#110: Een uitgeputte kerst en een nieuw besluit
Het is kerstmis 2019. De laatste dagen ben ik wat wanhopig op zoek geweest naar nieuwe mogelijkheden om te herstellen. Ik ben wel blij met mijn huidige psycholoog, maar wanneer krijg ik nou weer eens energie? Wanneer kan ik nou weer eens ergens tegen?
Al die burnout coaches, herstelprogramma’s en bedrijven die zeggen dat ze je binnen 12 weken weer aan het werk hebben, ik geloof ze gewoon niet (zie ook blog #108). Ik heb al allerlei coaching en behandelingen gehad, heb er al duizenden euro’s aan uitgegeven, en ik doe al drie jaar lang netjes wat er gezegd wordt, maar ehmmmmm, ja hallo?
De adrenaline lijkt gezakt
Omdat ik eind november ben gestopt met trillen (zie blog #105) denk ik dat de eeuwige actieve hyperstand van mijn lichaam er nu mee is opgehouden. Dat is mooi. Maar het nadeel daarvan is dat ik nu veel meer last heb van uitputting, prikkelbaarheid en nergens meer tegen kunnen. Werd ik voorheen nog door de adrenaline aan de gang gehouden, ben ik nu een hoopje niks aan het worden.
Het is natuurlijk fantastisch dat ik niet meer tril en dat de actiemodus van mijn lichaam uit lijkt te zijn gegaan. Dat is echt enorme vooruitgang! Maar het voelt zo veel slechter en miserabeler dan voorheen. Ik heb nu een permanent gevoel van katerigheid, grieperigheid, zwakheid, prikkelbaarheid, raakbaarheid en ziek zijn.
Steeds vaker heb ik duizelingen in mijn hoofd, bijvoorbeeld als ik even de vaatwasser leeghaal, of als ik aan het koken ben. Alles voelt weer als te veel. Ik voel me gelukkig niet meer gejaagd en gehaast; dat is mooi en wijst er ook op dat de adrenalinepomp nu uit staat. Maar ik kan nergens meer tegen, kan niks meer volhouden, en weet van gekkigheid niet meer wat ik moet doen.
Ik bel mijn psycholoog en zij zegt dat ik heeeeel rustig aan moet doen en in elk geval absoluut geen verplichtingen moet aangaan. Feestdagen bijvoorbeeld. Ze zegt dat heel veel normale, gezonde mensen óók kapot gaan van de decembermaand. De dagen zijn het kortst, iedereen doet gezellige en leuke dingen en heeft vakantie, en daar zit jij dan te pruttelen.
Dus: kalm aan, wees lief voor jezelf. Ik zal het proberen. Ik ga lekker niks doen met kerst en vroeg naar bed met oud en nieuw. Ik hoef niks, en mag ook lekkere snoepdingen voor mezelf kopen. Dat laatste zegt mijn psycholoog niet, maar dat zeg ik zelf.
Hijgen
Het valt me op dat ik voortdurend moet hijgen. Ik zet even thee, pak een schoon kopje, gooi het theezakje weg, loop even heen en weer om een koekje erbij te pakken. En bam, ik ben aan het hijgen. Ik lijk nergens meer energie voor te hebben. Ik hijg als ik uit de douche kom, als ik de was gedaan heb, als ik een paar keer achter elkaar opsta. Ik hijg als ik gegeten heb en mijn bord aan het opruimen ben. Ik hijg als ik me aankleed, als ik eventjes ijsbeer in de kamer. Ik heb ademnood, ben uitgeput, en voel me helemaal leeg.
Vanwege de kerst doe ik boodschappen voor vier dagen en ik zeg enkele uitnodigingen van vrienden en mijn zus af. Ik ga dus niks doen met de kerst. Okee, Martin, je kan het. Lekker niks doen. Nou ja “lekker”… dat ga ik proberen.
Kerstmis
Op eerste kerstdag vermaak ik me wel een beetje. Ik kijk wat leuks op YouTube en zit een beetje te internetten. In de avond ga ik koken. Boerenkool met worst, mijn favoriete kerstgerecht. En makkelijk ook nog.
Om 19:00 ben ik wel behoorlijk moe, maar niet uitgeput. Dus ik ga naar bed en kijk daar nog even wat TV. Maar om 21:00 lig ik nog steeds wakker en word ik opeens super nerveus. Angstflitsen vliegen door mijn hoofd en ik lig te trillen in bed. Wat nu weer? Is een beetje YouTube kijken en koken te veel voor me? Hoe kan dit? Waarom word ik opeens idioot gespannen?
