#59: Ik ben helemaal op en vind geen troost meer

Een aantal dagen nadat ik totaal uitgeput ben geraakt (zie blog #58) merk ik opnieuw dat ik lichte angsten heb. Als ik lig en probeer te rusten heb ik trillingen op de borst en mijn hartslag gonst in mijn hoofd.

Als ik opsta, rondloop, of iets ga doen, al is het maar een boterhammetje eten, dan krijg ik af en toe een soort schokgolven in mijn hoofd. Ik word er een beetje bang van, bang dat er iets mis is met mijn hersenen.

Feestdagen, hoera

Maar ik herken ze wel. Deze schokgolven krijg ik altijd als ik overbelast ben. Dat had ik bij mijn vorige burnout ook, ergens in 2004. Het jammere is alleen dat ik ze nu al heb als ik gewoon heen en weer loop of even op mijn telefoon kijk. Het lijkt erop dat ik helemaal niks meer mag van mijn kop.

(Advertentie)

Ik durf dan ook niks meer te doen, behalve op de bank liggen. Ik ben uitgeput, heb een hoofd met schokgolven, en ben nerveus. Dit is dan het resultaat van twee jaar lang rustig aan doen, niet werken, proberen te herstellen, psycholoog, medicijnen, pogingen tot yoga, fietsen, wandelen, in zee zwemmen, mindfulness, het wegnemen van stressfactoren en tot stilstand komen. Het lijkt wel alsof ik weer terug ben bij het begin. Het begin van mijn burnout, toen ik ook bijna niks kon, uitgeput was, en een gonzende kop had.

De wanhoop komt weer terug. Je zou toch zeggen dat je na al die tijd wel weer eens zou moeten merken dat je wat meer kan doen? Of wat langer belastbaar zou kunnen zijn. Of op zijn minst wat meer uitgerust. Maar nee. Moet ik nog twee jaar zo verder? En dan in de bijstand terecht komen? En dan dus mijn huis en auto moeten verkopen? Ik word er bang van.

In paniek bel ik een vriendin van mij op. Ik vertel haar over mijn angsten, en dat ik nu totaal uitgeput ben, een rothoofd heb, en het idee dat ik weer helemaal terug bij af ben. En dat ik nu voor het derde seizoen geen kerst ga vieren, wéér niet ga schaatsen op de ijsbaan (die al weer open is), niet ga skiën en mijn verjaardag niet zal vieren. Want ja, oktober is al weer bijna halverwege, dus het wordt weer donker en koud en er komen allerlei feestdagen aan.

“Feest”dagen die voor mij gewoon net zoals elke andere dag zullen zijn. Opstaan, eten, huilen, wandelen, op de bank liggen, en zulks. De chocoladeletters liggen weer in de winkels, de zwarte-pietendicussie gaat weer eens verder, en buiten gaat men alvast met vuurwerk gooien.

Feestdagen die altijd gevolgd worden door mijn verjaardag op 6 januari, wat elk jaar sowieso al lastig is omdat iedereen het dan zat is om naar feestjes te gaan en eindelijk weer eens rustig aan het nieuwe jaar wil beginnen.

Voorheen moest ik dan ook nog “de beste wensen” zeggen tegen iedere collega of klant die binnen komt lopen. En van die awkward momenten hebben waarop ik me afvroeg:”moet ik deze mevrouw nou drie maal kussen of gewoon alleen een hand geven?” Rot toch op met je beste wensen. Het is een cliché. Je zegt het omdat het zo hoort, niet omdat je me dat oprecht wenst. Nou da’s wel een voordeel dan, dat ik nu geen klanten of collega’s meer heb.

Het telefoongesprek met de vriendin lucht me wel erg op. Ik krijg weer een beetje een positief gevoel. Dat is erg fijn. Ik ben zo blij dat ik soms iemand kan bellen. Ik wil eigenlijk wel elke dag iemand bellen.

De donkere dagen komen er weer aan. Hopelijk wel met sneeuw, want dat vind ik zo prachtig altijd.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Hoe nu verder?

