#336: Acht jaar burnout maar ik weet dat ik er zal komen
De tijd vliegt. Ik volg een rust- en herstelprogramma, dat werkt, en dan val ik soms weer terug omdat ik mezelf goed voel en de regels van het programma laat varen. Ik weet het, ik ben de terugvalkoning. Maar er is een verschil tussen toen en nu.
Wie mijn blog al langer volgt weet dat ik regelmatig in dezelfde valkuil trap van overbelasting terwijl ik nog onvoldoende hersteld ben. Maar in de loop der jaren zijn de omstandigheden wel steeds veranderd. In de eerste twee jaar kon ik letterlijk niks, behalve trillen en huilen. Maar ik móest wel door, want mijn vader had zorg nodig, ik raakte mijn baan, mijn spaargeld, mijn vriendin en mijn huis kwijt. In de twee jaar daarna verhuisde ik, moest ik financieel de einden aan elkaar knopen en soms geld lenen. Ik moest wennen aan mijn nieuwe omgeving waar ik niemand kende en de weg niet wist.
Ondertussen deed ik verschillende therapieën, coachings en behandelingen, met wisselend succes. Het mooiste was schematherapie waarmee ik kon afrekenen met mijn ouders en de patronen en trauma’s uit mijn kindertijd. Dit kostte meer dan een jaar maar leverde zeer goede resultaten op. Daarna was ik “ontslagen”, vrij van trauma en een nieuw mens.
Langzaam verder
Langzaam werden de klachten minder en werd ik steeds beter belastbaar. Maar uiteraard kwamen er ook verstoringen. Een uitvaart hier, een kapotte wasmachine daar, een financiële misser of simpelweg mijn eigen domme gedrag konden leiden tot flinke terugvallen. Ook heb ik een half jaar besteed aan het afbouwen van antidepressiva, wat verschrikkelijk zwaar was. En zo vloog de tijd.
Een voorbijganger op mijn blog of Instagrampagina zal wel denken: waarom is die halve gare na acht jaar nog niet hersteld? Maar voor mij is het begrijpelijk, ik ken alle ins- en outs van mijn eigen verhaal en bijna niemand is in staat om meer dan 300 blogposts te lezen. Gelukkig ken ik dankzij mijn blog inmiddels tientallen mensen die ook al langer dan vijf jaar bezig zijn en vast komen te zitten in de raderen van verkeerde adviezen, gemiste nuances, onbegrip van anderen en zichzelf, en de noodzaak van een lange adem.
In de periodes dat het beter ging deed ik steeds braaf wat mij geadviseerd werd: beginnen met wat activiteiten of werk, en dan steeds meer gaan doen. Dit is een advies dat vrijwel iedereen krijgt die een burnout heeft. Maar als je jezelf te vroeg of te vaak gaat belasten dan zal dat tot terugvallen leiden. Bij mij gebeurde dat veelvuldig. Soms een beetje, en soms keihard en diep.
Ik ontdekte dat het activeren, opbouwen en “weer eens wat proberen” bij mij zeer fragiel en gevaarlijk zijn. Ik moet VEEL MINDER doen dan ik denk en ook VEEL MEER rusten dan ik denk, zo concludeerde ik pas in het afgelopen jaar. Ook ontdekte ik dat zelfoverschatting en bagatellisering van de omstandigheden een enorme rol spelen bij burnout, net zoals het simpelweg hebben van haast.
Het is nu begin september 2024. Het mooie is dat mijn terugvallen nog altijd milder zijn en korter duren dan alle vorige. Mijn lichamelijke klachten ook. Tijdens de afgelopen twee jaar zijn de problemen langzaam steeds wat minder erg geworden. Het gevoel werd beter en dus werd het “weer eens wat proberen” steeds makkelijker. Maar daarmee werd het ook gevaarlijker: hoe beter ik me voel, hoe minder redenen ik heb om rustig aan te doen of op tijd te stoppen.
Het klinkt misschien controversieel, maar toen ik in het eerste jaar niet eens een boodschap kon doen en alleen maar huilend op de bank kon liggen leek het leven makkelijker. Ik hoefde niets te proberen want ik kon niks. Ik hoefde alleen maar te liggen met een zacht yogamuziekje op de achtergrond, nadat ik in de ochtend een eindje had gefietst in de natuur. Meer was het niet. Het was niet leuk, het was klote. Maar ik hoefde niet op grenzen te letten, methodes te hanteren of “weer eens wat te proberen”. Ik was platgeslagen en dat was tenminste duidelijk.
Nu voel ik me veel beter en kan ik veel meer. Het huishouden gaat al lang prima en mezelf verzorgen ook. Wandelen, fietsen, kletsen en leuk doen lukken ook allemaal maar ik moet wel oppassen. Ik kan nu zelfs best twee weken achter de computer zitten en allemaal leuke dingen doen. Critici die zeggen:“hoe verklaar je dat je een burnout hebt maar tóch kan werken aan je blog, apps, games of video’s?” hier is uw antwoord. Anderen zullen zeggen:“Nou dan ben je toch genezen?” maar als ik écht twee weken dingen ga doen dan zal ik gegarandeerd weer instorten met de meest verschrikkelijke klachten, en dus doe ik het niet. Dit neemt niet weg dat ik zo nu en dan best wat aan het doen ben.