De volgende dag ben ik duizelig en zeer vermoeid. Ik ga in de duinen wandelen, gejaagd en nerveus, en daarna plof ik thuis op de stoel. Ik zet thee, en dan trek ik het niet meer. Dit staat er in mijn logboekje:
26 december 2019 – woede en wanhoop. Huilen om de situatie. Klote burnout. Geen toekomst, alles overprikkelt me, alles is me te veel. Uitgeput. Rugpijn is over. In de middag woede en agressie. Suïcidale gedachten. Ik wil dit niet meer. Huilen huilen huilen.
Ik ga uitgeput in bed liggen. Daar krijg ik een super raar gevoel in mijn hoofd, dat het midden houdt tussen in slaap vallen en flauwvallen. Maar ik val niet flauw en ook niet in slaap. Het voelt alsof ik oneindig diep door mijn kussen heen zak en naar beneden val. Ik ben UIT-GE-PUT en NER-VEUS. Na een uur liggen met mijn ogen dicht ga ik er maar weer uit want ik ben zo zenuwachtig. Ik kleed me aan en ga op de bank zitten met thee.
Nou ja, er stond in elk geval “rugpijn is over” in mijn logboekje (zie ook blog #107). Positief blijven.
Derde kerstdag
Op derde kerstdag heb ik een omslagpunt. Ik begin weer met fietsen als eerste activiteit in de ochtend. Dat had ik al een tijd niet gedaan omdat ik al elke ochtend wandelde. Fietsen is iets zwaarder, ik beweeg meer, mijn lichaam moet harder werken. Ik denk dat dat goed is. En dan daarna plat liggen en uitrusten.
Dan komt er opeens een besluit in me op:
Ik besluit om mij vanaf nu volledig over te geven aan mijn moeheid.
Dus: zodra ik moe ben, plat liggen, ogen dicht, zacht muziekje. Niet moeilijk doen over hoe laat het is en of ik dan vanavond nog wel kan slapen. Of dit wel goed is voor me. Of dit mijn ritme niet verstoort. Oprotten met al die regels. Als ik me moe voel ga ik liggen. Zo bedoelt het menselijk lichaam het ook.
En dat gezeur over emotioneel moe zijn of lichamelijk moe zijn. En dat er een verschil is, en dat je er soms gewoon even doorheen moet. Fuck that. Moe is moe, en dus ga ik rusten als ik moe ben. Ik accepteer de moeheid. Ik aanvaard dat ik moe ben en dus niet zo veel kan.
Ik hoef niks. Ik doe vanaf nu alleen nog maar de dingen die ik WIL. En als ik niks WIL dan doe ik dus niks. Ik flikker mijn Bob Ross schilderspullen de kast in, want ik “moest” zo nodig een hobby hebben. Ik pleur de opdrachtjes en lijstjes van mijn psycholoog de prullenbak in. Weg ermee. Ik wil ze niet bijhouden, ik krijg er stress van. Ik wil gewoon rusten en slapen.
In de dagen na de kerst fiets ik in de ochtenden en ga dan op de bank hangen met thee. “Maar moet je niet weer eens wat gaan doen?” denken mijn hersenen. “Nee, rot op!” antwoord ik hardop terug. Ik zie opeens in dat het huidige hoofddoel van mijn leven eigenlijk verkeerd is. Daardoor kom ik tot een tweede besluit:
Ik besluit dat ik me vanaf nu niet meer zal richten op het “weer gaan werken”.
Als je een burnout hebt (of op een andere manier ziek bent) dan denk je als eerste:“ik moet beter worden zodat ik weer kan gaan werken”. En iedereen bevestigt dat. Je moet vooral zoveel mogelijk doen aan herstel zodat dat je “weer wat kan gaan oppakken”. Want dan kan je, als je beter bent, “weer aan het werk”. Ik schaf dat idee bij deze af. Sorry guys. Oké doei!
