#317: Onrust speelt bij burnout een grote rol
Mijn huidige terugval begon op 14 februari 2024, vijf dagen later meldde ik mij compleet ingestort bij de huisarts, en daarna begon ik met absolute rust.
Ik ben daar nu zo’n tien dagen mee bezig. Mijn computer en iPad zijn uitgeschakeld op de zolderkamer. Ik kijk af en toe rustige natuurbeelden (zonder tekst of geklets), en ik lees soms boeken. Ik wandel elke dag 20 minuten en fiets ook 20 minuten, beide héél rustig en langzaam, zonder te hijgen. Nu is het maart en ik heb zin in de lente die vooralsnog niet echt komt.
Qigong, yoga, meditatie
Via YouTube op mijn TV probeer ik soms wat qigong oefeningen. Bij qigong doet men bewegingen, ademhalen, zelf-massage, meditatie en ontspanning. Qigong is veel makkelijker dan yoga of tai chi want de bewegingen zijn eenvoudiger. Als je yoga niet trekt dan kan ik van harte qigong aanraden. Je hoeft alle bullshit over “energie” en “qi” overigens niet te leren. Het gaat erom dat je gewoon je lichaam beweegt in allerlei ongebruikelijke standen, en dat je dan je lichaam voelt. Dat is overigens ook mijn mening bij yoga en tai chi; laat alle achterliggende theorie achterwege. Vergeet alle benamingen zoals “de hond”, “de boogschutter” en “de draak”.
De matjes en de leggings en de muziekjes zijn ook totaal niet nodig. Het hoeft geen lifestyle te zijn; beweeg gewoon dagelijks je lichaam in rare standen. Dat is wat aantoonbaar gezond is. Dát is waar het om draait. Ga naar buiten en loop twintig minuten. Loop af en toe even achteruit of zijwaarts en beweeg je armen een tijdje alsof je zwemt. Doe van die pasjes die voetballers ook doen; draai je bovenlichaam bij elke paar stappen, draai je hoofd of schouders mee. Kijk in de verte in plaats van voor je. Kijk naar de lucht en de wolken. Doe een dansje of huppel even. Werkt net zo goed en je bent nog buiten ook.
Hetzelfde geldt voor mediteren. Ga gewoon een paar keer per dag liggen met je ogen dicht. In stilte, zonder muziek, apps en andere afleiding. Je hoeft geen bodyscan te doen, je hoeft geen ademhalingen te tellen. Je hoeft je niet aan allerlei regels van monniken in Tibet te houden. Je hoeft je gedachten en emoties niet weg te poetsen door je op je grote teen te focussen. Laat het lawaai in je hoofd gewoon voorbij komen. Doe helemaal niets en laat jezelf met rust. Dat werkt net zo goed als mediteren en misschien zelfs wel beter omdat je dan je perfectionisme of je wil om het “goed te doen” lekker kan vergeten.
Ik merk dat ik buiten adem raak ben als ik 10 minuten wat qigong doe. Dat is een slecht teken. Ik heb geen energie en geen conditie, hoewel het rustig wandelen en fietsen me wel lukt. Maar als de hartslag dus wat omhoog gaat dan wordt het lastig. Ik vind dat wel logisch want ik zit net in een complete terugval. Maar ik vind het ook wel bizar: hoe krijg ik het toch voor elkaar om steeds zó uitgeput te zijn zonder het eigenlijk te merken?
Ik heb onlangs ontdekt dat er tijdens burnout een fase van onrust is. Op zich wist ik dat wel, maar in deze video wordt gezegd dat je tijdens deze fase nou juist NIET de onrust moet proberen tegen te gaan met nog méér onrust.
En dat is nou precies wat ik altijd wél doe. Als ik nerveuzig ben ga ik internetten, kletsen, druk doen. Een boodschap, iets bestellen, nog even aan mijn blog schrijven, etc. De onrust wakkert nog meer onrust aan. Het voelt wel goed, trouwens. Het voelt héél lekker om van alles te gaan doen als je onrustig bent. Daarom doe ik het dus automatisch en waarom niet? Het voelt toch goed? Talloze behandelaars en burnoutboeken zeggen dat je dingen moet doen die goed aanvoelen en dat je naar je lichaam moet luisteren. Maar bij onrust is dat geen goed idee.
Vanuit diezelfde onrust ga ik mezelf altijd belasten. Mezelf belasten voelt goed want dan ben ik niet meer onrustig. Maar de uitputting groeit daarmee en ik herstel voor geen meter. Ik moet leren om onrust te (h)erkennen en dan juist rust te nemen. Ik moet mezelf niet meer laten opjagen door onrust.
