#81: De spanning daalt, de moeheid neemt explosief toe
Begin april 2019. Bijna twee-en-een-half jaar burnout. Ik houd de moed er in, want er verandert veel. Mijn spanning daalt en ik kan beter slapen. De moeheid neemt toe. Oh, wat neemt de moeheid verschrikkelijk toe!
Steeds vaker voel ik me uitgeput en slap. Dood- en doodmoe. Zodra ik wakker word in de ochtend ben ik kapot. Na het douchen ben ik kapot. Na het ontbijten ben ik kapot. Na mijn ochtendwandeling ben ik kapot. Nou ja, je begrijpt het. Ik weet niet of het nou eigenlijk prettig is of niet. Ik denk wel dat het goed is, dat het vooruitgang is. Omdat de spanning daalt, voel ik mijn lichaam weer beter. En dat lichaam is nog steeds doodmoe.
Actief zijn
Ik wil het liefst de hele dag in bed blijven, zo moe ben ik. Maar ik houd me maar aan mijn dagindeling. Ik heb wel grote moeite om de avonden door te komen. Dus ik ga maar tussen 19:30 en 20:00 naar bed en blijf er in tot ergens tussen 08:00-09:00.
Soms ben ik zó moe dat ik om 18:30 naar bed ga. Maar dan ben ik bang dat ik te lang in bed blijf liggen. Mijn nieuwe psycholoog heeft gezegd dat ik eigenlijk op zijn vroegst om 21:00 naar bed moet gaan. En als ik dat niet doe, dat ik dan wel moet uitleggen waarom niet. Nou het lijkt me wel een goede uitleg dat ik de hele dag door ik zo doodmoe ben dat ik nauwelijks overeind kan blijven.
Ik doe maar wel mijn gebruikelijke activiteiten. Wandelen, 20 minuten. Dat was voorheen 40 minuten maar ik kán niet meer. Even achter de computer zitten, dan weer rusten. Na de lunch maar in bed liggen. Ik val niet echt in slaap maar ik doe een mindfulness meditatie met de Calm app en lig daarna 60 tot 90 minuten sloom te wezen. Soms heb ik wat meer energie en een uitgerust gevoel als ik dan weer uit bed ga.
Als ik ondanks de moeheid actief ga doen, dan gaat het weer fout. Doe ik een boodschap, ga ik de auto wassen en daarna even langs een vriend om iets af te geven, dan neemt de spanning meteen weer toe, moet ik hard huilen en is de moeheid weg. De angsten, onrust, spanning in mijn hoofd en het trillen en huilen zijn dan weer volop terug.
En dan duurt het weer een halve dag voordat het weer daalt, en ik weer dodelijk, tergend, dwepend moe ben. Maar op zich is dat vooruitgang, want een jaar geleden duurde het wel 10 dagen voordat spanning daalde na een inspanning.
“Gaat het alweer een beetje beter? vragen vrienden en bekenden wel eens. Nou ja, eigenlijk wel dus, als ik vergelijk met een jaar geleden. Maar ik voel me niet beter. Ik voel me leeg en een zombie. En ik ben aan het worstelen met mijn zenuwstelsel.
Want ik denk weer aan mijn voormalige coach die zei dat ik ook wel actief moet blijven omdat anders het parasympathische deel van het zenuwstelsel (dat zorgt voor rust en herstel) te veel kans krijgt en ik eeuwig moe blijf. Maar ja ik ben bang dat ik door te actief te zijn het sympathische deel (dat zorgt voor spanning en actie) te veel aanwakker. Want dat deel is al jarenlang overactief geweest.
Mooi weer
Soms ben ik zo moe dat ik denk:“Ja, dahaag, rot maar op, ik ga nu gewoon even wat klusjes doen en iets gezelligs” En dat doe ik dan ook. En dan bam! Ja hoor, daar is hij weer, het sympathische deel. En mijn lichaam schiet weer in de stress. Het maakt me weer duizelig, ik krijg weer flitsen in mijn kop, moet weer verschrikkelijk huilen. Erg sympathiek.
