#332: Beter slapen en steeds vermoeider worden

Het lijkt een tegenstrijdigheid: beter slapen en toch steeds vermoeider worden. Maar bij burnout is het normaal. Als de “aan” stand eindelijk eens “uit” gaat, de spanning daalt, de onrust voorbij is en de kalmte terugkeert, dan voel je je tegelijkertijd steeds vermoeider. Dit zijn tekenen van herstel, en hoewel het niet lekker voelt, is het héél goed.

Ik volg nog steeds het 4-fasen herstelplan van Ernst Ellis. Hij laat mij een extra gedetailleerd bloedonderzoek doen om vast te stellen of ik misschien een vitamine B12 tekort heb. Ik denk van niet, maar ik laat bloed prikken en dan zien we het wel weer. Bam! Weer 175 euro voor het eigen risico omdat er allerlei bijzondere waarden moeten worden gemeten die niet standaard zijn.

Volgens Ellis is B12 het eerste waarnaar gekeken moet worden als je chronisch vermoeid bent. Ik zelf denk dat ik niet chronisch vermoeid ben maar wel chronisch onrustig, wat verklaart dat ik nooit kalm ben en dus nooit helemaal ontspan. Hierdoor merk ik eigenlijk geen vermoeidheid, terwijl ik wél uitgeput ben. Dat ligt volgens mij dus niet aan vitaminetekorten maar aan spanning of onrust. De bloedwaarden die doorgaans bij de huisarts gemeten worden zijn bij mij altijd normaal, en zijn zelfs mijn hele leven lang al normaal.

(Advertentie)

Bloedwaarden

Omdat het meer dan een week duurt om de nieuwe bloedwaarden terug te krijgen van het laboratorium en Ellis bovendien op vakantie gaat heb ik enkele weken de tijd om verder te herstellen. Elke fase in het herstelprogramma duurt vier weken volgens hem, maar bij mij gaat dat totaal niet werken. Ik ben nou al acht weken bezig en het werkt wel, maar er is nog veel meer tijd nodig. Het heeft weinig zin om dan tweewekelijks met hem te bellen en bovendien kosten al die consulten geld dat niet vergoed wordt.

Maar langzaam, heel langzaam ga ik beter slapen. Enkele weken geleden sliep ik nog maar 2 uur per nacht en lag ik de rest wakker. Ellis wilde daarvoor Pregabaline voorschrijven en mijn eigen huisarts Mirtazapine (zie ook blog #328), maar beide vind ik geen goed idee. Alle medicatie (en supplementen) die rommelen met serotonine verstoren je hormoonhuishouding. Don’t mess with hormones. Afgezien van de bijwerkingen (dik worden, seksuele stoornissen) krijg je al je problemen weer terug op het moment dat je ermee stopt. Mijn slaap herstelt zich een beetje en dus wacht ik dat verder af. Alleen als het écht niet meer gaat kies ik voor medicatie, maar zo ver zijn we nog niet.

Het is lente!
foto: ©2024 kakikhebeenburnout.nl

Inmiddels slaap ik steeds vaker vier uur in plaats van twee. En daarna lig ik wakker maar ben ik wel sloom. Langzaam, langzaam wordt het steeds een beetje beter. Na enige tijd slaap ik nog steeds vier uur, maar val ik na een uur wel weer opnieuw in slaap. Het is allemaal nog wat rommeling, maar in totaal ga ik naar vijf of zes uur, met onderbrekingen.

Als ik wakker lig tussen het slapen door ben ik steeds vaker gewoon rustig in plaats van onrustig en geïrriteerd. Langzaam word ik steeds kalmer en slomer, hoewel ik wakker lig. Het lijkt alsof de rust in mijn lichaam aan het terugkeren is en daar ben ik wel aan toe na meer dan zeven jaar van gedoe.

