#19: Of ik Rain Man ben, en mijn nieuwe psycholoog
Ik wil al een tijd lang overstappen naar een andere psycholoog want ik ben niet tevreden over mijn huidige. Zij lijkt maar niet te begrijpen wat er gedaan moet worden bij een burnout. (Zie ook blog #12).
Al eerder heb ik bij haar aangegeven dat ik weg wilde gaan, maar de bijbehorende psychiater heeft me gebeld en uitgelegd dat ik dan van de wachtlijst voor mijn autisme onderzoek (ASS onderzoek) af ga. Ik sta al maanden op die lijst.
Ik mag van de verzekering niet bij twee psychologen tegelijk in behandeling zijn, dus vandaar dat ik eerst helemaal uitgeschreven moet zijn bij de ene partij, als het ASS onderzoek is voltooid. Daarna kan ik van start bij een andere psycholoog.
Ik laat me door de psychiater overtuigen om nog een paar weken te blijven want ik sta op de eerste plaats van de wachtlijst en ben bijna aan de beurt. Eindelijk, na bijna fucking 10 maanden wachtlijst is het zover.
Het onderzoek
Ik moet twee halve dagen tests maken en gesprekken voeren. Daaruit wordt dan een rapport gemaakt. De doorlooptijd hiervan zal drie maanden zijn in verband met de grote drukte. Eerst één testdag, dan een maand later een gespreksdag, en dan minstens een maand later volgt de uitslag pas. Pff wat lang. Nou ja, let’s do it. Ik wil wel eens weten hoe ontzettend Rain Man ik ben.
Allerlei vragen en oefeningen worden door mij beantwoord en ingevuld. Tussendoor praat er een mevrouw met me. Soms acteert ze en probeert ze te achterhalen of ik wel vrienden heb en sociale vaardigheden en zo.
Ik voel me heel zelfverzekerd. Ik heb volgens mezelf helemaal geen autisme spectrum stoornis, ik doe dit onderzoek eigenlijk meer om het uit te sluiten, en omdat ik vind dat mijn vader autistische trekjes heeft. Ik heb zelf veel vrienden en ben empathisch en ik begrijp grapjes en kan sowieso al veel dingen niet goed onthouden. En ik heb ook geen bijzondere interesse in kentekens, getallen of datums. Tot zover mijn naïeve vooroordelen over autisme.
Er worden mij tekeningen en schilderijen getoond en ik moet vertellen wat erin gebeurt en wat de emoties zijn van de mensen die er op afgebeeld staan. Geen enkel probleem. Ik moet ook verhaaltjes lezen die een gekke twist bevatten, zoals bijvoorbeeld over een tuinman die bij een klant tijdens zijn lunchpauze een dutje gaat doen… achter een struik.
Of een man die met een vreemde in een lift staat en dan in de spiegel ziet dat zijn haar niet goed zit. Hij vraagt dan aan die andere man… of hij zijn kammetje even mag lenen. Ik moet dan aangeven of er iets vreemds aan de hand is in die verhaaltjes. Ik moet er om lachen.
Dan moet ik een complex figuur natekenen en er wordt genoteerd in welke volgorde ik dat doe en hoe snel. Na een paar andere oefeningen krijg ik opeens een leeg blaadje voor mijn neus en moet ik het figuur nogmaals tekenen, uit mijn hoofd. Het lukt me nauwelijks.
Tijdens de gespreksdag stelt de vriendelijke mevrouw die het onderzoek doet mij vragen over mijn ouders en jeugd. Of ik vrienden had, gevoelig was. Of ik weet hoe mij geboorte is verlopen, en dat soort zaken.
Ze geeft al gauw aan dat ze niet vermoedt dat er iets met me aan de hand is. Gelukkig maar, en fijn dat het nu bevestigd is dat ik alleen maar een burnout heb en niet autistisch ben. De echte uitslag volgt over een paar maanden pas. Ik heb vertrouwen dat het goed komt.
Mijn nieuwe psycholoog
Ik besteed wat tijd om op het internet om te zoeken naar verhalen en blogs van andere mensen die een burnout hebben en hoe dit verloopt. Ik kan er maar weinig vinden, wat later ook één van de redenen zou worden om zelf te gaan bloggen. Je wil gewoon wel eens lezen hoe kut iemand anders het heeft, of lekkerder nog: dat iemand anders een ergere burnout heeft.
Ik tref een blog aan van een psycholoog in Amsterdam die een heel andere kijk op burnout heeft dan het standaard verhaal. Terwijl er in de meeste gevallen meteen naar emotionele aspecten wordt gekeken en je aan de slag moet om zaken uit het verleden te verwerken, is deze psycholoog van mening dat juist éérst het lichaam moet herstellen als je een burnout hebt.
Een psycholoog die zich op de lichamelijke verstoringen richt, dat spreekt me wel aan. Ik heb immers tal van lichamelijke klachten die weliswaar steeds veranderen maar niet echt weg gaan. En ik heb geen energie. Hoe kan ik ooit “aan de slag gaan met mezelf” als mijn lichaam niet wil?
Zijn verhaal wordt nog eens bevestigd door een artikel van een huisarts uit Doetinchem die ook beschrijft je eerst lichamelijk moet herstellen door veel rust te nemen en weer te kunnen slapen, en dat er pas bij een flinke vooruitgang iets psychologisch gedaan kan worden zoals gesprekstherapie.
Ook het CSR-Centrum schrijft dat burnout ongeveer hetzelfde is als lichamelijke overtraining bij topsporters, en dat bij de reguliere behandeling van burnout meestal helemaal geen rekening wordt gehouden dat juist het líchaam moet herstellen, en de klachten dus niet worden veroorzaakt door psychische factoren.
Burnout is een lichamelijke aandoening
Langzamerhand vind ik steeds meer artikelen en blogs waarin experts en wetenschappers aangeven dat de huidige “multidisciplinaire richtlijn Overspanning en Burnout” eigenlijk helemaal niet voldoet, omdat het zich nauwelijks op het lichaam richt en het vooral als een probleem “tussen de oren” wordt gezien.
En dat is het niet! Dat is het verdomme niet! Ik wil “tussen mijn oren” heel graag werken en leven en leuke dingen doen en actief zijn maar mijn lichaam grijpt steeds in met duizelingen, trillen, angsten, vermoeidheid, slaapproblemen, concentratieproblemen, geheugenproblemen en nog 100 andere dingen. Het is om gek van te worden, ik kan nu na een jaar nog steeds bijna fucking niks!
Ik maak een afspraak met die psycholoog in Amsterdam. Hij is lekker modern: je kan via WhatsApp een afspraak maken. Kijk, dan klinkt al beter dan die stoffige lui waar ik nu in behandeling ben. En er is geen wachttijd. Yes! Zou ik nu eindelijk kunnen gaan herstellen? Zou ik nu eindelijk de juiste hulp kunnen krijgen?
Een afgerond autisme onderzoek en een nieuwe psycholoog. Twee nieuwe grote stappen waarvan ik hoop dat mijn herstel nu verder kan gaan. Ik krijg gelukkig weer enige hoop en de moed om het nog weer een tijdje vol te houden.
Volgende keer
Volgende keer vertel ik over herstel en wanhoop die elkaar steeds afwisselen.