#62: Ik bel nog een laatste keer met het UWV
Ik heb mijn bezwaarschrift aan het UWV (tegen hun beslissing dat ik geen WIA uitkering kan krijgen, zie blog #57) ingediend. Het UWV adviseert om ook altijd even te bellen zodat ze hun beslissing kunnen uitleggen.
Dat heb ik gedaan, en ik zou teruggebeld worden door de arts die mij “gekeurd” heeft. Maar ze is afwezig en het UWV belt mij netjes dat het wat langer duurt voor ze terugbelt.
De brieven
Ik heb in mijn bezwaar gebruik gemaakt van drie brieven die mijn situatie onderschrijven. Zo schrijft mijn psycholoog dat mijn burnout bijzonder lang duurt en het herstel zeer langzaam gaat. Mijn Werkfit coach (zie blog #40) schrijft over mijn uitputting en te hoge spierspanning, mijn huisarts meldt een verminderde belastbaarheid en vermoedt zelfs een “as-2” persoonlijkheidsstoornis.
De UWV-arts belt me na een aantal dagen inderdaad op en geeft aan dat ik die brieven wel even aan haar mag sturen, en dat ze er dan naar zal kijken. Ze zegt ook dat ik wél alvast moet doorgaan met mijn bezwaarprocedure.
Twee weken later belt ze terug dat ze alles gelezen heeft, maar nog steeds niet vindt dat er een urenbeperking voor mij moet gelden. Ik kan volgens haar nog steeds gewoon 40 uur per week werken, met bepaalde functionele en sociale beperkingen…
Ik haal een keer diep adem.
Dapper weerstand bieden
Als een superheld in een Japans anime-gevecht bundel ik alle moed en energie die ik in het diepst van mijn lichaam kan opwekken, en vuur ik alles wat ik heb op haar af.
Ik argumenteer dat ik niet eens kan stofzuigen zonder daarna een half uur uitgeput en kapot te zijn. Ik leg uit dat ik nog maar nét een boodschap kan doen of even kan wandelen, en dan weer een uur met mijn ogen dicht moet liggen. Ik vertel dat mijn hoofd gonst en bonst, dat ik niet kan nadenken, dat ik totaal niet belastbaar ben. Dat ik duizelig en uitgeput ben en alles me te veel is. Dat ik doodop ben als ik een half uurtje achter de computer zit. Dat zij nota bene een arts is en zou moeten weten dat een burnout soms drie maanden duurt, en soms vijf jaar. Dat ze onredelijk is, en onjuist oordeelt. Dat drie uur per week werken mij wel mogelijk lijkt, maar dat veertig uur werken echt absurd is.
Ze zegt:“we gaan hier niet uitkomen,” in een poging mijn argumenten te stoppen. Maar ik ga door.
Dat mijn Werkfit coach, nota bene geregeld én betaald door het UWV, aangeeft dat ik maar maximaal 20 minuten achter elkaar dingen mag doen en dan weer een half uur rust in acht moet nemen. Dat het met kleine, kleine stapjes moet gaan. Dat ik er ook niks aan kan doen dat het zo lang duurt. Dat ik het eerste jaar herstel heb verspeeld omdat mijn voormalige baas en de arbo-arts mij onder druk gezet hebben om veel te veel te gaan doen.
Ze zegt weer:“we gaan hier niet uitkomen,” want ze heeft geen verdere argumenten. Maar ik ga door.
Dat het mijn herstel zeer ernstig negatief beïnvloedt als ik nu 40 uur zou gaan werken. Dat ik nu door haar oordeel de WW in moet en dan allerlei verplichtingen krijg die mijn stress alleen maar verhogen. Ik ga zo maar door, maar ze is niet ontvankelijk voor mijn verhaal.
Nee hoor, want ze geeft met een slome, ongeïnteresseerde stem aan dat ze een “objectief medisch oordeel” moet geven en dat mijn klachten “subjectief” zijn. Ja, fucking DUH, klachten bij burnout zijn altijd subjectief! Duizelingen, gonzende kop, angst en paniek, herstel- en slaapproblemen, gebrek aan energie en belastbaarheid, dat zie je allemaal niet aan de buitenkant en kan je nauwelijks meten. Maar dat betekent niet dat ze er niet zijn.
Opmerkelijk is dat ze op basis van diezelfde subjectieve klachten wél functionele en sociale beperkingen ziet, maar géén urenbeperking. Want dan opeens zijn mijn klachten niet meetbaar. En dus ben ik maar 34,6% arbeidsongeschikt, en dus krijg ik geen WIA uitkering. Want ondanks de subjectiviteit van mijn klachten kunnen ze wél tot één cijfer achter de komma nauwkeurig berekenen hoe arbeidsongeschikt ik ben.