Wat kan wel en wat kan niet?
Ik moet daarbij steeds laveren tussen duizend beslissingen en ideeën. Ik kan wel dingen doen op de computer maar het moet niet al te leuk zijn want dan gaat het fout. Ik kan wel een uitstapje doen maar het moet niet al te interessant zijn want dan gaat het fout. Ik kan wel afspreken met vrienden maar het moet niet al te ver weg zijn want dan gaat het fout. Ik kan wel bewegen in de natuur maar het moet niet al te lang zijn want dan gaat het fout. Ik kan best een leuk gesprek voeren (zelfs voor de camera of microfoon) maar als ik langer dan drie kwartier gezellig of enthousiast moet doen dan gaat het fout. Ik kan heus wel zaken regelen en administratie doen maar er moeten niet al te veel taken bijkomen want dan gaat het fout.
Het “fout gaan” gebeurt altijd pas 4 tot 24 uur later. Het gaat dus niet meteen fout, of tijdens de activiteiten zelf. Zolang ik bezig blijf voel ik me prima. Pas als ik stop en de “aan” stand weer “uit” gaat dan voel ik de gevolgen. De “uit” stand komt meestal pas een tijdje nadat ik stop; daar zit dus óók een vertraging in. Ik moet dus steeds maar gokken of iets wel of niet kan, en weet dan pas achteraf of het fout gaat. Ik gok niet altijd goed.
En zo gaat de tijd verder. Ik probeer eens wat. Dat gaat een paar weken goed, en dan weer niet. De zomer komt, en een terugval, dan weer opkrabbelen, en dan weer verder met het gokken. Ik ben een tijdje bezig en hopla, de zomer is alweer voorbij. Ik leef niet met de dag, ik leef met kwartalen. Vier kwartalen later en hopla, weer een jaar voorbij.
Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik verder kan herstellen, dat het steeds beter zal gaan, en dat het gokken uiteindelijk minder willekeurig zal worden. Ik zal volhouden want ik zit op het goede pad. Alles wat mij geadviseerd is, van huisarts tot psycholoog tot alternatieve therapieën heeft mij tot nu toe geen verlossing gebracht. Ik ben geen gemiddeld geval, dat was mij in het eerste jaar al duidelijk. Elke behandelaar kijkt mij met grote ogen aan als ik vertel dat ik twee jaar lang dag en nacht heb getrild, van binnen en van buiten. Ook krijgen ik blikken van ongeloof als ik vertel dat ik nooit pieker over mijn situatie. Maar ik pieker écht niet, sorry ik kan er ook niks aan doen, ik pieker niet. Ik heb ben al lang gewend aan mijn situatie en heb deze geaccepteerd.
In de loop der jaren ontdekte ik dat de “simpele” oplossingen bij mij niet werkten. Ik werd heen- en weergeslingerd tussen “het is psychisch”, “het is lichamelijk” en “het ligt juist aan de omstandigheden in je leven”. Ik trof op het internet, in boeken en andere media duizend verschillende meningen en duizend verschillende adviezen nadat ik al lang en breed door huisartsen, psychologen en andere behandelaars onder de loep was genomen. De adviezen die ik kreeg spraken elkaar tegen, waren meestal gefocust op slechts één ding, en waren allemaal gebaseerd op mensen met een minder zware, kortdurende burnout.
Gelukkig kreeg ik in het afgelopen jaar wat meer houvast: het 4-fasen herstelprogramma van Ernst Ellis dat ik probeer te volgen werkt echt. Als het me lukt om geen verkeerde gokjes te nemen en me aan de strenge regels van het programma te houden dan gaat het inderdaad beter met me. Het gaat dan zó goed dat ik daarna wat meer gokjes neem en me slechter aan de regels houd. Hierin ligt dus nog een kans op verbetering en groei, en daarmee ben ik nu bezig.
Omdat ik inmiddels daadwerkelijk verschil begin te merken in de afwisseling tussen activiteit, rust en ontprikkeling, weet ik dat ik écht invloed kan hebben op mijn energie en mijn klachten. Ik heb dus nu, na bijna acht jaar, voor het eerst de mogelijkheid om het herstel te laten stabiliseren en verder te laten vorderen. De tijd vliegt, maar deze luxe heb ik in elk geval in eerdere jaren absoluut niet gehad.
Het afgelopen jaar is ook voor het eerst dat er geen helemaal geen problemen of stressfactoren meer in mijn leven zijn. Ik heb geen financiële of andere problemen. Ik heb geen lastige mensen om me heen, ik woon rustig en mooi. Ik ben omringd door fijne buren en hun leuke kinderen en kleinkinderen en ik heb fantastische vrienden. Niemand doet moeilijk, ik heb een vrijstaand huis, en als buurman Teun een pan soep gemaakt heeft krijg ik ook altijd een bakje.
Wat resteert is de het oplossen van mijn uitputting en overprikkeling. Het gaat nu gebeuren, de omstandigheden voor dit overgebleven deel zijn optimaal. Ik weet dat ik er zal komen.
Volgende keer
Volgende keer: de laatste blogpost.
Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram.