#72: Een burnout ligt niet alleen aan je werk
Een burnout is volgens de officiële lezing een beroepsziekte. Deze begint met stress en dan overspanning door toedoen van het werk, en als dat maar lang genoeg duurt dan geeft het lichaam het op, volgt er decompensatie en heb je een burnout.
Maar het is eigenlijk onzin dat het alleen maar aan je werk zou liggen. Je lichaam en geest reageren gewoon op álle stressfactoren en overbelasting, ongeacht waardoor deze worden verzoorzaakt. Je lichaam maakt écht geen onderscheid tussen uitputting vanwege de zorg voor een ziek familielid of uitputting omdat je baas een lul is.
Dat burnout altijd met werk te maken heeft is puur een juridische redenering; verzekeraars kunnen hierdoor je werkgever de schuld geven en dan hoeven ze niet te betalen. Lekker makkelijk. Vreemd eigenlijk, dat bedrijven niet massaal in het geweer treden tegen deze situatie en dat ze niet aan de bel trekken bij de politiek. In plaats daarvan laten ze hun arbo-arts de onjuiste diagnose “psychische problemen” stellen en is de patient weer eens de pineut en krijgt de verkeerde behandeling.
Bedrijfsartsen, maar ook het UWV, verzekeringsartsen en huisartsen doen hier aan mee. Ligt het niet aan je werk? Dan is het geen burnout. Hoe je het dan wel moet noemen? Dat weet je eigenlijk niet, en dan krijg je weer de discussie dat een burnout eigenlijk niet bestaat (zie blog #48) of dat je een onverklaarbare aandoening hebt. Simpelweg omdat de definitie van burnout stelt dat het door het werk moet zijn veroorzaakt. Wie heeft zin en energie om hierover na te denken? Niemand die een burnout heeft.
Psychologen doen niet aan de diagnose “burnout”. Zij noemen het een Somatische Symptoom Stoornis en dat is misschien ook maar beter, want daarbij geldt niet de voorwaarde dat het aan het werk ligt, en maakt men geen scheiding meer tussen lichaam en geest. Maar in de volksmond snapt niemand wat dat is, terwijl de meeste mensen wél snappen wat een burnout is: je bent opgebrand en kan simpelweg niks meer.
Energiehuishouding en stress
Uiteraard kan een burnout best helemaal aan het werk liggen, dat komt voor. In de praktijk is het vaak een combinatie van allerlei verschillende omstandigheden die naast het werk óók een rol spelen.
Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van familieproblemen, financiele problemen, een drukke gezinssituatie of alleenstaande ouder zijn, (langdurige) ziekte van ouders of kinderen, mantelzorg, relatieproblemen, medische problemen, ruzie, pesten, drugsgebruik, maar ook bijvoorbeeld simpelweg lange dagen maken, elke dag in de file staan of te weinig slaap, vrije tijd of vakantie nemen. Zelfs gewoon verhuizen, een relatie krijgen, gaan samenwonen of een kind krijgen kan voor langdurige stress zorgen, ook al is dat allemaal heel leuk.
Sterker nog, al is je baan heel leuk en heb je geen andere problemen dan nóg kan je jezelf uitputten door te veel energie te verbruiken en te weinig te slapen of rust te nemen. Je kan bijvoorbeeld zo perfectionistisch zijn dat je bij alles wat je doet veel meer energie en tijd gebruikt dan een gemiddeld persoon. Of je bent een “pleaser” en offert jezelf steeds maar op voor anderen in plaats van aan jezelf toe te komen. Ook kan het bijvoorbeeld zijn dat je door overmatig sporten, gamen, internetten of andere activiteiten probeert te ontsnappen aan je gevoelens, en jezelf daarmee overbelast en overprikkelt en nooit genoeg rust neemt.
Ook wanneer je enorm veel plezier in je werk beleeft en daarnaast nog een inspannende hobby hebt waar je totaal in opgaat, of als je nevenfuncties, veel sociale activiteiten of andere intensieve bezigheden hebt en daar tegenover onvoelde rust en ontspanning staan, kan je overspannen en burnout raken. En vergeet daarbij niet dat “rust en ontspanning” tegenwoordig bestaan uit voortdurend alle apps en social media op je telefoon verversen, in plaats van écht rust te nemen. (Zie blog #65).
Burnout ontstaat dus niet alleen maar omdat je werk je te veel is geworden of omdat “het slecht met je gaat” in een privé situatie. Het ontstaat als er langdurig onvoldoende rust en ontspanning tegenover ál je inspanningen staat, zowel lichamelijk als geestelijk.
Vergelijk het met een topsporter die overtraind is; deze stort net zo hard in en het lichaam doet exact hetzelfde als bij een burnout. Het houdt er gewoon mee op, ook al beleeft men enorm veel plezier aan de sport zelf.
