#322: De steen in het hoofd blokkeert herstel
Ik schrijf al jarenlang dat ik een steen in mijn hoofd heb. Een rothoofd, een kuthoofd, een blok beton. Ik noem het momenteel mijn “blokhoofd”; soms voelt het echt alsof er vierkante blokjes in zitten. Veel mensen met een burnout ervaren iets soortgelijks; een strakke band om het hoofd, een gevoel alsof er een gewicht aan het hoofd hangt of een gevoel alsof er iemand steeds tegen het hoofd aanduwt.
Doordat ik nu met het 4-fasen herstelprogramma van Ellis bezig ben merk ik eindelijk dat het blokhoofd soms wat minder blokkerig wordt. Doordat ik mezelf gigantisch ontprikkel (geen radio, geen TV, geen Netflix, geen YouTube, geen internet, geen apps, geen games, geen tablet, geen computer, zie ook blog #321) en vaak plat ga liggen met mijn ogen dicht gaat het blokhoofd soms zelfs helemaal uit. Zodra het “uit” is ben ik dood- en doodmoe en voel ik me pas écht kalm. Het lijkt wel een snelkookpan waar de druk eindelijk eens vanaf gaat. Opnieuw merk ik dat ik flink uitgeput ben, maar dat merk ik alléén als het blokhoofd even weg is.
Het voelen van die verschrikkelijke vermoeidheid is goed en een teken van herstel. Ik wil er naartoe om zo vaak mogelijk die betonnen kop uit te krijgen en naar deze ultieme kalmte en moeheid toe te gaan. Op één of andere manier wil mijn lichaam automatisch naar de “aan” stand waarbij het blokhoofd weer terugkomt en de vermoeidheid niet zo opvalt. Ik neem aan dat ik mijzelf daarin getraind heb toen ik nog werkte; telkens vechten tegen moeheid door in een gespannen stand te gaan staan, tot ik uiteindelijk nooit meer “uit” ging.
Blokhoofd
Het strakke hoofd is een vorm van spanning. Het is bij mij nu echter niet zo héél erg gespannen. Het is een milde spanning. Als je het vergelijkt met bijvoorbeeld de zenuwen voor een examen of een date met een leuk iemand dan merk ik het blokhoofd eigenlijk niet zo. Als ik het vergelijk met totale overspanning in de eerste twee jaar van mijn burnout dan is mijn blokhoofd eigenlijk bijna niks.
Maar tóch is het er: de milde spanning in het hoofd. Ik voel dat er iets niet klopt en dat mijn hoofd rottig aanvoelt, maar het overheerst niet. Ik kan zelfs slapen met het blokhoofd of dutjes doen. Als ik een pammetje neem dan gaat het niet weg; ik voel het blokhoofd door het pammetje heen. Ik voel het dus wel, maar het is niet ondraaglijk. Ik zal er ook wel flink aan gewend zijn inmiddels.
Als het blokhoofd weg is en ik opeens naar diepe ontspanning zak dan voel ik me opeens heel moe. Maar het blok is dan wel weg! De spanning is er af, de “strakheid” is er niet meer. Eindelijk ben ik dan slap en moe en kan ik uitrusten. Ik denk dat ik pas echt herstel als ik zo vaak mogelijk naar die moeheid toe kan gaan. Zo vaak mogelijk kalm en slap zijn. Het is een heerlijk gevoel, maar tegelijkertijd wel heel zwaar. Ik probeer uit te zoeken hoe ik mijn houten kop kan uitzetten.
Ik voel al sinds het begin van mijn burnout dat mijn kop wat rustiger gaat doen als ik heel hard gehuild heb. Jaren geleden was dat heel makkelijk omdat mijn hele leven uiteenviel en er dagelijks allerlei emotionele zaken gebeurden. Nu is dat een stuk minder. Ik heb niks meer om te huilen. Soms lukt het nog bij een bepaald liedje, een zonnestraal door de wolken of een bepaald filmpje. Soms ga ik huilen als ik een tijdje ga autorijden zonder doel. Gewoon door het landschap rijden en als ik dan een gek weggetje zie: er in! Soms is het een koe of een schaap of een lammetje dat me dom aankijkt. Of een oud vrouwtje met een iets te grote boodschappentas. Of een klein meisje met twee vlechtjes met strikken er in. Van meisje tot koe, ik wil ze allemaal knuffelen en tegen ze zeggen dat alles goed zal komen. Dan huil ik. Huilen zorgt ervoor dat mijn blokhoofd even inzakt. Een half uur later is het dan weer terug.