Ik twijfel dus steeds wat ik moet doen. Want als ik iets doe dan krijg ik een klap. Nog meer rust nemen? Gewoon maar een paar weken lang compleet kapot en doodmoe zijn en dan kijken wat er gebeurt? Of gewoon er doorheen rammen en doorgaan? Nee dat heb ik al jaren gedaan, dat moet ik nou juist afleren.
De lente komt er aan, het is af en toe al lekker zonnig. Dus ik ga maar wandelen in de duinen of op het strand. Ik ben ófwel doodmoe, ófwel nerveus en angstig. En dan maar proberen te genieten van de zon. Lukt niet.
Dan in de tuin zitten. Een beetje hier en daar wat onkruidjes eruit trekken. Een plant in een pot zetten. Theetje erbij, en weer zitten. Ófwel doodmoe, ófwel nerveus en angstig. En dan maar proberen te genieten van de tuin. Lukt niet.
In bed dan maar weer, middagdutje. Mindfulness oefening. Sloom proberen te worden. Ja dat lukt. Weer opstaan, even rondlopen. Kut, weer zenuwachtig. Ik concludeer dat ik nu dus twee standen heb: ofwel doodmoe, ofwel nerveus en angstig. Daar zal ik het de komende tijd mee moeten doen. Ik probeer het accepteren.
Mijn hersenen gaan ook weer moeilijk doen de laatste tijd. Het leek even rustig te zijn gewonden, maar ik heb nu weer een constante stroom aan gedachten. Willekeurige onzin, liedjes, you name it. Diezelfde razende gedachten had ik 10 maanden geleden ook langdurig, zie blog #29. Nou ja, het zal wel weer over gaan. Laat ik dat ook maar accepteren.
Tuincentrum
Op een dag voel ik me best okee maar wel wat zenuwachtig. Ik ga uit verveling maar naar een tuincentrum om een conifeer en een struik te kopen. Het tuincentrum is zó groot dat ik er verdwaal, op zoek naar een leuk struikje dat geen €89 kost. Ze hebben hier prachtige bomen van meer dan duizend euro per stuk. Als je een compleet bos wilt kopen staan ze voor je klaar. Maar de kleine, goedkope rotboompjes staan heel ver weg, verborgen achter de stijlvol gekweekte struikencombinaties die perfect passen bij het luxe tuinmeubilair.
Na een uur rondlopen vind ik eindelijk mijn gewenste natuur-in-een-pot. Ik laad alles in de auto en ga tevreden terug naar huis. Shit, vergeten om boodschappen te doen en nu heb ik geen eten in huis.
Ik haal dan maar snel een heerlijke Japanse ramen-maaltijd, ga daarna TV kijken en naar bed. Maar ik ben godsgruwelijk nerveus geworden. Ik ben zo nerveus dat ik niet in slaap val. Urenlang lig ik wakker. Tja, dat was natuurlijk weer te veel, een bezoekje aan het tuincentrum.
Niet meer doen dus. Accepteer de moeheid. Accepteer het niets doen, Accepteer het rust nemen en de verveling. Een burnout hebben en daarvan genezen is 95% acceptatie en slechts 5% ingrijpen met maatregelen. Voor vandaag nieuw te accepteren: ik accepteer dat ik niet naar een tuincentrum kan gaan, ook al voel ik me best goed. Ik accepteer dat mijn moeheid de baas is en gelijk heeft. Ik accepteer dat ik van alles nog steeds niet kan, hoe graag ik ook iets wil. Ik accepteer dat het nog wel lang kan gaan duren.
De maatregel blijft hetzelfde: niet te veel doen, ook al voel je je best aardig. En afwachten. Afwachten. Afwachten.
Volgende keer
Volgende keer is het Werkbedrijf van het UWV zeer behulpzaam.