#178: Ik werk aan de toekomst
Zoals ik al eerder schreef: mijn burnout is voor een groot deel voorbij (zie blog #173) maar de resterende klachten zijn wel echt gigantisch verstorend: voortdurend heb ik een zwaar en rot gevoel in mijn hoofd (angsten) en ik ben niet belastbaar. Zodra ik dingen ga doen volgt er altijd weer een terugval.
Even een paar dagen actief zijn in huis: terugval in bed. Een paar keer afspreken met mensen: terugval in bed. Wat langer computeren of TV kijken: terugval in bed. Actief zijn, buiten wandelen, autootje wassen: terugval in bed. In bed gebeurt het tegenwoordig allemaal: angstaanvallen, hartkloppingen, trillen, zweten, enge dromen. Een totaal kapot gevoel; nergens tegen kunnen, en angst, angst, angst.
Vakantiecrash
Dit is allemaal gelukkig wel begrijpelijk en normaal. Bij een gezond persoon bouwt stress en spanning op, en zodra je rust neemt bouwt het weer af en ontlaadt het zich. Veel mensen krijgen bijvoorbeeld hartkloppingen, zweten, een rotgevoel of pijn zodra ze een half uurtje op de bank zitten met de ogen dicht en niks doen: geen telefoon, geen TV, geen andere mensen. Dat voelt ontzettend rot, en zodra je weer de “malle molen” ingaat, doorgaat met jezelf prikkelen, werken, kletsen, en dingen doen, dan gaat het weer weg en voel je je goed.
Dat is helaas de verkeerde manier, je moet eigenlijk juist NIET doorgaan. Het is bizar hoeveel mensen ik spreek die dit ervaren. Gewone gezonde, werkende mensen die deze verschijnselen krijgen zodra ze even niks doen. Doe je het langdurig op deze manier dan krijg je het effect dat je instort of ziek wordt zodra je op vakantie gaat: de vakantiecrash. Heel veel mensen hebben hier last van. De vakantie is dan precies lang genoeg om weer enigszins te herstellen en het daarna weer een jaar vol te kunnen houden. Zo zouden we niet moeten leven, maar veel mensen doen het wel.
Wat mij nu overkomt is precies hetzelfde, maar dan in het klein: spanning bouwt zich overdag op, en in bed is het rustmoment en dan komen de lichamelijke effecten en klachten. De mini-vakantiecrash, elke avond in bed. Hierdoor lijkt het alsof er geen vooruitgang is: ik blijf maar in de misère leven en voel me eigenlijk altijd klote. Alle dingen die ik steeds probeer te doen om hier vanaf te komen, lijken niet echt te helpen. Het gaat wel beter met me, maar ik voel dat nog niet echt duidelijk.
Dus ik ga nu maar dingen doen die niet zo zeer zijn gericht op het wegnemen van deze klachten, maar meer op de toekomst.
Als ik aan het klussen ben, weet ik dat ik die avond angstaanvallen zal krijgen. Maar ik werk aan mijn nieuwe radiatoren omdat dat mijn huis beter maakt en ik lekkerder in warmte kan zijn. Als ik aan het computeren ben, weet ik dat ik kapot ga maar ik ben wel dingen aan het maken waar ik misschien ooit weer geld mee kan verdienen.
Als ik afspreek met mensen weet ik dat ik er niet goed tegen kan, maar ik bouw wel aan sociale contacten en vriendschap. Als ik mijn administratie doe, weet ik dat mijn kop binnenkort weer op hol slaat, maar in elk geval heb ik geen schulden en kloppen mijn financiën.
Als ik buiten wandel, in het zonnetje op de dijk zit, of een ritje maak met de auto langs lieftallige Friese dorpjes, weet ik dat ik daarna zó uitgeput zal zijn dat het lijkt alsof mijn burnout nooit meer overgaat. Maar ik vind het leuk en het vermindert de verveling en de uitzichtloosheid.
