#231: Er is nog steeds vooruitgang

Het is begin juli 2022. Ik ben nu twee maanden van de antidepressiva af. Het gaat soms wat beter en soms weer wat minder goed. Mijn hoofd voelt vaak rot, eigenlijk altijd. Ik ben ook meer actief en daardoor schrik ik weer van mezelf. Ik ben ook teleurgesteld in mezelf, want ik verander langzaam weer in de oude Martin die niet kan stoppen, niet kan stil zitten en geen “nee” kan zeggen.

Goed bezig?

In de ochtenden fiets ik een half uur in de natuur. Daarna zit ik achter de computer, maar maximaal een uurtje. Vervolgens uitrusten en lunchen en dan doe ik klusjes aan het huis. Ik help ook de buren met het herstellen en schilderen van hun kozijnen. Niet te lang, en ik neem pauzes. Om 20:00 naar bed, maar wel met nog even iets op Netflix kijken. Ook niet te lang.

Dat klinkt als “goed bezig” maar toch is het is te veel voor me. Ik ben soms zó duizelig dat ik moet stoppen, slapen en huilen. Maar dan ga ik tóch door want ik kan niet niksen. Langzaam zak ik steeds verder in de ellende. Ik slaap slechter en ben voortdurend uitgeput.

(Advertentie)

Behalve als ik er doorheen knal. Als ik doorga met computeren en klussen (tegen mijn zin in) dan opeens komt er een moment dat ik me plotseling prima voel. Ik denk dat dan de adrenaline het overneemt. Alsof je op de laatste restjes benzine nog even snel doorrijdt, wetende dat de auto toch écht een keer stil komt te staan.

Het is niet goed. Het is niet goed als je je alleen maar goed voelt wanneer je actief bent. Dit kan niet. Dit klopt niet. Gelukkig ben ik niet alleen: er zijn veel mensen die zich alleen maar goed voelen als ze keihard doorwerken en doorsporten. Het is fout en het is ongezond, maar ik ben dus niet alleen.

Ik zoek nog steeds naar de juiste weg.
foto: ©2022 kakikhebeenburnout.nl

Op een zondag, nadat ik een paar dagen heb geklust, gekletst en dingen geregeld, en ook nog een barbecue bij de buren had, is het weer op. Ik ga een eindje rijden met de auto maar ik voel me als een zombie en ik kan niet stoppen. Ik blijf anderhalf uur lang doorrijden door Friesland. En ik krijg opeens een heel erg vreemd gevoel dat ik nog nooit eerder heb gehad: angst voor huizen en bomen.

Normaal gesproken geniet ik van Friese dorpjes en het landschap, maar ik krijg angsten. Ik vind opeens een boerenhuis met een bruine dakgoot heel eng en een rij grote bomen ook. Het voelt alsof dit niet de echte wereld is. Waar ben ik? Ik snap het niet. Ik wil huilen maar het lukt niet. Ik wil terug naar vroeger toen ik klein was en waar de dakgoten en de bomen nog normaal waren. En ik wil naar mama.

Ik wil naar mama en ik begin te huilen, Mama waar ben je? Mama is al tien jaar dood. Mama ben je aan het zingen in een engelenkoor? Mama zie je me? Ik rij in mijn auto in Friesland en niets klopt meer. Mama, ik hoor hier niet. Het klopt niet en ik ben zo bang.

Weer thuisgekomen drink ik thee en ga ik wat rustige natuurbeelden kijken op YouTube. Maar ik kan er niet tegen, het geluid is te veel. Ik wordt duizelig en moet weer huilen. Verdorie, had ik misschien niet moeten stoppen met de antidepressiva? Of had ik niet zo veel moeten doen? Het is elke keer weer een valkuil. Op deze manier word ik nooit beter natuurlijk!

Ik heb duizend ideeën die ik graag wil uitvoeren. Ook al kan ik misschien nooit meer werken, mijn hoofd zit boordevol leuke dingen. Maar telkens weer als er zo’n klap komt vallen mijn ideeën in duigen. Het voelt alsof ik NOOIT MEER iets kan, ook niet met kleine stapjes.

Oude blogs

Op de bank begin ik mijn eigen blog dan maar te lezen vanaf nummer #1. Ik herken veel, maar veel was ik al weer vergeten. Bij sommige dingen moet ik huilen. Als ik kijk naar de lichamelijke klachten zie ik toch echt dat het vijf, vier, drie, twee jaar geleden een stuk slechter met me ging.

Ik kreeg toen al terugvallen als ik helemaal niets deed of als ik even boodschappen ging doen. En dan moest ik een week bijkomen. Ik lag hele dagen op de bank te dommelen. Het valt me op dat ik tegenwoordig vrijwel nooit meer dommel op de bank. Ik ben te druk in mijn hoofd of te nerveus om te dommelen. Shit, ik wil méér dommelen.

Er is dus nog steeds vooruitgang. Omdat mijn klachten minder erg zijn en de terugvallen minder lang duren verveel ik mezelf sneller en dan ga ik eerder allerlei activiteiten doen. Het is dus niet zo dat ik mezelf dwing om zoveel mogelijk te doen, bijvoorbeeld omdat ik zo graag weer wil werken. Het is meer dat ik nerveus en geïrriteerd raak van het niets doen.

(Advertentie)

Dit herken ik van toen ik nog werkte en al flink uitgeput was: ik werd nerveus van het niets doen en ging dan maar gewoon door want dat was het enige dat lekker aanvoelde. Iets anders kon ik niet bedenken.

Ik ben nu wat dat betreft zo ongeveer terug in het stadium van vlak vóór mijn burnout. Dat klinkt dus niet erg goed maar het is wel degelijk al een heel eind op weg de goede kant op. Ik zit er niet meer zo diep in, ik ben door de diepste dalen heen en zit nu aan de kant van “milde problemen”.

Kom op, Martin, probeer om zo veel mogelijk niets te doen en om daarvan te genieten. Als je dát kan leren, om niets te doen zonder nerveus te worden, dan ga je winnen! Val niet meer in de bekende valkuilen. Doe meer dutjes, ga meer op de bank liggen. Ga dommelen.

Volgende keer

Volgende keer raakt mijn energie weer op.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.