Ik sta op schelden
Ondertussen probeer ik mezelf in te houden. In mijn gedachten komen woorden zoals “klote”, “tering-UWV”, “oplichtster”, “nep-arts”, “waardeloze homp vlees”, “zure lap” en “kutwijf” naar boven. Ik zeg ze gelukkig niet hardop; ik blijf gewoon beleefd en vriendelijk.
Ik blijf godverdomme natuurlijk gewoon weer fucking vriendelijk terwijl ik van binnen aan het koken ben.
Ik blijf godverdomme ALTIJD fucking vriendelijk als ik van binnen aan het koken ben.
Ik kan me opeens heel goed voorstellen dat het UWV te maken heeft met veel agressie. Natuurlijk zitten daar rotte appels tussen maar zo ben ik helemaal niet, ik ben bijna nooit boos en al helemaal nooit agressief*. Dat is ook waarschijnlijk de reden waarom ik een burnout heb, omdat ik mezelf altijd maar inhoud. Maar serieus, nu ontplof ik bijna.
Wat oneerlijk, wat een onrecht. Wat een fucking klote-arts. Heeft elke arts niet een eed afgelegd waarin beloofd wordt dat het belang van de patiënt altijd voorop staat? Ik doe al twee jaar mijn best om te herstellen, en het UWV vindt mijn herstelgedrag “adequaat”. Maar nee, na zo’n lange tijd ziek zijn móet er volgens de arts wel sprake zijn van herstel. En dus kan ik fulltime werken.
Godverdomme…
godverdomme…
ik kook van woede…
ik geef het op.
Ik zeg tegen haar dat ik het werkelijk, werkelijk belachelijk vind hoe ze tot haar oordeel komt en dat het idioot is dat ze vindt dat ik 40 uur kan werken terwijl ik al instort van een beetje stofzuigen.
Op dat moment voel ik toch écht een flinke scheldaanval in me opkomen die bijna over mijn lippen vliegt. Ik sluit het gesprek vlug en vriendelijk af, bedank haar voor het terugbellen en ik hang op, nog nét op tijd. In een fractie van een seconde kijk ik nog even of de telefoon wel écht goed aangeeft “call ended” en ik barst in vloeken uit. “Godverdomme, godverdomme, godverdomme…” schreeuw ik hard.
Welnu, normaal gesproken gebruik ik nóóit het woord “kanker” in mijn dagelijkse conversatie (in tegenstelling tot de moderne petjesjeugd die alles maar “kk” vindt) maar nu schiet het vijf keer achter elkaar uit mijn mond. Daarna begin ik als een kind te huilen.
Ik heb mijn best gedaan
Na vijf minuten huilen, schelden en tieren kalmeer ik weer een beetje. “Goed zo, Martin,” zeg ik tegen mezelf, “het is niet gelukt, maar je bent assertief geweest, je hebt al je energie gegeven, en bent beleefd gebleven.” Ik neem een glas water en ga kapot op de bank liggen.
Na enkele dagen ontvang ik een brief van het UWV waarin ze bevestigen dat ze mijn bezwaarschrift hebben ontvangen. En dat ze er zes maanden over mogen doen om tot een nieuwe beslissing te komen. Zes maanden! Of course! Tuurlijk! Zes maanden. Dan gaat mijn WW-tijd lekker alvast tellen, wat in hun voordeel is, en zij gaan op hun dooie gemak eens kijken wat ze gaan antwoorden.
Ik ga dus nu de WW in, en ik laat het maar verder rusten. Wie dan leeft, die dan zorgt. Ik ga alvast proberen te wennen aan het idee dat ik nu vier keer per maand zal moeten gaan solliciteren op werk dat ik niet wil hebben en niet eens aankan omdat ik ziek ben.
En zo kom ik in een morele twist met mezelf. Moet ik nepsollicitaties gaan sturen en net doen alsof ik gezond ben? Moet ik bij het solliciteren gaan aangeven dat ik een burnout heb en me na een paar dagen waarschijnlijk meteen weer ziek zal melden? Moet ik me maar meteen ziek melden bij het UWV, en dan weer opnieuw naar een keuringsarts gaan, en dan weer in bezwaar gaan etc. etc. etc.?
Fuck it. Ik weet het even niet. Ik laat het rusten en ga maar weer in het bos wandelen in een poging te bedaren.
* ik ben drie keer in mijn leven agressief geweest, maar nooit tegen mensen. Eén keer was ik woedend op mijn computer en brak ik mijn grote teen omdat ik hard tegen mijn stoel trapte. Een andere keer heb ik met mijn vuisten een toetsenbord kapot geslagen omdat ik woedend was… op mijn computer. En de laatste keer, zes jaar geleden, heb ik een laptop op de grond gesmeten en kapot gestampt en een nieuwe gekocht omdat hij na uren, urenlange pogingen nog steeds niet deed wat ik wilde.
Volgende keer
Volgende keer kan ik maar niet lekker zitten op mijn nieuwe meubelen waar ik zo lang op heb gewacht.