#124: Op vakantie met mijn burnout (deel 2)
Nadat ik met de hoteleigenaren gesproken heb (zie blog #123) ga ik op mijn bed liggen. Ik schrijf wat aan mijn blog en probeer daarna te niksen met mijn ogen dicht. Ik word wat rustiger, gelukkig. Nou, daar lig ik dan met mijn burnout, 950 kilometer van huis. Een paar uur lang lig ik plat en geef ik mijn hersenen de kans om te ontprikkelen. Maar ze ontprikkelen niet en gaan door met bonzen en gonzen.
Ik ga daarna een half uurtje buiten wandelen in de sneeuw. Het dal waar ik ben is UNESCO werelderfgoed, en het is PRACHTIG. De huizen, stallen en hutten zijn honderden jaren oud. Het ruikt er heerlijk naar dennenbomen en koeienstallen en fris stromend water. Alles is bedekt met 60 cm sneeuw. Er loopt een beek die een heerlijk bruisend geluid maakt. De bewoners zeggen mij vriendelijk gedag ook al ben ik een stomme toerist die over de sneeuw struikelt en meteen moet hijgen als de weg een beetje omhoog loopt.
Het gaat regenen maar ik vind het niet erg. Ik wandel lekker en maak foto’s. Morgen komt er weer nieuwe sneeuw. Zal ik dan eens de piste op gaan? Dan moet ik wel eerst ski’s huren. Ik word wel een beetje zenuwachtig van het idee. Mijn hersenen lijken niet in staat om zoiets eenvoudigs als ski’s huren te gaan doen. Mijn hartslag blijft bonken in mijn kop.
De kapel
Ik zie een bordje dat wijst op een wandelroute naar een klein kapelletje dat honderden jaren oud is. Ik ben niet gelovig maar vind kapelletjes wel mooi. Dit kapelletje heeft extra betekenis, want mijn moeder vertelde mij ooit dat dit haar favoriete kapelletje was. Ik loop verder maar kom dan bij een bord waarop staat dat je alleen op eigen risico verder mag lopen want er is lawinegevaar. Ik besluit om niet verder te gaan.
Ik ga een andere kant op en tref na enige tijd een ander kapelletje. Ik ga naar binnen en zie een gouden mariabeeld. Ik sta een paar minuten stil en denk aan mijn ouders, die bijna 15 jaar lang in dit dal zijn geweest toen ze nog leefden. Ongetwijfeld zijn ze ooit eens in deze kapel geweest.
“Dag lieve mama en papa,” zeg ik hardop, “Dag lieve mama en papa, zijn jullie hier? Kunnen jullie mij zien? Het is hier zo mooi. Ik denk aan jullie en ik hou van jullie. Dag lieve papa en mama. Kunnen jullie mij horen? Bedankt dat jullie mij hier ooit naar toe hebben gebracht. Bedankt lieve papa en mama.” Ik begin te huilen terwijl ik deze woorden uitspreek tegen het mariabeeld, dat wazig de verkeerde kant op voor zich uitstaart.
Huilend verlaat ik de kapel. Ik ben omringd door witte bergen. Ik huil heel hard voor me uit:“dag lieve mama en papa! Dag lieve mama en papa!”. Ik hoor de weerkaatsing van mijn uitroep over de rotsen schallen, totdat het gebruis van de rivier de Lonza weer de overhand neemt. Ik kalmeer. Volgens mij ben ik heel goed iets aan het verwerken. Het is een bijzonder gevoel. De regen verandert opeens in sneeuwvlokjes. Dag lieve papa en mama. Ik hoop maar dat de lokale bevolking niet denkt dat er één of andere gek loopt te schreeuwen.
Dineren
Om 18:00 ga ik naar het restaurant van het hotel. Er is verder niemand want alle andere gasten zijn vanochtend naar huis gegaan. Ik mag in mijn eentje dineren. Kijk, zo doen we dat, een privékok! Ik bestel een steak van lokaal rund met warme groente (want ik doe niet aan salades) en handgemaakte rösti (CHF 44,-). Heerlijk. Echt zo lekker! Ik geniet van het eten maar voel me wel gehaast.
Maar mijn lichaam trilt en ik ben zenuwachtig. Ik kan niet kalm en rustig genieten. Ik merk dat ik de steak best wel gejaagd opeet. Binnen 10 minuten heb ik hem naar binnen geschranst, puur uit nervositeit.
Ik klets een tijdje met de serveerster. Ze is Duits en heeft ook een burnout gehad. Op haar 45e is ze vanuit Duitsland naar Zwitserland verhuisd, want dat is wat ze wilde om haar leven weer op het juiste pad te krijgen. Zal ik ook naar Zwitserland verhuizen? Het valt me op dat iedereen lief en aardig is, en dat iedereen het herkent, een burnout. Het komt zo vaak voor. Zelfs in een lief klein dalletje in Zwitserland, waar de rust altijd overheerst.