Wat ook wel helpt is een stukje lopen of fietsen, ongeveer vijftien tot twintig minuten. Niet te hard, maar kalm. En dan zodanig dat ik een klein beetje ga hijgen. Als ik hard hijg is het te veel. Als ik niet hijg is het te weinig. Dan daarna onmiddellijk plat gaan liggen met de ogen dicht. Niet eerst mijn jas opruimen, thee zetten of andere activiteiten: meteen plat! Dan gaat mijn blokhoofd vaak ook even weg.
Andere optie: even mild bewegen, bijvoorbeeld was uit de machine halen, een paar keer de trap op en neer, en dan gaan zitten op mijn stoel. Mijn hoofd laat ik rusten op mijn hand of vuist en mijn ogen dicht. Dan vrij diep in- en uitademen en bij de uitademing een neuriegeluid maken dat van hoog naar laag gaat. “Hmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm”. Bij elke uitademing zakt het blokhoofd dan een beetje. Gapen helpt ook wel wat.
Heel soms, heel soms als ik in bed lig en probeer te doezelen dan zakt het blokhoofd weg. Dan ben ik opeens kalm zonder er iets voor te doen.
Weer “aan” gaan
Ik kan soms in de kalmte blijven hangen en mijn hoofd “uit” zetten door vijftien tot twintig minuten mijn ogen dicht te houden en rustig te ademen. Maar het blokhoofd gaat daarna al gauw weer aan. Zodra ik op mijn telefoon kijk, iets ga doen, naar de WC ga, een boodschappenlijstje ga maken, of gewoon naar de keuken loop om thee te zetten, gaat het vierkante hoofd weer “aan”. Bij een niesbui, kriebelkeel, jeuk of andere lichamelijke irritaties ook. Als ik schrik of als er opeens ergens een hard geluid is komt ie ook weer meteen terug.
De steen in het hoofd gaat bij mij dus moeilijk “uit” en heel makkelijk weer “aan”. Ik denk dat hierin een belangrijke oplossing zit voor mijn burnout. Hoe vaker die betonnen kop “uit” kan gaan hoe beter. Hoe langer ik hem “uit” kan zetten hoe meer mijn lichaam kan herstellen en energie kan worden opgebouwd.
Het hoofd dat ik beschrijf, plus de methoden om het aan en uit te krijgen, zijn misschien herkenbaar. Ik ken inmiddels meerdere mensen die hetzelfde ervaren en het rotte hoofd gaat bij een burnout vaak ook pas als laatste weg, lang nadat de andere klachten alweer over zijn. Mijn theorie is dat deze spanning in het hoofd wordt vastgehouden vanwege de moeheid of uitputting; het is een vorm van “fight or flight” reactie. Het lichaam blijft in een staat van paraatheid staan omdat het doodmoe is en dus in een overlevingsmodus wil blijven.
Het is in elk geval een vorm van spanning die ik vasthoud en die kan ik laten zakken met uitademen, kalmte en afwisselen tussen lichamelijke activiteit en rust. Ook het huilen is een ontlading van spanning. Het is eigenlijk het bekende liedje van het zenuwstelsel dat bezig is met sympathische en parasympatische reacties.
Ook al is de rest van mijn lichaam al lang prima ontspannen, mijn hoofd doet nog steeds niet mee. Daar heb ik eigenlijk nog nooit bij stil gestaan. Omdat ik nu al zo lang gewend ben aan het blokhoofd merk ik het niet zo vaak op. Maar als je kop permanent gespannen is valt er weinig te herstellen qua burnout. De spanning moet zakken alvorens je in een herstellende stand terecht kan komen.
Elke vorm van spanning in het lichaam blokkeert vermoeidheid en dus het tot rust komen. Het betonblok in het hoofd dus ook. Dit zorgt er voor dat ik geen moeheid voel, wat ook weer een risico oplevert dat ik mezelf te veel ga belasten. Het is eigenlijk zeer verstorend alhoewel het dus niet zo opvalt. Wat een venijnig ding, zo’n hoofd.
Doordat ik nu extreem veel rust neem, dutjes doe (én een middagslaap) en mezelf volledig overgeef aan het niets doen is mijn blokhoofd soms eens een paar halve dagen weg. Ik ben dan weliswaar doodmoe maar mijn kop voelt eindelijk weer eens normaal. Dat heb ik al meer dan zeven jaar niet gevoeld. Dit is mooi, dit is vooruitgang.
Ik ga dus door met het programma. Ik geef me over aan de leegte en het ontprikkelen. Het einde is nog niet in zicht, maar er gloort iets aan de horizon. Een zonnestraaltje. Een zonnestraaltje waarbij ik geen vierkante harses meer heb maar een normaal hoofd dat moe is als ik moe ben en niet moe is als ik niet moe ben. Wat een wonderbaarlijk gevoel zal dat zijn. Ik heb er zin in.
Volgende keer
Volgende keer: worstelen met ontprikkeling.
Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram of Threads.