Sommige mensen zeggen:“waarom ga je niet iets leuks doen, of er even tussenuit, of naar een kuuroord speciaal voor burnouts, of naar een totaal andere dokter, of naar een nieuwe psycholoog?” Maar ik kan het allemaal niet. Ik ben nu zo uitgeput en angstig dat ik niet meer te porren ben om iets nieuws te proberen. Ik wil alleen maar rust en niks doen, maar tegelijkertijd wil ik opspringen en naar de Alpen rijden en dansen in de bergen.

Maar dat laatste gaat niet, ik ben al moe als ik even iets uit de koelkast gepakt heb. Ik heb geen zin meer om nieuwe dingen te verzinnen. Ik heb geen puf meer om weer het zoveelste te proberen. Het helpt allemaal toch niet. Ik heb een goede coach (zie blog #50) en die bevestigt dat de moeheid nu toeslaat, dat het normaal is, en dat het erbij hoort.

Ze zegt ook dat ik mezelf niet te veel moet belasten. Alleen licht bewegen. Elk half uur tot drie kwartier even lopen, strekken, bewegen, en daarna weer rusten. Na elke activiteit, zoals boodschappen halen, opstaan of eten maken ook weer langdurig rusten. Dus ik hou me daar maar aan, in de hoop dat het helpt.

Maar bij het rusten verveel ik me zo. TV, social media, WhatsApp, ik doe het allemaal maar 5 minuutjes of zo. Ik wil die prikkels niet meer, want ik ben kapot. Kapot, leeg en op. Ik moet proberen te aanvaarden dat ik een enorme terugval heb maar daarmee ook vooruitgang boek, alhoewel dit niet als vooruitgang te ervaren is.

Ik moet weer accepteren dat ik ziek ben en niks kan. Dat ik patiënt ben, en mijn verwachtingen voor herstel niet te hoog moet leggen. Ik verlies nu langzaam wel mijn zin om dingen te doen. Zou ik depressief worden? Ik hoop het niet. Ik kijk even naar mijn blog. Dit is nummer 59. Dit is de 59e week dat ik aan het bloggen ben. Dat is al meer dan een jaar. Toen ik begon met bloggen had ik nog genoeg energie om te gaan bloggen, en dacht ik dat ik bij blog 25 wel zou kunnen zeggen: “dames en heren, dit is mijn laatste blog, ik ben genezen.”

Fucking hel. Hoe kan het dat ik na meer dan een jaar sinds mijn grote terugval nog steeds niet zoveel verder ben gekomen met mijn burnout?

Is er nog troost?

Terugdenkend is het wel te begrijpen hoor, dat ik weer zover ben teruggevallen. Ik heb me zelf de laatste twee maanden veel te veel overbelast (zie blog #54). Dit was niet allemaal te vermijden, er moesten zaken geregeld worden die niet konden wachten. En ik heb stress gehad van het UWV en allerlei andere zaken.

Maar hoewel het te begrijpen is, voelt het zo rot. Malaise en misère, dat is wat ik voel. Dag en nacht. Ik voel me alleen wat beter als ik Oxazepam of Diazepam neem, en dat neem ik dan ook elke week wel een paar keer. En dus ben ik weer bang dat mijn moeheid daardoor komt, en dat ik ermee moet stoppen.

Dat ik mijn instorting best kan begrijpen is eigenlijk geen troost meer. Dat ik weet dat het ook vast wel weer een keer beter wordt, is geen troost meer. Ik kan nergens meer troost in vinden. Ik ben wanhopig over mijn herstel en over mijn toekomst. Ik verlang zo naar kleine tekenen dat het wat beter met me gaat, maar die tekenen komen niet.

(Advertentie)

Ik kan ook niks meer bedenken om mezelf te troosten. Ja ik heb hulp, en ik heb vrienden. Ik kan nog voor mezelf zorgen, douchen is lekker en het bos ruikt zo fijn. Maar zelfs de kleine positieve dingen troosten me niet meer. Mijn ouders zijn dood, ik heb geen vriendin meer, ik kan niet werken, en ik zie bijna geen herstel. Ik wil zo graag positief denken, en dat lukt me meestal ook wel, maar nu niet meer.

Normaal gesproken probeer ik mijn blogs te eindigen met “maar ja, ik houd weer vol”, of “ik probeer het nu te accepteren”. Maar deze keer niet.

Ik ben op.

Volgende keer

Volgende keer weer wat positievers: deel 2 van mijn ervaringen met CSR coaching.

Reageren? Dat kan via Instagram.