#166: De terugval (deel 1)
Ik woon alweer drie maanden in mijn nieuwe huis in Friesland. Het is 1 november 2020 en in Amerika maakt men zich op voor een verkiezing tussen meneer Niks en meneer Helemáál Niks. Ik ben al aardig gewend aan mijn nieuwe huis, mijn nieuwe dorp, mijn nieuwe omgeving. Ik weet al op veel plekken de weg, en berijd de wegen tussen Marrum, Dokkum en Leeuwarden zonder TomTom.
Enkele weken geleden ontdekte een klusjesman die ik had ingehuurd dat mijn badkamer zo lek is als is een mandje. Ik wilde eigenlijk de badkamer laten zoals hij was, maar hij moest vernieuwd worden. Helaas had ik geen geld meer om de klusjesman te betalen dus besloot ik om zelf de badkamer te vernieuwen. Het was een heel zware klus maar ik werkte er elke dag maar 2 uur aan om daarna weer uit te rusten.
Veertien dagen lang kon ik niet douchen. Alleen een beetje poedelen bij het aanrecht in de nieuwe keuken, die vrijwel helemaal klaar is. Ik ben gelukkig wel gewend om in mindere omstandigheden te leven en legde mij makkelijk neer bij het feit dat ik nu een beetje aan het kamperen was. De badkamer is nu klaar. Hij is low-budget maar best wel aardig geworden. Niet super mooi, maar wel tien keer zo mooi als wat ik had. En bovenal: niet meer lek!
De rust komt terug
Hiermee kom ik in een leegte terecht. De grote klussen in het huis zijn nu klaar. Ik heb nog een lijst van ongeveer vijftig kleine klussen die ik kan doen, maar die zijn niet per sé nodig en bovendien is mijn geld nu op. Er komt rust in de tent. Rust in mijn leven. Ik kan weer gaan niksen.
Maar… dat kan ik niet. Zoals ik al vele malen heb ervaren: rust voelt niet lekker. Niks doen voelt weer alsof ik in het begin van mijn burnout zit. Alsof er helemaal geen vooruitgang is geweest. Rust is een teleurstelling. Mijn kop zit meteen weer vol met lawaai en onzingedachten. Als ik rustig aan doe slaan mijn hersenen op hol, gaat mijn hoofd bonken en voel ik me duizelig.
Ook heb ik door het klussen en het succesvol vernieuwen van de badkamer een nieuw gevoel van kracht gevonden. Zie je wel? Ik kan gewoon een badkamer maken. Weliswaar maar 2 uur per dag, mijn kop voelt klote en ik ben doodmoe, maar ik heb het wel gedaan! Ik begin te denken dat ik maar gewoon door mijn moeheid en duizeligheid heen moet rammen.
Misschien moet ik maar gewoon een beetje gaan werken. Je hoort mensen wel eens zeggen dat je eigenlijk een schop onder je kont nodig hebt als je een burnout hebt. Dat is pertinente onzin en zeer denigrerend, maar ik kan het allicht eens proberen, nietwaar?
Werken
Dus ik besluit om wat te gaan werken. Niet door een baan te zoeken, maar werken op de computer. Ik ben app-ontwikkelaar en heb altijd wel een hobbyproject waar ik mee verder kan. Ik ga daar vijftig minuten aan werken en dan neem ik 10 minuten pauze. Niet te veel en niet te hard. Geen deadlines, geen baas, geen verplichtingen. Moet kunnen toch?
Drie weken lang werk ik aan twee kleine apps. Het gaat lekker en het is heel leuk. Het is zelfs zo leuk dat ik wat meer uren ga maken. Twee uur, drie uur, vier uur, telkens 50 minuten werken en dan 10 minuten pauze. Voor de lunch even buiten fietsen, lunchen en daarna de rest van de dag weer niksen op de bank. En het gaat zo goed, dat ik zelfs na de lunch weer verder ga in plaats van te niksen.
Ik voel me niet slechter en ik stort niet in. Langzaam bekruipt mij het gevoel dat ik beter aan het worden ben. Eerst al die succesvolle badkamerklus en nu lekker wat uurtjes werken. Eigenlijk geloof ik het niet. Het kan toch haast niet dat ik net een hele verhuizing en verbouwing achter de rug heb en nu opeens kan werken? Maar toch is het zo!