Werken
Dat gelul over werken. Dat werken belangrijk is, en dat iedereen het moet doen. Maar het is helemaal geen natuurlijke manier van leven voor de mens. Wij moeten van nature eten vergaren, slapen en ons voortplanten. De manier waarop wij dat nu doen is ons aangeleerd. De economie, die we zelf bedacht hebben, met bezit, vrije markt en kapitalisme, schrijft dat aan ons voor. Van kinds af aan leer je al dat je eerst naar school moet om dingen te leren, want anders kan je later niet werken. Dan moet je vakken kiezen, verder leren en studeren. Waarom? Omdat je moet werken.
Iedereen wordt zijn hele kinder-, tiener- en twintigertijd klaarsgestoomd om te gaan deelnemen aan de economie. Want dat moet. Zo is het nou eenmaal. En anders mag je niet meedoen en heb je geen kans in de maatschappij. Dan wordt je een sloeber, verstoten, misschien wel dakloos. De hele maatschappij is erop ingericht om het op deze manier te doen, inclusief de regering en de wetgeving. Er worden zelfs oorlogen gevoerd om onze vrije markt en het kapitalisme in te voeren in landen waar het nog niet gedaan wordt. De Westerse wereld gooit net zo lang bommen tot iedereen mee gaan doen onder en mom van “bevrijding” en het brengen van “democratie”. En ondertussen vernietigen we de aarde, want winst. Het is bijna nog erger dan religie.
Mensen zijn zó bang om daar vanaf te wijken, dat “hard werken” wordt gezien als goed en stoer. Werkgevers sturen op productiviteit versus kosten, maar niet op menselijkheid, rust nemen, of een normaal persoonlijk tempo aanhouden. Economische belangen gaan vóór welzijn, gezondheid, natuur en milieu. Degenen die er aan kapot gaan, zoeken het maar uit. Doordat elk bedrijf móet groeien en winsten móeten stijgen, worden werknemers steeds minder betaald en/of moeten ze steeds meer doen voor hetzelfde geld. Je moet altijd bereikbaar zijn, overwerken of je op andere manieren opofferen. Iedereen moet voor zijn baas tegen deadlines kunnen en een stress-junkie zijn, want hard werken is stoer en goed. Maar niemand kan nog in zijn eentje een huis betalen.
Mensen offeren hun gezondheid en die van hun kinderen op omdat er gewerkt moet worden. Tweeverdieners flikkeren de kids de hele week op de opvang, want anders kan het huis en de auto en de rondreis door Azië niet betaald worden. Gewoon eens even lekker niet werken, dat kán gewoon niet. Je kán toch niet zeggen dat werken onzin is? Iedereen moet werken! Zo is het nou eenmaal! Anders heb je toch geen geld? Hoe kán je nou zeggen dat werken niet belangrijk is? En zo doen we braaf allemaal wat ons verteld is.
Nou, rot maar op. Ik hoef niet te gaan werken. Ik hoef helemaal niks. Als ik écht wil herstellen dan accepteer ik mijn huidige situatie en geef ik me eraan over. Telkens die tijdsdruk, telkens die doelen en mijlpalen die gehaald moeten worden, weg er mee. Ik laat alles los wat “moet”. Ik lijk wel een manager die probeert zichzelf terug aan het werk te managen, tegen de natuur in. Fuck it als ik nooit meer werk. Ik ben liever gezond.
En fuck it als ik in de bijstand terecht kom. Ik zal er wel aan wennen dat ik dan minder geld heb. En dan ga ik op mijn EIGEN tempo herstellen en op mijn EIGEN tempo komt er dan vast wel weer iets op mijn weg dat ik kan gaan doen. En dan op mijn EIGEN tempo verdien ik dan vast wel weer een keer geld om uit de bijstand te gaan. En al die dingen zijn geen harde doelstellingen, maar ze zijn gebaseerd op “laissez faire”, ofwel “laat het beloop zijn beloop hebben”.
En daarmee zal de rest van de wereld het moeten doen, een Martin die zijn eigen pad bewandelt zonder te handelen uit angst of omdat “dingen nou eenmaal moeten”.
Dat is mijn kerstbesluit voor 2019. Dat is hoe ik het vanaf nu ga doen. Ik ben de baas. Ik ben mijn leven. Alles wat “zo hoort” of wat “gebruikelijk is”, fuck it. Ik bepaal wat voor mij goed is, en niemand anders. En als ik daardoor niet meer mee mag doen met onze wervelende, sprankelende, “oh, wat heb ik het toch druk” maatschappij, so be it.
Volgende keer
Volgende keer ga ik van start met deze nieuwe “laissez faire” aanpak.