#32: Terugvallen, ze blijven komen
Het is juni 2018. Er zijn nu ongeveer 19 maanden voorbij sinds het begin van mijn burnout. En ongeveer 10 maanden sinds mijn grote terugval van augustus 2017. Ik voel me nog steeds belabberd, maar er zijn wel tekenen van herstel.
Ik slaap beter en mijn dromen (zie blog #31) worden minder heftig. Mijn lichaam is minder zenuwachtig, en ik kan weer soms een uurtje achter de computer zitten om bijvoorbeeld rekeningen te betalen of iets op te zoeken dat concentratie vereist.
Zout
In oktober 2016 heb ik een maand lang geen zout kunnen proeven (zie blog #05). Dat is destijds wel bijna helemaal hersteld maar nog steeds smaakten veel dingen erg flauw. Chips smaakte bijvoorbeeld naar karton en op het avondeten gooide ik altijd nog wat extra zout.
Maar sinds een maand ongeveer is mijn smaak weer helemaal terug! Dat doet me goed. Allerlei dingen smaken nu weer écht lekker, en ik hoef minder zout overal op te smijten. Ik was bang dat de flauwe smaak de rest van mijn leven zou aanhouden, maar het is nu écht voorbij. Oh wat heerlijk, zo’n zak Enrico Patatas Fritas naturel.
Andere klachten herstellen zich ook langzaam. Het trillen is al een tijdje bijna helemaal weg, en angst- en paniekaanvallen zijn zo goed als verleden tijd. Mooie tekenen van herstel. Mijn “kuthoofd” is nog wel aanwezig, maar een klein beetje minder vaak. Ik ben nog wel veel verdrietig en merk nog steeds dat spanningen in mijn hoofd langzaam oplopen, en dan weer afnemen na een huilbui.
Haperingen
Alles hapert nog wel. Ik vergeet heel vaak van alles en ben totaal niet belastbaar. Dus écht geconcentreerd iets doen geeft meteen weer klachten zoals duizelingen in mijn hoofd. Iets lezen kan wel maar niet te lang want dan gaan alle letters door elkaar of mijn zicht wordt wazig en dan moet ik weer stoppen. Mijn blog schrijven gaat met een half uurtje per keer.
TV kijken gaat wat beter, ik kan nu in de avond een uurtje naar lichte onzin-comedy kijken. Voor het naar bed gaan moet ik nog wel een uur alle rust nemen en elektronische apparaten aan de kant schuiven. Maar ja, dat zou iedereen eigenlijk moeten doen, burnout of niet.
Ik heb het gevoel dat ik langzaam aan het herstellen ben. Dat gevoel wordt helaas steeds onderbroken door een gevoel van lichte wanhoop, vooral als ik weer wat mindere momenten heb. Omdat het gevoel van malaise en de vermoeidheid nog steeds volop aanwezig zijn, voelt het dagelijks leven dus nog steeds beroerd.
Het is lastig om me dan te richten op al die kleine dingetjes die al beter gaan, want in concreto kan ik nog steeds bijna niks en voel ik me niet echt lekker. Het is de hele dag nog steeds een trieste herhaling van “bewegen-eten-rusten” en me zwak voelen.
Wijk ik daarvan af, bijvoorbeeld omdat ik naar de tandarts moet of een andere afspraak heb, dan raak ik verstoord en nemen de klachten weer een dag of twee een beetje toe. Uit mijn ritme gaan wordt nog niet door mijn lichaam geaccepteerd. Uit mijn comfort zone gaan ook niet. Soms fantaseer ik over wat voor werk ik zou willen gaan doen als ik weer beter ben. Of dat ik dan misschien ooit weer samen kan zijn met mijn vriendin. Maar bij zulke gedachten gaat alles meteen weer duizelen in mijn hoofd en word ik onwel.
