#286: Bij minder rust ga ik weer achteruit
Vorige keer schreef ik over enorme vooruitgang en herstel. Angsten werden minder, slapen ging beter, ik kon weer tegen prikkels en ik had toekomstplannen. Ik vermoedde dat dit door de OR-methode kwam; de inmiddels bekende herstelmethode waarbij je om de paar uur een kwartier tot twintig minuten moet gaan liggen met je ogen dicht.
Daarbij vroeg ik me af of het nou écht door die methode kwam of dat het toeval was. De laatste weken kreeg ik de kans om dit verder te onderzoeken.
Hobbies
Doordat het veel beter met me ging, kon ik wat meer mijn hobbies gaan oppakken: het maken van apps en het maken van YouTube filmpjes over technische onderwerpen. Het ging heel goed, het was heel leuk en ik kreeg echt het gevoel alsof mijn leven weer de goede kant op ging. Ik was er erg blij mee.
Nu heb ik een aantal filmpjes en appjes afgerond en ontdek ik opeens dat ik al een week of twee niet meer heb platgelegen. Door alle activiteiten schoot het erbij in, maar dat was ook niet erg want het ging best wel goed met me.
Bij de psychosomatisch fysiotherapeut ben ik nu klaar. Niet dat ik er écht iets aan had (zie ook blog #282), want ik had zelf het boek van Annemarieke Fleming over de OR-methode al gelezen en de therapeut heeft vrijwel niets toegevoegd.
Anyway, ik ben lekker bezig en neem hierdoor geen liggende rustpauzes meer. Dat is niet de bedoeling natuurlijk, maar dan kan ik wel even testen of het effect heeft op mijn klachten.
Langzaam ga ik nu merken ik dat ik steeds vermoeider word. In het begin is het best lekker, want als ik naar bed ga dan val ik makkelijk in slaap en ik voel me kalm. Dat is een heerlijk gevoel, want ik stond voorheen langdurig steeds “aan” en dan was ik helemaal niet rustig, niet ontspannen, niet kalm, niet chill.
Ik ben erg blij dat ik nog steeds kalm ben en niet meer hyperdepieper en super geactiveerd. Maar zie ik steeds vaker wat onrust verschijnen. Ik krijg een korter lontje, bijvoorbeeld als ik iets laat vallen, iets niet kan vinden, of een vlek op mijn mooie witte trui maak. Als ik me vergis of iets fout doe, als ik honger heb en geen boterham meer in huis heb.
In de nachten word ik wat vaker onrustig wakker en als ik even op de bank neerplof dan moet ik soms huilen zonder reden. Het is duidelijk dat hier sprake is van uitputting. Als ik iets lichamelijks doe, zoals wandelen, fietsen, traplopen, dan krijg ik daarna (als ik weer in rust) ben een enorme moeheid over mijn hele lichaam waarbij ik moet gaan zitten en een half uur lang mijn koppie moet laten hangen.
Ik ben dus echt een heel stuk hersteld, maar leef ik nog steeds op het randje van doodmoe zijn en weer gespannen worden.
Rustig aan doen
Dus ik ga verstandig zijn en mijn geleerde lessen toepassen: ik ga weer rustig aan doen. Ik pak de OR-methode weer op en ga op vaste tijden plat liggen met de ogen dicht. Wat ik opnieuw opmerk is dat het niet leuk is om te doen. Ik wíl eigenlijk helemaal niet gaan liggen elke keer. Pas als ik 4 tot 7 minuten heb gelegen, dan wordt het kalmer en prettiger.
Het is een heel vreemde ervaring om zo’n aversie te hebben tegen het liggen. Zeker omdat ik rationeel gewoon weet dat het heel goed werkt en ik me veel beter voel als ik de methode volhoud. Opnieuw vraag ik me af of ik mezelf niet saboteer. Dat ik misschien helemaal niet beter wíl worden. Ik zou niet weten waarom ik dat zou doen, maar het vóelt wel alsof ik dat doe.
In het boek van Fleming staat dat je inderdaad een aversie kan hebben tegen het nemen van rust, bijvoorbeeld wanneer je ouders het verkeerde voorbeeld hebben gegeven en je de boodschap hebben gegeven dat hard werken en doorgaan goed is, en dat rust nemen lui is. Nou waren mijn ouders wel neurotisch, nerveus of gespannen, maar ze hebben nooit zoiets over luiheid gezegd.
Het is hartstikke leuk om me goed te voelen en lekker aan mijn hobbies te werken, maar het voelt super klote om steeds maar weer te moeten gaan liggen. Terwijl ik het liggen juist nodig heb om de leuke hobbies te kunnen doen. Ik merk duidelijk dat ik weer achteruit ga doordat ik minder rust neem.
Nou hoort dat ook wel weer bij burnout, dat je energie krijgt en dan lekker en leuk bezig bent en dat het daarna weer wat minder gaat. Ik moet er dus niet te zwaar aan wegen. Hoe dan ook, mijn agenda is leeg (heerlijk), ik hoef niks (heerlijk), ik mag van alles (fijn), het wordt lente (is nu maart 2023) en ik gooi weer met goede moed de OR-methode erin.
Als het over een week of twee weer beter gaat dan is het voor mij wel overduidelijk aangetoond dat de OR-methode écht werkt en écht de oplossing is voor mijn burnout.
Via Instagram krijg ik enkele reacties van mensen waarbij de OR-methode ook goed helpt. Deze methode is eigenlijk niet bedoeld voor mensen met een burnout, maar volgens mij is het nemen van belachelijk veel extra liggende rust- of slaapmomenten écht de oplossing.
Volgende keer
Volgende keer ontdek ik dat mijn lichaam steeds meer normaal gaat doen.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.