#65: Veel uren maken betekent NIET dat je hard werkt (deel 1)

Vandaag wat aandacht voor werken. Werken is goed, werken is belangrijk. Werken is leuk, werken is mooi. Veel mensen roepen ook dat ze “hard werken”. En dat dat belangrijk is, en goed.

Ik ben het daarmee eens, maar wat “hard werken” precies is dat vertelt men er nooit bij. Bijna iedereen denkt namelijk dat “veel uren maken” hetzelfde is als “hard werken”. Well, I’ve got news for you: dat is het niet.

Veel uren maken is namelijk de slechtste, minst efficiënte manier van werken en leidt tot kwaliteitsverlies, tijdsverlies, hogere kosten, hoger verzuim, slechtere prestaties en gezondheidsrisico’s.

(Advertentie)

Het idee “meer uren maken = harder werken” is dan ook al bijna 100 jaar oud en daar staan we nooit bij stil. Het wordt nu eens tijd om dit idee af te schaffen.

Hard werken is niet wat je denkt dat het is

Volgens de wettelijke regels mag je in Nederland maximaal 12 uur achter elkaar werken en maximaal 60 uur in een week. Maar dat mag niet elke week. Over een periode van 4 weken mag het 55 uur gemiddeld per week zijn, en over een periode van 16 weken mag je 48 uur gemiddeld per week werken. Ook heb je wettelijk recht op rust.

Je mag dus volgens de wet best 60 uur per week werken, maar niet langer dan 1 week achter elkaar. Die regels zijn er niet om mensen te pesten, maar om mensen te beschermen.

Werk is er altijd. Werk is oneindig. Als je 30 uur per week werkt dan is er de volgende week wéér werk. Als je 60 uur per week werkt dan is er de volgende week… ook wéér werk. Wij laten het werk de tijd opvullen die we er voor nemen. Toch zien wij werk als een “eindig fenomeen” en stoppen we pas als het “klaar” is

Geen rust en vrije tijd nemen leidt altijd tot productiviteitsverlies en dus indirect tot kosten en andere problemen voor jezelf of voor je baas. En dat is niet alleen maar omdat de kans bestaat dat je overspannen raakt of een burnout krijgt. Dat zijn slechts effecten op de lange termijn. Nee, ook op korte termijn, eigenlijk per direct, zijn er al meetbare negatieve gevolgen aan het maken van lange dagen.

Naar mate je meer uren achter elkaar werkt neemt je concentratie af en de kans op fouten toe. Je werkt langzamer en alles wat je doet kost je meer energie dan bij aanvang. Dit gaat allemaal ongemerkt, dus het lijkt voor jou net alsof alles wel prima gaat. Alhoewel, hoeveel mensen zitten niet te gapen en kunnen niets meer volgen of onthouden bij een vergadering na 16:00 in de middag?

Meer uren draaien maakt je niet productiever. De productiviteit van een mens neemt al af na een uur of drie achter elkaar werken, of je het nou wil of niet. Door dan maar meer uren te maken wordt het probleem alleen maar erger. En zo leer je jezelf (en je baas) ook nooit om efficient en handig met je tijd om te gaan, of bijvoorbeeld om prioriteiten te stellen of beter te plannen.. Dit zijn essentiële vaardigheden voor een productief en gezond leven. Werk je ook nog eens chaotisch? Dan vul je de extra gewerkte uren simpelweg op met meer chaos en leer je nooit om gestructureerd te werken.

Meer uren maken leidt niet tot hogere winsten en het zorgt er ook niet voor dat je beter wordt in je werk. Dat blijkt uit talloze onderzoeken. Je kan beter 30 uur per week werken in plaats van 60; je zorgt daarmee dat je efficiënter werkt én je bereikt een hogere productiviteit per gewerkt uur, meer tevredenheid, minder stress en een lager ziekteverzuim.

Dát is pas toewijding, dát is pas professioneel, dát is pas hart voor de zaak. En dát is pas hart voor jezelf, je collega’s, werknemers, je gezondheid en je gezin.

En dit staat nog los van de invloed op je collega’s of werknemers: als je het goede of foute voorbeeld geeft straalt dit ook weer af op de anderen. Part-timers schamen zich soms omdat ze “minder hard werken” dan full-timers. Ik noem dat BULLSHIT, ze werken net zo hard. Fulltimers voelen zich vaak schuldig als andere collega’s wél 60 uur werken en zij “nu al” naar huis gaan. Opnieuw BULLSHIT, het aantal uren dat je werkt zegt niets over je toewijding of hoe hard je werkt.

De collega of baas die 60 uur per week werkt zou zich juist moeten schamen voor zijn destructieve, domme gedrag en zijn slechte voorbeeld.  En voor deze zogenaamde “harde werker’ zelf is er nog een bijkomend effect: als anderen gewend zijn dat hij/zij altijd 60 uur werkt, en hij/zij een keertje “slechts” 40 uur pakt, dan wordt er meteen door anderen gedacht dat hij/zij er maar met de pet naar gooit, geen zin meer heeft of dat hij/zij ziek is. Er is dan namelijk een onwerkelijke verwachting gecreëerd, en die komt keihard terug.

