#230: De chronische burnout

Ooit las ik ergens een nieuwsbericht over een man die beweerde dat hij al 17 jaar lang in een burnout zat. In de reacties op dat artikel werd gelachen. “Dat kan toch helemaal niet? Wat een onzin, een burnout kan geen 17 jaar duren!” Ik zat op dat moment zelf twee jaar thuis. Ook ik lachte wel een beetje in mezelf, ik kon me niet voorstellen dat je zo lang een burnout kan hebben. Een burnout gaat toch gewoon over? Ja, wel langzaam, maar het gaat altijd over, zo was mijn gedachte.

In de medische wereld wordt iets “chronisch” genoemd als het langer dan zes maanden aanhoudt. Bij burnout lijkt dat nogal aan de korte kant. Veel burnouts duren wel langer dan dat en om het dan na zes maanden al chronisch te noemen lijkt mij wat overdreven. Bij de meeste chronische aandoeningen gaat men er dus óók vanuit dat men nooit meer zal herstellen.

Wat is herstellen?

Maar daar kom je bij een burnout in grijs gebied terecht. Hoe weet je of je ooit nog herstelt? Wat als het herstel zodanig stagneert dat er geen herstel meer lijkt te zijn? Bovendien kunnen mensen na een burnout restklachten overhouden die nooit meer over gaan. Sommige mensen worden nooit meer de oude. Is de burnout dan over? Misschien wel, maar bepaalde klachten zijn misschien nog steeds aanwezig.

(Advertentie)

Ik zit nu in het grijze gebied. Ja, het gaat veel beter met me dan in het begin, inmiddels bijna zes jaar geleden. Ja, ik kan meer. Ja, als ik een achteruitgang doormaak dan herstel ik daarna sneller. Ja, de terugvallen zijn minder diep en minder zwaar. Maar ik kan nog steeds niet echt belast worden.

Voorheen was er nog wel wat onderscheid te maken tussen verschillende activiteiten die ik kon doen en het effect dat ze hadden op mijn gestel. Zo was een uurtje kletsen met iemand wel te doen, maar een uurtje op de computer werken niet. Iets op Netflix kijken dat ik al eerder gezien had ging prima, maar iets nieuws kijken niet. Lichamelijke inspanning zoals fietsen of zwemmen was mogelijk, maar niet langer dan 30 minuten.

Hat gaat zo langzaam dat het net lijkt of je stil staat.
foto: ©2017 kakikhebeenburnout.nl

Nu ben ik in een stadium beland waarin het niet meer echt uitmaakt wat ik doe. Elke activiteit kan ik wel doen, en ik kan alles even lang. Dat is op zich dus een verbetering om trots op te zijn. Maar elke activiteit leidt tot klachten in mijn hoofd. Angsten, duizelingen, geklop en gebons. En dan daarna… ben ik dood- en dood- en doodmoe.

Ik ervaar twee standen die mijn lichaam heeft. De ene stand is: actief zijn met allemaal rotklachten en de andere stand is: helemaal kapot en doodmoe zijn en niets meer kunnen.

Twee standen

Zodra ik uit bed ga, ga rondlopen en ontbijten begint het geklooi. Mijn lichaam springt in de “aan” stand en gaat vrijwel niet meer terug naar nul. Mijn kop bonkt en duizelt, ik heb angsten, ben soms buiten adem en het voelt alsof alles te veel voor me is. Ik wil huilen maar dat lukt niet.

Als ik deze stand weer “uit” wil krijgen moet ik rigoureuze maatregelen nemen: pas als ik op de bank of op bed ga liggen, zonder prikkels, en een half uur lang rustig ademhaal dan schakelt mijn lichaam over naar de stand zonder gebonk en schokgolven in mijn hoofd. Ik ben dan zeer zwaar uitgeput en krijg kleine slaapstuipjes: momenten dat ik bijna in slaap val en steeds weer wakker schrik met een soort elektrische schokjes in mijn hoofd.