Ik let steeds op of ik geen lichamelijke klachten krijg. Ja, mijn hoofd voelt verschrikkelijk rot en ik ben altijd moe, maar dat is niet anders dan anders. Ook als ik niks doe voelt dat zo. Goed zo, Martin, goed opletten dat je klachten niet erger worden. Gebeurt dat wel, dan stop je weer.
Maar het gebeurt niet. Mijn klachten worden niet erger, dus dat is mooi! Wat wel gebeurt, is iets waar ik helemaal niet op let. Ik ga elke dag na het werken enorm zitten snoepen. Chips, koekjes, snoepjes. En terwijl ik snoep kijk ik YouTube filmpjes. Ik zie helaas niet in dat dit een teken is dat het slecht met me gaat. Snoepen en TV kijken leiden af van niks doen, uitrusten en me rot voelen. Ook het werken op de computer valt onder die categorie. Ik werk, snoep en kijk TV om me niet rot te voelen.
Bam!
En daar komt weer de man met de hamer. Die komt weer even uitleggen dat ik moet stoppen met wat ik aan het doen ben. ‘s-Avonds in bed krijg ik opeens hartkloppingen en duizelingen. Ik ben vanuit het niets super gespannen. Ik wil huilen maar het lukt niet. Alles is opeens te veel voor me. Ik wil niet meer werken, ik wil niet meer in Marrum wonen. Ik ben opeens bang en wil wegrennen en schreeuwen.
Dan hoor ik opeens muziek bij de achterburen. Ik heb een vrijstaand huis maar vlak naast mij staat een schuur van de buren. Een aantal jongeren heeft besloten om daar een feestje te houden. Om 21:00 begint de housemuziek. Dit is nou net wat ik er niet bij kan hebben. De adrenaline in mijn lichaam stijgt en gaat niet meer liggen.
Ik lig in bed te trillen van de spanning. Ik kan niet in slaap vallen. Al een paar maanden lang kan ik prima slapen, maar nu niet meer. Dit is hem. Dit is de klap. Dit is weer het signaal dat ik inderdaad nog een burnout heb, nergens tegen kan, niet belastbaar ben, en veel meer rust moet nemen.
De volgende dag gonst en bonst mijn hoofd de hele dag verschrikkelijk. Iets dat sinds mijn vakantie (negen maanden geleden, zie blog #124) niet meer gebeurd is. Ik moet huilen, huilen, huilen. Mijn borst trilt, ik heb hartkloppingen. Ik kan niet meer tegen de prikkels van de computer. Ik kan niet meer tegen geluiden en lichtflitsen. Ik kan niet meer tegen mijn gedachten, plannen of leuke ideeën. Ik ben op.
Herstellen
Oh ja, zo voelt het dus. Dit waren dus de signalen. Mijn lichamelijke klachten worden dus helemaal niet erger als ik te veel doe. Ik merk niet zo veel, totdat het te laat is. En dan is die klap er weer. Het is een mini-burnoutje. Opeens word ik weer teruggeslagen de realiteit in.
Ik kan dus helemaal niet werken. Wel een beetje, maar niet zo fanatiek. En als ik ga snoepen en TV kijken dan moet ik direct concluderen dat ik te veel doe. En dan moet ik direct stoppen en minder gaan doen. Het is dus niet de juiste methode om gewoon te gaan werken en dan afwachten of mijn klachten erger worden. Ik moet naar andere signalen kijken.
Ik stop weer met computeren, TV kijken en snoepen. Even weer terug naar simpel en rustig. Ik heb net een verhuizing en een verbouwing achter de rug. Dat is een enorme prestatie en iets dat ik in het begin van mijn burnout absoluut niet zou hebben gekund. Dát zijn de tekenen van vooruitgang. Dát is voldoende voor nu. Ik hoef nu niet meteen verder te gaan met méér doen, vaker actief zijn, of werken aan werk.
Stoppen maar weer. Ik ontschop mijn kont. De vooruitgang is er, maar ik ben er nog niet. Ik ga weer even een rondje rijden langs wat schattige Friese dorpjes. Ik huil. Ik huil de overspanning er uit.
Volgende keer
Volgende keer deel twee van deze terugval.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.