Op één van de eerste dagen dat ik op onrust ga letten valt me meteen op dat het subtiel is. Mijn onrust is niet zo heel duidelijk onrustig. Het is een soort ongedurig gevoel, maar niet heel ernstig. Het is een gevoel van niet stil kunnen zitten, steeds je telefoon willen pakken. Ongemakkelijk zijn als je niks doet en voor je uit zit te staren. Nooit écht kalm zijn tenzij je een tijdje plat ligt.
Onrust is geen spanning
Onrust is, in mijn geval, geen spanning. Bij spanning sta ik “strak” of “aan”. Spanning is misschien de overtreffende trap van onrust. Bij spanning tril ik van binnen en heb ik fysieke symptomen. Bij onrust is mijn lichaam kalm en soms zelfs slap, maar het is meer druk in mijn hoofd. Waarschijnlijk is het allemaal hetzelfde maar het voelt voor mij heel anders. Bij spanning denk ik:“hou allemaal alsjeblieft eens je kop en laat me met rust!” Bij onrust wil ik juist stoppen met rust. Ik wil prikkeling en activiteit!
Ik merk soms wel elke 5 minuten een onrustig gevoel. Soms weer een paar uur niks, en dan weer wel. Als ik een boek lees of aan het wandelen of fietsen ben voel ik het niet. Als ik rustig op de bank probeer te zitten dan komt het weer. Hoe meer ik er op let, hoe meer ik inzie dat ik vaak handel vanuit onrust. Dan weer een boek lezen, dan weer even een theetje pakken. Dan weer even een berichtje sturen. Dit doe ik eigenlijk allemaal niet zo zeer omdat ik er zin in heb of behoefte aan heb, maar vanuit onrust.
Hoewel ik dus sinds afgelopen zomer nog maar zelden gespannen ben, ben ik nog wel vaak onrustig. Ik heb daar nooit zo bij stil gestaan, want het gevoel is veel minder opvallend dan spanning. Ik ben ook waarschijnlijk zó gewend aan spanning dat een klein beetje onrust niet meer zo veel betekent voor mij.
Levenslang
Daarbij moet ik opmerken dat ik al mijn hele leven onrustig ben geweest. Als kind zat ik altijd te trommelen met mijn vingers of te tappen met één voet of been. Mijn ouders waren beiden onrustig. Ik heb kalmte en rust nooit van iemand geleerd. Het is dus niet zo vreemd dat ik maar weinig kalm kan zijn.
Als ik iets ga doen, ook al is het maar een broodje smeren en opeten, word ik onrustig. Als ik met mijn ogen dicht ga zitten of liggen word ik na een paar minuten minder onrustig. Als ik onrustig ben wil ik graag nog meer dingen doen die onrustig zijn. Vlug even dit, vlug even dat. De onrust lijkt weg te gaan als ik nóg onrustiger ga doen. Bovendien gaat ook mijn moeheid weg als ik onrustig doe. Onrust lijkt de ideale oplossing voor alles te zijn.
Dit had ik ook al toen ik nog werkte. Als ik moe was ging ik harder werken. Ik ging drukker doen. Meer kletsen met collega’s. Meer grappen maken. Vlotter rijden in de auto naar huis. Meer TV kijken, sneller eten. Gelukkig ben ik niet de enige, in mijn vriendenkring ken ik sowieso al drie mensen die precies zo functioneren: bij moeheid steeds onrustiger worden. “Hyper” zijn. Alles gaat dan steeds sneller totdat je eindelijk wél tot stilstand komt: in bed. Te laat. Uiteindelijk was zelfs slapen voor mij niet meer genoeg en bleef ik permanent onrustig. Dat was het begin van alle ellende.
Ik moet ook niet vergeten dat ik in de eerste twee jaar van mijn burnout 24 uur per dag getrild heb van binnen (en soms zelfs van buiten). Ik was zó overspannen dat ik op geen enkel moment rustig was. Twee jaar lang dus, ook al werkte ik niet meer en was ik al lang begonnen met rust nemen en andere maatregelen. Die spanning is nu gelukkig al lang weer verdwenen, maar onderschat niet hoe zeer ernstig mijn burnout is geweest.
Onrust dus. Dat ga ik bestrijden met RUST, hoe moeilijk het ook is. Ik heb geen automatisme om rustig te worden na belasting. Ik moet daar bewust op gaan letten en bewust aan werken, want als je nooit helemaal tot rust komt blijf je altijd een beetje “aan” staan en dat kost bakken met energie. Ik ga dus proberen om op vaste momenten te zorgen dat de “aan” stand weer “uit” gaat, ook al ben ik niet helemaal moe voel ik me wel oké.
Volgende keer
Volgende keer ontdek ik opnieuw iets dat ik me nooit eerder realiseerde.
Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram of Threads.