Ik stel bij deze dat het juist omgekeerd is: iemand die besluit om meer dan 40 uur te werken die gooit met de pet naar wat belangrijk en gezond is voor zichzelf, het werk, het bedrijf, de medewerkers, de collega’s en het gezin.

Veel uren maken is eigenlijk maar uiterlijk vertoon (“kijk mij eens hoe goed ik me inzet en hoe hard ik werk”) dan een daadwerkelijke verbetering van je inzet of verhoging van je productiviteit.

“Hard werken” is dus iets anders dan veel uren maken. Maar wat is dan wel “hard werken”? Hard werken is je volledig inzetten om efficiënt en gestructureerd te werken, te delegeren en te prioriteren, het nemen van voldoende rust en ontspanning, en het voorkomen van onhaalbare verwachtingen en het zeggen van: “nee“.

Maar hoe komen wij dan allemaal toch aan het idee dat “hard werken” gelijk staat aan “veel uren maken”?

Koffie, meer koffie. Anders kom je niet op gang.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Minder is meer

De “harde werker” is een oud idee uit de tijd dat iedereen nog arbeider was in de mijnbouw of industrie. Je weet wel, de tijd waarin een auto nog op een koets leek en men nog sigaretten rookte op advies van de huisarts.

Als je 80 uur werkte in plaats van 40, dan maakte je twee keer zo veel onderdelen of auto’s. Je haalde twee keer zo veel kolen uit de mijn. En dus werd je gezien als “harde werker”. Maar zo werkt het nu niet meer. Zelfs “gewoon” 40 uur per week werken is een discutabele hoeveelheid. De “acht uur per dag werken maal vijf dagen per week” is namelijk ooit ingevoerd door Henry Ford, de automaker, bijna honderd jaar geleden.

Als destijds de productie omhoog moest, moest iemand simpelweg meer uren maken (of er moesten meer mensen ingezet worden). Het maken van 1 auto onderdeel kostte altijd dezelfde hoeveelheid tijd. Wilde je dus 2 onderdelen maken, dan werkte je 2 keer zo lang.

Tegenwoordig werken wij bijna allemaal met ons brein en niet met onze spierballen. Wij zijn kenniswerkers, we leveren hersencapaciteit, achter de computer, onder toenemende werkdruk en prestatiedrang. Maar als we twee keer zo veel uren werken komt er niet twee keer zo veel resultaat uit, zoals bij de auto onderdelen. Integendeel, het wordt alleen maar minder en slechter; onze hersenen hebben grenzen en die worden zoals gezegd al bereikt na ongeveer 3 uur werken.

En bovendien is “40 uur per week” bedacht door Ford om van het gezeik van de vakbonden af te zijn; het is verder totaal niet gebaseerd op enig wetenschappelijk onderzoek en het is niet afgestemd op wat het individuele menselijk lichaam daadwerkelijk nodig heeft, laat staan wat een kenniswerker anno nu nodig heeft.

En dus verneuken we onszelf, want we vinden dat we “hard moeten werken”. We blijven maar moe en we zijn eigenlijk nooit kalm. We moeten van onszelf blijven rennen en vliegen. We gaan pas naar bed als we vinden dat de dag nu wel klaar is, in plaats van als ons lichaam rust nodig heeft. En dan slapen we wéér niet echt lekker, want we checken vlak voordat het licht uitgaat nog snel even onze e-mail.

En we gaan dus aan de koffie, suiker of voedingssupplementen om “energie” te krijgen als ons lichaam dat niet meer wil. Die energie komt echter niet uit die super-energie-multivitamine-complex, die moet je lichaam zélf opwekken, getriggerd door de stoffen die je inneemt. Je jaagt je lichaam dus op om harder te werken om energie vrij te geven, wat tot (verdere) uitputting leidt.

We gaan aan de slaapmiddelen en alcohol om te slapen als ons lichaam dat niet meer kan. Want al dat gejakker moet ook weer gestaakt worden als we willen slapen. Dus geven we ons lichaam een klap op zijn kop omdat het steeds zo actief is, iets dat we zelf veroorzaakt hebben.

We gaan aan de anti-depressiva of kalmerende middelen want jeetje, waarom heb ik steeds hartkloppingen, gezwollen enkels of zweetaanvallen als ik even tot rust probeer te komen? Die moeten zo snel mogelijk opgelost worden met een pilletje, want er moet gewerkt worden en het kan niet zo zijn dat ons lichaam ons tegenhoudt.

En dan als we éindelijk eens stoppen met het werk dan blijven we nog steeds druk, druk, druk. We refreshen constant onze mailbox, social media, en de kinderen moeten ook van hot naar her vervoerd worden en ALTIJD beziggehouden en ge-entertaind worden want urenlang in het gras liggen en je gewoon vervelen dat mag niet meer. Wij leren onze kinderen dat niksdoen en een beetje lummelen VERBODEN is. Klaargestoomd om altijd onder druk te staan, net zoals wij zelf.

