#162: De tussenstand na vier jaar burnout
Het is eind september 2020 en dat betekent dat ik nu precies vier jaar bezig ben. Het gaat beter met me, maar ik ben nog niet hersteld. Ik ben alweer bijna tien maanden geleden gestopt met trillen (zie blog #105). De constante adrenaline rush is daarmee weggegaan en niet meer teruggekomen. Ik ben wel elke dag nog licht gespannen, vooral als ik wakker word, maar niet meer 24 uur per dag.
Ook heb ik al negen maanden geen ernstige terugvallen en instortingen (zie blog #110) gehad, waarbij ik niet meer kon stoppen met huilen en schreeuwen van wanhoop en misère. Ik moet nog wel regelmatig behoorlijk huilen maar niet meer zó erg, en ik heb bijna geen last meer van wanhoop en gevoelens van uitzichtloosheid.
Kalmerende- of slaapmiddelen zoals Diazepam heb ik al zeven maanden niet meer gebruikt. Ik neem alleen één keer per week een multivitamine- / mineralen en dat is het. Wel gebruik ik nog elke dag 37,5 mg Venlafaxine (een antidepressivum) maar dat gebruik ik al 15 jaar simpelweg omdat het afbouwen nog nooit gelukt is (zie blog #137). Ik heb niet het gevoel dat het me erg helpt.
Slapen gaat best goed. Ik val nu makkelijk in slaap en word wel één of twee keer per nacht wakker maar daarna val ik ook weer prima in slaap, soms met even de TV aan om wat achtergrondgeluid te hebben. Wakker worden in de ochtend is minder leuk. Mijn kop gonst en bonst, ik heb rare dromen, ben gespannen, en het voelt alsof alles me te veel is. En ik ben nog steeds doodmoe. Doodmoe als ik wakker wordt, doodmoe overdag, als ik dingen doe, en als ik weer naar bed ga.
Kuthoofd
Het kuthoofd / rothoofd is nog steeds kut en rot. Voortdurend voelt mijn hoofd zwaar, een beetje duizelig en rottig. Het lijkt wel iets minder te worden de laatste twee maanden maar het is nog steeds irritant aanwezig. Alleen als ik met mijn ogen dicht plat ga liggen en dan rustig, diep ademhaal, dan wordt het wat minder. Het zijn angsten en spanningen die zich uiten in mijn kop.
Ik kan gelukkig iets beter tegen TV, geluiden, felle lichten, bewegende beelden, kinderen en drukte. Het is nog niet optimaal maar ik kan weer wat hebben. Hoe meer van deze dingen op de dag voorbij komen, hoe vermoeider ik word en hoe rottiger mijn hoofd gaat voelen. Dan na een tijdje moet ik huilen en wordt deze spanning weer ontladen.
Ik heb het gevoel dat ik meer aankan; ik heb zin om dingen te doen, op vakantie te gaan, te klussen in mijn huis, etc. Ik krijg daarvan geen angsten meer als ik er aan denk. Maar als ik ze daadwerkelijk ga doen dan gaat het nog wel mis: ik kan nog lang niet zo veel als dat ik dénk dat ik kan. Het is wel mooi dat ik niet meer meteen overal angsten van krijg.
Ik “kan alweer”
Ik heb een hekel aan de tekst “ik kan alweer…” want meestal als je iets kan dan blijkt de volgende dag opeens dat je het niet meer kan (zie blog #161). Maar de volgende zaken kan ik “alweer”, en die kan ik dus meerdere keren (en niet slechts éénmalig):
- naar twee winkels achter elkaar gaan
- stofzuigen en de keuken schoonmaken in één sessie
- boodschappen doen en daarna meteen koken
- met meerdere mensen kletsen (maximaal twee uur)
- uit eten gaan (maximaal anderhalf uur)
- achter de computer zitten (anderhalf uur)
- Netflix kijken (een uur)
Let wel dat ik deze dingen weliswaar kan, maar dat betekent niet dat ze prettig zijn of dat ik me goed voel terwijl ik ze doe. Mijn kop voelt duizelig, zwaar en rot en ik ben voortdurend moe tijdens deze activiteiten. Maar ik kán ze dus wel en ik stort er niet verder van in.
Ik kan nog niet
De volgende dingen kan ik nog niet:
- onder druk staan; als ik iets beloof aan iemand of een afspraak maak dan neemt de spanning ook direct weer toe.
- tegen kritiek; als iemand iets zegt dat ik niet leuk vind word ik er enorm hard door geraakt en moet ik bijna huilen.
- langer dan twee uur achter elkaar actief zijn. Er MOET dan gestopt worden en de rest van de dag niets meer te doen zijn.
- te kort slapen. Als ik niet van 20:00-08:00 in bed lig ga ik meteen weer achteruit.
- nadenken en concentreren. Het blijft lastig om een taak uit te voeren. Ik raak steeds mijn apropos kwijt.
- dingen onthouden. Ik vergeet vaak direct wat er tegen me gezegd wordt of wat ik zelf zeg.
- tegen flitsende of snelle TV, radio, snelle gesprekken, reclames, beats en vocalen in muziek.
Ik moet nog wel
De volgende dingen moet ik nog wel doen:
- veel rusten; met mijn ogen dicht zitten en niksen, minstens een half uur lang na elke twee uur aan activiteit.
- veel slapen en ook na het wakker worden nog twee uur lang dommelen in bed.
- minstens twee keer per week flink huilen en daar ook echt de tijd voor nemen.
- drukke plekken zo veel mogelijk vermijden.
- na een wat langere afspraak, activiteit of iets gezelligs een hele dag rust nemen en niets doen.
- zorgen dat ik NOOIT meerdere dingen tegelijk doe.
Concluderend lijkt het er op dat het herstel nu echt onderweg is. Ik ben er nog lang niet, maar ik ben wel een heel eind onderweg. De allerergste ellende is écht voorbij en ik mag nu genieten van milde ellende. Het wordt nu een zaak van volhouden, rustig aan blijven doen, oppassen dat ik mijn grenzen bewaak.
Volgende maand gaat mijn uitkering omlaag; ik kom dan terecht op bijstandsniveau. Ik heb dit de afgelopen twee jaar goed voorbereid en ik denk dat het goed gaat komen; maar misschien valt het tegen en neemt de stress dan weer toe. Ik zal het wel zien; ik ben er in elk geval niet bang voor.
Nog een jaar? Nog twee jaar? Ik hoop dat de vooruitgang zich voortzet en ik houd moed!
Volgende keer
Volgende keer de stand van zaken in Nederland voor mensen met een burnout.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.