Nachtrust
Om 19:00 ben ik weer zo ontzettend moe en overprikkeld dat ik maar naar bed ga. Slapen kan ik niet. Alle indrukken van de dag, de herinneringen aan mijn ouders, de beelden van de sneeuw, de huisjes, het dal, de bergen, het mariabeeld, de serveerster en de rösti vliegen door mijn kop. Mijn hartslag bonkt en bonkt in mijn hoofd, en mijn hele lichaam trilt als een idioot.
Om de paar uur moet ik weer huilen. Ik weet niet hoe ik moet liggen. Het bed is op zich lekker maar het is niet mijn bed. Ik ben steeds half wakker en val niet in slaap. Pfoeh, wat een ramp. Dit is de tweede nacht dat ik niet kan slapen. Ik neem 2 mg Diazepam. En dan nog een keer 2. En dan voor de derde keer 2. Dat lijkt veel, maar de meeste mensen nemen 10 mg in één keer dus ik hoef me geen zorgen te maken.
Als het 06:00 is begint mijn kop weer te zeuren, ditmaal over het ontbijt. Ik wil niet ontbijten in de eetzaal, het is mij te druk. Oh nee, wacht, er is niemand, ik ben de enige gast. Waarom zou het personeel eigenlijk de hele ontbijtzaal optuigen voor mij alleen? Zal ik ze opbellen en zeggen dat een paar broodjes jam en een yoghurtje genoeg zijn? Nou rustig maar Martin, je hoeft niet alles te regelen. Je hebt vakantie én je hebt een burnout. Dus je HOEFT NIETS.
Om 6:30 ben ik zó nerveus dat ik van gekkigheid niet meer weet wat ik moet doen. Ik lig te trillen en ik moet weer huilen. Ik besluit dan maar om buiten te gaan wandelen, misschien kalmeer ik dan wat. Heerlijk, sneeuw, kou, frisse motregen. Maar als ik terugkom na een half uurtje ben ik over mijn hele lichaam aan het trillen en lijkt alles nog veel erger te zijn geworden. GODVER die klote burnout. GODVER die nervositeit en die angsten. GODVER waarom kan ik niet kalmeren en genieten? Oh ja, het hoort erbij. Het hoort erbij. Het hoort erbij.
Terug naar huis
Ik ben een beetje boos en tegelijkertijd ultra-zenuwachtig, Dan grijp ik mijn laptop en koop een treinkaartje terug naar huis. Shit, een enkele reis terug is twee keer zo duur als een retour heen. Nou ja, ik wil naar huis. Het kan me niet schelen, ik wil naar huis. Of toch niet? Moet ik niet nog een paar dagen afwachten? Nee, ik weet het zeker, ik wil naar huis. Luister naar je gevoel, Martin.
Ik wil om 08:00 de deur uit gaan want ik moet mijn huurauto nog terugbrengen en om 09:00 rijdt mijn trein. Er is nog geen personeel in het hotel want ik heb gisteren aangegeven dat ik sowieso niet vóór 8:00 uit bed zou zijn. Aargh, lekker handig. Dus de eigenaar en zijn vrouw slapen lekker uit. Aaargh, ultra-stress! Wat moet ik doen? Dan arriveert gelukkig de vrouw van de eigenaar. Ik reken af. Ze is lief en wenst me sterkte.
Huilend rijd ik met de huurauto terug. Ik tref het lokale toeristenbureau dat nét open gaat. Daar koop ik een muts met een bolletje er op. Een muts met het logo van het dal. Die muts kan je niet online bestellen, je móet naar het dal toe om er één te bemachtigen. Het is een trofee. Met tranen in mijn ogen en mijn nieuwe muts op mijn hoofd wacht ik op de bus. Ik zeg goedemorgen tegen oude nonnetjes die met de bus naar hun werk gaan. Hebben nonnetjes werk? Ik weet het eigenlijk niet. Maar ze gaan in elk geval wel met de bus ergens heen.
Succes!
Vaarwel Zwitserland. Na een vlotte reis ben ik twaalf uur later weer thuis. Pfoeh. Binnen 3 dagen heen- en weer naar Zwitserland geweest. Vakantie mislukt. Of toch niet? Ik had vijf doelen voor dit avontuur: op vakantie durven gaan, échte sneeuw zien, afscheid nemen van mijn ouders, skiën en een muts kopen met het logo van het dal erop. Ik heb alleen niet geskied. De andere vier doelen zijn behaald. Dat is dus 80% succes.
Ik denk dat ik een ENORME stap heb genomen. Een enorme, goede stap. Het was geen sprankelende, te gekke skivakantie met allerlei hoogtepunten. Het was meer huilen dan wat anders. Maar het was mooi. En het was goed.
Volgende keer
Volgende keer kom ik weer tot rust en herstel ik van mijn vakantie-avontuur.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.