Dat nét die ene lange drukke dag op het werk de druppel is die leidt tot een totale instorting, is meestal gewoon toeval. We zijn immers het grootste deel van ons leven op ons werk (of aan het werk) en dus is de kans groot dat we op die plek instorten en dan concluderen dat onze burnout door het werk komt. Natuurlijk is werkstress een grote factor; je wordt onder druk gezet om altijd bereikbaar te zijn en je 110% in te zetten, en als je juist níet meedoet aan alle onzinnige vergaderingen, borrels, uitjes en andere werkverplichtingen om nog enigszins tot rust te komen dan kan je nog onder stress staan omdat je er dan “niet bijhoort” of niet genoeg doet “voor de zaak”.
De werkelijkheid is dat het vaak een combinatie is van alle bovengenoemde factoren; zowel werk als niet-werk. Daarbij moet worden opgemerkt dat dingen die als leuk of prettig worden ervaren weliswaar energie kosten, maar veel minder snel stress zullen opleveren.
De rol van stress tijdens het herstel
Het herstellen van een burnout gebeurt pas als er zoveel mogelijk stressfactoren worden weggenomen en er genoeg rust genomen kan worden. Hoewel stoppen met werken een belangrijke factor is (dokters en werkgevers hameren er vaak op om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan, wat vaak averechts werkt) is het niet het enige dat nodig is om te herstellen.
Ik verloor bijvoorbeeld mijn baan (zie blog #17) en dat luchtte erg op. Nu kon ik eindelijk beter worden, dacht ik. Maar de zorg voor mijn demente vader en de aanloop naar zijn dood (zie blog #45) bleven gewoon in mijn leven. Mijn relatie ging uit, en de verwerking daarvan duurde maanden. Beide factoren hebben er minstens een jaar lang voor gezorgd dat ik nauwelijks herstelde.
Als je een burnout hebt spelen zaken die tijdens de burnout spelen dus óók een rol, ook al werk je niet. Het leven gaat namelijk gewoon verder. Dit soort dingen kunnen de burnout erger maken of het herstel negatief beïnvloeden. En daarom is het vaak ook zo’n worsteling om uit een burnout te komen. Stoppen met werken wordt vaak gezien als de enige remedie, maar dat is een vorm van tunnelvisie.
Het niet accepteren van de burnout en te snel weer aan het werk willen (of moeten, omdat de werkgever of arbo-arts daarop aandringt) zijn belangrijke zaken die er vaak voor zorgen dat het herstel niet op gang komt of langzamer zal verlopen. Maar het kan ook omgekeerd zijn: als je een zeer stressvolle thuissituatie hebt dan kan het zo zijn dat je juist beter af bent op je werk, als daar wél rust en stabiliteit is. Je moet dan juist de thuissituatie zien te ontvluchten of liever nog: deze verbeteren. Ook hier weer geldt: herstellen lukt pas als je voldoende stressfactoren wegneemt, ongeacht of het met je werk te maken heeft.
En dan zijn er nog de stressfactoren die veroorzaakt worden door de burnout zelf. Als je je baan verliest of gezeik met je baas hebt doordat je zo lang ziek bent, dan moet je dat ook nog eens allemaal verwerken, terwijl je hersenen niets meer aan kunnen. Ook moet je omgaan met het idee dat je leven nu heel anders zal worden dan je gewend bent. In één klap ben je bijna alles kwijt waar je voorheen op kon vertrouwen. Ook dát moet verwerkt worden en een plek krijgen, terwijl je maar nauwelijks een kopje thee kan zetten.
In de diagnose van mijn nieuwe psycholoog (zie blog #75) staat dat er zaken zijn die mijn burnout in stand houden of de genezing hinderen. Zo is er sprake van schema’s die ontstaan zijn in mijn jeugd en zijn er zorgen over werk en toekomst. Nou inderdaad! Kan ik ooit beter worden? Wat ga ik doen als ik weer kan werken? Kan ik ooit nog wel werken? Is het wel écht een burnout of heb ik een andere ziekte? Kan ik ooit nog wel iets leuks doen zoals een vakantie? Deze gedachten leiden op hun beurt ook weer tot stress die ik helemaal niet nodig heb.
En dan die “schema’s uit mijn jeugd“. Wat zijn dat? En hoe krijg ik ze weg? Ze zitten het herstel van mijn burnout in de weg! Het volgen van schematherapie kan hierbij helpen, maar het duurt ook weer minstens een jaar voordat daar enig effect uit komt.
Als iemand dus zegt dat hij/zij een burnout heeft, of als je er zelf één hebt, ga er dan niet zomaar vanuit dat het alleen maar aan het werk heeft gelegen. Dat “iemand zijn baan niet aankon”, bijvoorbeeld, is een ontzettend denigrerende conclusie. Toch wordt deze door veel werkgevers en burnout-slachtoffers getrokken omdat zij niet beter weten.
Een burnout en hoe langzaam je daarvan herstelt liggen dus écht niet alleen maar aan het werk, ook al vinden medische professionals dat je het dan geen burnout meer mag noemen.
Kut, ik heb een Somatische Symptoom Stoornis.
Volgende keer
Volgende keer boek ik zowaar wat vooruitgang in mijn herstel.