Als ik tóch iets doe tijdens deze rustmomenten, zoals even op mijn telefoon kijken, iets eten, een krantje lezen of bellen dan werkt het meteen niet meer. De “uit” stand wordt alleen bereikt als ik écht 100% NIETS doe en met mijn ogen dicht een half uur lang diep ademhaal. Maar ja, probeer dat maar eens vol te houden. Er moeten toch boodschappen komen. Er moet eten gemaakt worden. Administratie moet worden gedaan. Ik mag ook wel weer eens stofzuigen. Ik moet wat online bestellen. Nou ja, je kent het wel, de ene verstoring na de andere.

Vanuit de CSR methode heb ik geleerd dat elke activiteit direct gevolgd moet worden door rust. Ik moet eigenlijk elke keer nadat ik iets gedaan heb 30 minuten met mijn ogen dicht gaan ademhalen, omdat mijn lichaam anders niet in die ruststand terecht komt. En dat is zo ontzettend moeilijk.

Dus: wasmachine leeghalen? Dan 30 minuten niksen. Boodschapje? Dan 30 minuten niksen. Krantje lezen? Dan 30 minuten niksen. Je begrijpt dat dit bijna niet te doen is.

Ik word heel vaak gestoord, onderbroken. Ik kom vaak niet aan die 30 minuten toe. En omdat de burnoutverschijnselen niet zo heel erg verschrikkelijk meer zijn (ik lig niet meer half dood op de bank zoals in het begin) word ik ook niet meer gedwongen tot plat liggen en niets doen. Ik krijg het dus steeds minder goed voor elkaar om die momenten te pakken.

Bovendien is het heel onprettig om in die ruststand te zijn: gedachten vliegen door mijn kop. Herinneringen, beelden, plaatjes, geluiden. Alles flitst maar door. Er is geen rust, het lijkt wel alsof mijn hoofd ontploft. Dat zijn op zich normale verschijnselen bij burnout, maar hallo, ik ben dit AL ZES JAAR aan het doen. Er lijkt geen einde in zicht.

Langzaam

Het voelt allemaal alsof ik geen steek verder kom. Ik ben nu al zo lang bezig en crash nog steeds na elke belasting. Mijn lichaam komt nauwelijks in een echte ruststand terecht. Zou mijn burnout echt chronisch zijn en echt helemaal nooit meer over gaan?

Ondertussen tikt de klok door. Ik ben nu inmiddels 50 jaar oud en wacht al jaren op een moment waarop ik deze gevangenis uit kan. Dat ik weer wat kan gaan werken, op vakantie, misschien daten. De herstelstapjes worden steeds kleiner. De vooruitgang gaat steeds langzamer.

Vanwege mijn lage inkomen (een WIA/VVU uitkering) zijn er ook allerlei andere dingen die mij nu ontnomen zijn. Ik kan niet zo makkelijk iets vervangen dat stuk is. Ik kan geen vakantie betalen. Ik kan mezelf niet even verwennen met een massage of een uitstapje. Ik moet eigenlijk een nieuwe bril. Ik kan niet zomaar even naar het westen rijden waar mijn vrienden wonen. Oké, dat kán wel, maar dan eet ik de laatste twee dagen van de maand soep uit blik.

(Advertentie)

Het voelt dus allemaal erg dubbel. Ik merk inderdaad nog steeds vooruitgang. Maar die gaat zo langzaam dat ik denk dat dit mijn lot is. Dat ik de gevangenis nooit meer uit kom.

En dat maakt me best wel bang. De meeste blogs en artikelen die ik kan vinden spreken over burnouts die snel hersteld zijn, er “beter uit komen dan ooit tevoren” en dat soort zaken. Dat zie ik bij mij niet gebeuren.

Heb ik een chronische burnout? Ik denk het niet, maar het geeft me wel een behoorlijk eng gevoel dat het misschien zo zou kunnen zijn.

Volgende keer

Volgende keer is er nog steeds vooruitgang.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.