Ik doe dit allemaal in de hoop dat de toekomst beter zal zijn. Dat ik verder zal herstellen. Dat er een dag komt dat ik dit gewoon kan doen zonder dat ik instort, zonder dat ik terugval, zonder dat het me zwaar valt. Dat is de hoop die ik heb. Elke dag weer, elke dag weer als het ijdele hoop lijkt te zijn, sta ik weer op uit bed en doe ik die dingen weer waarvan ik kapot ga.
Geen andere optie
Er is geen andere optie. Ik kan niet in bed blijven liggen. Ik durf soms niet. Ik durf dan bijna niks meer te doen omdat ik weet dat ik er een rotgevoel van krijg in mijn hoofd, duizelingen, uitputting en angsten. Maar toch moet het. Ik móet boodschappen doen. Ik móet eten maken. Ik móet administratie doen en ik móet ook leuke dingen doen anders is het leven gewoonweg niet meer te leven.
Het gaat vervolgens altijd fout. Ik schreef al eerder dat ik tijdens mijn burnout steeds het advies kreeg om dingen die tot klachten leiden te vermijden, en dingen waarvan ik me goed ga voelen vaker te doen. Maar dat kan niet. Het is onmogelijk. Er zijn geen dingen waarvan ik me goed ga voelen. Van ALLES ga ik me slecht voelen.
Ik probeerde maar en probeerde maar. Wandelen, fietsen, naar strand, bos en duin. Puzzelen, schilderen, lezen. Kletsen, afspreken, thee drinken. Internetten, spelletjes doen, Netflix kijken. Administratie doen, computeren, werken. Coaching, fysio, hapto, shiatsu. Het maakt niet uit. ALLES zorgt voor terugvallen en angsten in bed, NIETS zorgt voor ontspanning of een lekker gevoel.
Eigenlijk klopt dit ook wel. Alles wat je doet kost energie en wakkert het normale stresssysteem van je lichaam aan. Het enige dat ontstresst is rusten, slapen en huilen. Dingen “waar je energie van krijgt” (zie blog #141) bestaan niet, behalve eten en slapen. Er zijn wel wat dingen die ontspannend werken; die bestaan voornamelijk uit de hersenen NIETS laten doen en het lichaam laten rusten. Bijvoorbeeld in bad liggen, wat bladeren in een dom huis-aan-huis krantje zonder echt te lezen, een heel rustig muziekje luisteren, diep ademhalen. Héél misschien een massage, maar dan wel bij een masseur die zijn bek houdt en geen muziek aan heeft staan.
Actief willen herstellen
Jarenlang ben ik bezig geweest met “actief willen herstellen”. Dat wil zeggen: dingen doen waarvan je beter wordt. Maar die dingen bestaan niet. Mijn systeem is dusdanig ontregeld dat er bij de minste of geringste activiteit symptomen van angst en uitputting verschijnen. Als daarna weer ontspanning volgt (slapen, huilen, diep ademhalen) wordt het weer wat minder.
Ik ben daar nu mee gestopt, met actief willen herstellen. Ik doe gewoon wat ik wil. Niet dat ik mijn burnout negeer, want die is niet te negeren, maar ik ga niet langer stil zitten in de hoop dat de klachten weg gaan. De klachten gaan niet weg, in elk geval niet op korte termijn. Ik ga natuurlijk wel mijn grenzen in de gaten houden; het is niet mogelijk om door de burnout heen te rammen. Maar ik ga ook niet meer van te voren al bang zijn dat ik zal instorten als ik iets doe. Want ik stort toch wel in.
En zo werk ik aan de toekomst. Ik weet niet of het de juiste weg is, maar alle andere wegen heb ik allemaal al gedaan. Ik ben uitbehandeld (zie blog #163), dus ik moet mijn behandeling nu zelf gaan bedenken.
Het is nu nog kut, maar in de toekomst is het misschien beter. En in het verleden was het nog veel kutter, dus er is vooruitgang. Deze vooruitgang zal zich hopelijk zo voortzetten, ook al gaat het niet met de gewenste snelheid. Dit is mijn nieuwe plan voor de toekomst. Ik hoop dat het bevalt.
Volgende keer
Volgende keer: afleren wat je allemaal “moet”.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf op Instagram.