Ik denk dat ik nog wel een flink aantal maanden nodig heb. Het is nog best afzien, steeds maar niks kunnen, en dan weer huilen, en dan weer op de bank zitten. Maar er is een sprankje hoop. Een heel klein sprankje. Ik heb dit sprankje hard nodig. Als je al zo lang bezig bent dan geloof je bijna niet meer dat je ooit nog beter zal worden. Je kan je niet meer voorstellen hoe het is om gewoon op vakantie te gaan of naar een feestje.
Je ziet mensen om je heen plezier maken of juist ruzie, en je wordt gewoon jaloers dat zij dat wel kunnen zonder onwel te worden en jij niet. Je kan niet bedenken hoe je ooit weer ergens werkt en collega’s hebt en dat je ook echt iets kan toevoegen aan de wereld.
Het is bijna niet meer te geloven hoe iemand anders zonder moeite even de was kan doen en tegelijkertijd op zijn telefoon kijkt of iemand belt. Of hoe mensen met elkaar praten terwijl ze ook de kinderen en hun hond in de gaten houden. Of dat iemand drie afspraken op een dag heeft en ‘s-avonds nog even een terrasje pakt. Hoe krijgen die mensen het voor elkaar? Dat is echt zo ver van mijn bed. Ik word verdrietig als ik er aan denk dat ik dat ooit ook allemaal heb gekund maar nu echt helemaal kwijt ben.
Nou ja, gelukkig gaat het wel wat beter nu.
Aaaaaaaand it’s gone
Ik zit op een avond tevreden op de bank. Tevreden omdat er toch wel tekenen van herstel zijn. Ik heb net die middag de bovenstaande tekst geschreven over de kleine beetjes herstel. Maar opeens gaat alles vanuit het niets duizelen in mijn hoofd. Mijn hartslag bonkt in mijn borst, in mijn hoofd en in mijn benen. Ik moet huilen en word slap. Ik ga liggen op de bank.
Het blijft maar gonzen en duizelen in mijn hoofd. Als ik opsta of rondloop voel ik me dronken, ik wankel een beetje. Godver. Ik wil dit niet. Van mijn psycholoog moet ik denken:”het zal er wel weer bij horen” en het accepteren. Maar het is niet te doen. Ik wil dit niet. Het moet weg! Ik wil niet meer instorten!
Na een uur geduizel en nerveus zijn neem ik 10 mg Oxazepam. Weer een uur later ga ik maar in bed liggen. Het is half acht. De duizelingen worden een beetje gedempt door het middel. Ik val in slaap maar word elke twee uur wakker met een rotgevoel. Wat een nacht. De volgende dag voel ik me weer net als in het begin van mijn burnout. Het voelt alsof ik wéér opnieuw moet beginnen. Maar ik weet gelukkig dat dit niet zo is. Ik weet dat een terugval altijd heel heftig kan voelen, alsof je weer helemaal terug bij af bent.
Dus ik ga na het fietsen in de duinen maar weer op de bank hangen, zonder TV, zonder muziek, zonder computer of iPad, zonder social media, zonder WhatsApp. Ontprikkelen en rusten maar weer. Het helpt wel, ik voel de spanning weer een beetje van me af glijden.
Die terugvallen, ze blijven maar komen. Je zou denken dat het na een tijdje wel langzaam minder wordt of minder heftig. De terugvallen komen nu eens in de vier weken en ze duren een week. Dus het schema dat ik van mijn lichaam voorgeschoteld krijg is nu als volgt: één week naar de klote, drie weken weer opkrabbelen, en herhalen.
Het gekke is dat ik nu niets meer kan bedenken dat mij stress oplevert. Mijn financiën zijn op orde en mijn liefdesverdriet (zie blog …) begint wat milder te worden. Ik doe super rustig aan. Maar waarom val ik nog steeds terug?
”Het zal er wel weer bij horen, het zal er wel weer bij horen,” herhaal ik in mijn hoofd, “Het. Zal. Er. Wel. Weer. Bijhoren.”
Volgende keer
Volgende keer schrijf ik een brief aan mijn burnout.