#46: Een rustiger vaarwater?
Na het overlijden van mijn vader volgen enkele heftige dagen. Er moet van alles geregeld worden. Opeens heb ik dagen achter elkaar super veel activiteiten, onregelmatig eten en geen tijd voor boodschappen.
Ik ben bang dat ik hiervan totaal zal instorten, maar dat gebeurt gelukkig niet.
Mega veel prikkels
In de laatste week van mijn vaders leven kreeg ik te horen dat hij sterk achteruit ging. Ik ging naar hem toe en nam afscheid (zie blog #45). Het zag er heel erg zielig uit. Hij kon alleen nog maar trillen en zuchten. Twee dagen later overleed hij. Nu ga ik opnieuw naar hem toe, want ik moet kleren voor hem uitzoeken die hij draagt bij de uitvaart.
Terwijl ik door zijn kast rommel, ligt hij dood in zijn bed. Eindelijk rust, waar hij altijd al zo naar verlangde. Ik durf bijna niet te kijken. In het begin ziet het er angstig en onprettig uit, maar ik wen er aan en begin zelfs tegen hem te praten. Ik vertel hem welke broeken ik mooi vind en welk overhemd ik voor hem uitkies.
Ik maak grapjes over dat ik zijn mooiste, nieuwe kleding uitkies, terwijl dat dan allemaal verbrand zal worden. Zonde! Dat zou pap nooit doen, hij zou zelf iets ouds aangetrokken hebben voor zijn eigen crematie.
De volgende dag komen mijn zus en zwager en moeten we praten met de uitvaartonderneming. Duizend moeilijke vragen worden er gesteld. We lachen af en toe, en we zijn het steeds eens met elkaar over de keuzes die we maken. Weer een dag later komen we opnieuw bij elkaar en moeten we rouwkaarten versturen, muziek uitzoeken, en ik oefen mijn afscheidsrede die ik een week geleden al was gaan schrijven.
Het zijn echt mega veel prikkels. Mijn hoofd kan het niet echt aan en ik word steeds nerveuzer.
De rust keert weer
Maar ik krijg geen terugval. Mijn laatste terugval waarbij ik echt instortte en trillend, zwetend, huilend, en onwel op de bank moest gaan liggen is al bijna twee maanden geleden. Door alle drukte sta ik er eigenlijk niet bij stil, maar dit is heel goed nieuws. Ik neem een paar keer overdag een halve Diazepam om wat rustiger te zijn, maar voor de rest valt het mee.
Ik krijg vier dagen rust voordat de uitvaart is. De uitvaart en condoleance duren twee uur, dus dat valt mee en mijn toespraak is klaar. Alles is geregeld. Ik hoef niets meer te doen. Dus ik ga weer verder met mijn gewone dagritme: Opstaan, zwemmen, uitrusten, lunchen, slapen, wandelen, boodschappen, rusten, avondeten, rusten, slapen. En tussendoor huilen.
Elke dag huil ik een paar keer om mijn vader. En om mezelf, en om mijn vriendin die ik nog steeds mis. Maar alles wordt wat rustiger. Mijn laatste stressfactor, de zorg om mijn vader, is nu weg. Ik heb nu écht niets meer om me zorgen om te maken. Het is verdrietig, maar ook opluchtend.
Ook financieel zit ik nu goed, want er is een kleine erfenis. Ik kan het geld goed gebruiken, en mijn angst dat het UWV me geen of weinig WIA uitkering gaat geven is wat minder.
De uitvaart is zeer prikkelend, er is allerlei familie en er zijn ook wat vrienden van mij. Heel erg lief. Iedereen is lief. Ik moet huilen. Niet zo zeer om papa, maar omdat iedereen zo lief is. Iedereen vindt mijn toespraak mooi. We huilen en lachen. Na afloop ga ik thuis slapen op de bank. Gewoon mijn vaste dagritme meteen maar weer door laten gaan.
Mijn lichaam gaat weer terug naar “normaal”. Dat wil zeggen: mijn hoofd voelt heel rot, ik ben doodmoe en ik heb heel af en toe een beetje een angstgevoel, maar verder niet. Het lijkt erop dat ik het allemaal ga overleven. Het lijkt er zelfs op dat ik aan het herstellen ben.
Ik kom in elk geval in een rustiger vaarwater terecht. Althans, dat hoop ik. Over een week of twee begint mijn Werkfit programma (zie blog #40), en dan kan ik me 100% gaan focussen op mijn herstel. Geen zorgen of angst meer, ik kan nu absoluut tot rust komen en langzaam verder herstellen.
Er is hoop
Ik durf het bijna niet meer te zeggen, maar ik krijg weer wat hoop. Hoop dat mijn burnout verder kan genezen. Hoop dat mijn leven weer normaal kan worden. Hoop dat ik ooit weer gezellig op een terrasje kan zitten, en leuke dingen kan gaan doen, en werk kan gaan zoeken.
Hoop dat ik uit de as zal verrijzen, weer energie krijg, niet meer hoef te huilen, en een normaal, rustig gevoel in mijn hoofd kan krijgen.
Al die hoop was een tijd lang weg, maar hij komt weer een beetje terug. Mijn blog heeft inmiddels een paar honderd volgers, en ik krijg veel steun van mensen die mijn worstelingen herkennen, en er ook uit gekomen zijn.
Hierdoor voel ik me soms beter. Ik krijg ook berichten van mensen met een burnout die er veel erger aan toe zijn dan ikzelf, mensen die net begonnen zijn, en mensen die al weer bijna beter zijn. Allemaal helpen ze me om me een beetje beter te voelen. Ik hoop dat mijn blog iets toevoegt voor hen.
Nog even volhouden dus. Wordt het nog zes of twaalf maanden burnout? Dat weet ik niet, maar ik krijg in elk geval weer hoop. En dat is een hele belangrijke stap vooruit.
Volgende keer
Volgende keer vertel ik over mijn aanvraag voor een WIA-uitkering.