mediteren, even gaan liggen, op de bank zitten. Krantje doorbladeren. Niets. Toen opeens zei ik hardop boos tegen mezelf: “nou godverdomme Martin, nu ga je eens even RUSTIG een kop thee drinken en STOPPEN!”. Alsof ik kwaad een kind corrigeerde. En dat hielp.
Kalmte
Ik slurpte mijn thee en werd opeens helemaal kalm. Ik kon zelfs bijna in slaap vallen, maar dat werkte helaas nèt niet. Maar het was een hele mooie kalmering, een kalmering die ik écht nodig had.
Het positieve hieraan is dat ik duidelijk kon merken dat ik eerst geactiveerd was en dat ik daarna ook duidelijk kon merken dat ik weer “uit” ging. Mijn lichaam is dus écht inderdaad in staat om aan en uit te gaan, en het duurde nu geen drie dagen, maar een paar uur. Eerder ontdekte ik al op welke manier ik nooit goed tot rust kom (zie blog #260), en daar kan ik wat aan doen. Nu heb ik dus ook nog ontdekt dat ik écht wel kan kalmeren.
In de beginjaren van mijn burnout kon ik dagenlang aanstaan, dag en nacht. Nu kan ik binnen een paar uur mezelf tóch kalmeren en weer in de ruststand terecht komen. Het is toch een bizarre indicatie van hoe ontzettend verstoord mijn lichaam is, en is geweest.
Dat ik al jaren aan het ploeteren ben om te kunnen kalmeren. Dat ik eigenlijk niet eens meer wéét hoe kalmeren aanvoelt. Dat ik met weemoed terugverlang naar de tijd dat ik gewoon rustig was en heel simpel in slaap kon vallen als ik gewoon mijn ogen dicht deed.
Maar dit is dus een prachtige stap. Het verschil tussen “aan” en “uit” staan wordt me steeds duidelijker, en ik kan het zelfs een beetje beïnvloeden nu. Als je gezond bent gaat dit allemaal vanzelf; bij een inspanning ga je “aan” en als je dan weer stopt ga je “uit”. Maar bij mij is dit jarenlang één grote puinhoop geweest.
Herstellen
Dit is het antwoord voor mijn herstel. Als ik steeds vaker mezelf aan en uit kan zetten, dan herstel ik. Ik kan dit trainen, door na elke (kleine) activiteit te proberen mezelf weer “uit” te zetten. Het lichaam moet weer in de gaten krijgen dat dit mogelijk is, en dat dit automatisch kan gebeuren.
Opnieuw zie ik in dat burnout het autonome zenuwstelsel in de war schopt. En dat je dat weer in het gareel moet zien te krijgen. Dit heeft niets te maken met “het niet meer zien zitten” of “niet lekker in je vel zitten”. Dit is een ernstige lichamelijke verstoring ten gevolge van uitputting.
Burnout is géén psychische aangelegenheid, maar een lichamelijke aandoening. Het verbaast me dat burnout in het bedrijfsleven nog steeds valt onder de categorie “psychisch verzuim”. Wat een belachelijke onzin is dat.
Ik vraag me hierdoor opnieuw af waarom ik in januari een afspraak bij een psychiater heb. Die doen niets anders dan antidepressiva voorschrijven, is mijn vooroordeel. Ik ben bang om daarmee niets verder te komen. Maar ja, dat is mijn onzekerheid weer die even de kop opsteekt.
Ik kán dus echt lichamelijk herstellen, en dat ga ik het komende jaar doen!
Volgende keer
Volgende keer komt er weer wat herstel.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.