Stoppen, rusten, iets anders doen

Leeuwen slapen tot wel 20 uur per dag en werken maar een paar uurtjes keihard. Dat is optimaal, efficiënt en gezond voor hun lichamelijke mogelijkheden. Ja, ze zijn sterk en kunnen topprestaties leveren. Daarom winnen ze ook wanneer ze omringd worden door 10 hyena’s. Maar daar tegenover staat een enorme hoeveelheid aan rust die ze moeten nemen. Dat is geen luiheid of ambtenarij. Dat is een essentiëel onderdeel van het overlevingsproces.

Zonder de juiste hoeveelheid rust presteren ze de volgende dag slechter. Zonder deze rust raken ze overbelast, gestresst en gaan ze uiteindelijk (eerder) dood. Dat is de natuur, en dat geldt ook voor de mens.

De grootste directeuren, politieke leiders, wetenschappers, sporters en kunstenaars in de geschiedenis werkten meestal “maar” ongeveer zes uur per dag en voor de rest deden ze aan rust-management en ontspanning om de hersenen en het lichaam de gedane inspanning te laten verwerken.

De meest succesvolle mensen uit de geschiedenis stonden dagelijks op de golf- of tennisbaan of wandelden in de natuur. En ze sliepen veel. Dat is geen luiheid of ambtenarij. Dat is, net zoals bij de leeuw, essentiëel om in staat te zijn het werk te verrichten. Rusten en vrije tijd zijn nèt zo belangrijk om te overleven is als het werken zelf.

Het idee dat alles MOET komt voort uit de kapitalistische vrije markt-economie die onze maatschappij voortdrijft. Deze vertelt ons dat alles ALTIJD meer, beter, sneller en groter moet. Meer winst is altijd beter. Meer doen, meer verdienen, meer omzetten, 24 uur per dag draaien, dat is goed. Problemen moeten onmiddellijk worden opgelost en niet maandag pas. Minder mag nooit. Langzamer mag nooit. Kleiner worden mag nooit. Rustiger aan doen mag nooit.

Lekker kalm aan doen en eens een keertje om half vier naar huis gaan vinden we slecht. Laat staan wanneer iemand elke dag om half vier naar huis gaat. Vind je het gek dat burnout de meest voorkomende oorzaak van ziekteverzuim is?

Een leeuw heeft geen behoefte om op een dag opeens twee zebra’s te moeten vangen in plaats van één. En de week daarna drie, en dan vijf omdat hij klanten heeft die er om vragen. En dan een keertje tien, omdat zijn collega ziek is maar de baas toch nog vindt dat hetzelfde werk gedaan moet worden. Of omdat hij mee moet doen aan groei, reorganisatie en winstverwachtingen. Of omdat hij een nieuwe iPhone wil. Hij neemt de rust die de natuur hem voorschrijft, want dat is het beste voor hem om te overleven. Punt.

Papadag

40 uur per week werken wordt na bijna een eeuw nog steeds gezien als “normaal” en “standaard” en “full-time”. En meer doen, dat is hard werken. Wie doorbreekt dit antieke idee? Okee 36 of 32 uur vinden we ook nog wel acceptabel, maar dan moet je wel kinderen hebben of zieke ouders, of andere “verplichtingen”. Gewoon 32 uur werken omdat je een beetje wil lummelen? Dat vinden we maar onzin. Terwijl lummelen juist essentiëel is voor onze ontwikkeling en gezondheid. Zonder lummelen gaan wij, net als dieren, robotachtig en gestresst gedrag vertonen en slechter presteren.

(Advertentie)

Dat doet me denken aan een sollicitatiegesprek dat ik ooit had. Ik gaf aan dat ik graag 32 uur wilde werken. Ik werd raar aangekeken. Men vroeg waarom ik geen 40 uur wilde werken. Ik antwoordde dat ik een “papadag” wilde instellen. Ooooh, dan was het helemaal prima natuurlijk, aldus de vriendelijke HR-mevrouw waarmee ik een gesprek had. Ze vroeg hoe oud mijn kinderen waren. “Ik heb geen kinderen”, antwoordde ik.

Ik moest aan haar uitleggen dat 32 uur werken ook gewoon prima en normaal is als je géén kinderen hebt. En zo zijn wij allemaal zonder er over na te denken nog steeds slaaf van de antieke 40-urige werkweek van Henry Ford. Want dat is normaal, en pas als je langer werkt dan heb je écht hart voor de zaak.

En minder uren maken? Dan werk je dus niet hard. Gelukkig weet ik nu beter.

Volgende keer

Volgende keer de smoezen en tegenargumenten om wél 60 uur per week te gaan werken in deel 2.

Reageren? Dat kan via Instagram.