Weer een paar weken later voel ik me steeds vaker overdag moe. Niet een beetje moe, maar compleet en diep vermoeid. Alsof ik alleen nog maar wil slapen. Ik wil de hele dag mijn ogen dicht doen, en als ik dat ook echt doe word ik nog slomer en vermoeider. Ik zit sloom op mijn stoel en ga elke twee uur op de bank liggen. Ogen dicht, en niks doen. Moe zijn. Zo lang mogelijk moe zijn.

Meer vermoeidheid

Ik wil toegeven aan deze moeheid. Het voelt niet lekker en is niet leuk, maar het is volgens mij héél goed. Eindelijk gaat mijn onrust zakken, mijn “aan” stand uit, en komt mijn lichaam toe aan de moeheid. De moeheid is goed, de moeheid hoort erbij. Ik wil zo vaak mogelijk naar de moeheid toe gaan. Kom maar moeheid, kom maar naar mij toe.

Door mijn toegenomen sloomheid vergeet ik om mijn bloedwaarden naar Ellis door te sturen. Pas drie weken later herinner ik het me weer. Ik ben eigenlijk een beetje vergeten dat ik het herstelprogramma aan het doen ben. Dat is mijns inziens een goed teken; obsessief ermee bezig zijn is niet goed. Het is veel beter als je je automatisch al aan de regels houdt zonder er steeds over na te denken. Mijn slaap blijkt zich in die tijd nog steeds langzaam verder te verbeteren. Ik slaap nu regelmatig vijf uur en daarna nog wel twee uur nadat ik een tijdje heb wakker gelegen.

Ik heb een automatisme om de moeheid te bestrijden. Mijn hele leven al ben ik als een robot in staat geweest om tegen moeheid in te gaan. Altijd “aan” staan en dan verder niks voelen. Langzaam verandert dit nu, en ik begin een duidelijk verschil te merken tussen de moeheid en de onrust.

Sommige mensen adviseren mij om juist níet aan de moeheid toe te geven maar er juist doorheen te drammen. Zij weten niet dat ik dat al mijn hele leven gedaan heb en dat het niet de oplossing is. Bij burnout wordt zoiets wel vaker gezegd, dat je je klachten gewoon moet negeren. Ik ervaar elke keer weer dat dit een bijzonder slecht idee is; als ik dat doe heb ik binnen enkele weken weer een zeer ernstige terugval met de meest verschrikkelijke klachten.

(Advertentie)

Soms verstoor ik mijn rust door verschillende boodschappen te gaan doen of een klusje in huis. Moet ook gebeuren, maar ik merk dan meteen dat ik de nacht erna onrustiger wakker wordt. Hoe meer ik overdag doe, hoe onrustiger de nachten zijn. Ik ontdek langzaam dat slaapproblemen worden veroorzaakt door gebeurtenissen en activiteiten overdag. Hoe drukker en onrustiger de dag, hoe slechter de nacht. Het heeft weinig te maken met wat voor bed je hebt, hoe je in bed ligt, wat de kamertemperatuur is, etc. Slaaphygiëne is natuurlijk belangrijk maar valt in het niet als je jezelf overdag overprikkelt of overbelast, of als je onrustig bent.

Neem ik meer rust, omarm ik de moeheid en ga ik voor zoveel mogelijk sloomheid overdag, dan wordt de slaap ook weer minder onrustig en duurt deze langer. Dit is enorm goed nieuws en een gigantische vooruitgang; ik krijg weer invloed op hoe goed of hoe slecht ik slaap. De willekeurigheid gaat er vanaf, ik krijg er controle over.

Dus, het is fijn om te merken dat er na al die jaren, na al die worstelingen, nog steeds vooruitgang te boeken is. Alles wordt steeds logischer, alles wordt beter beïnvloedbaar, en alles wordt steeds duidelijker. Het herstelprogramma werkt, maar wel heel langzaam. Volhouden dus!

Volgende keer

Volgende keer: verdere verbeteringen en herstel.

Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram of Threads.