#291: Ook jij weet niet wat energie is
Een groot deel van onze samenleving is steeds vaker vermoeid, van pubers tot studenten tot werkende volwassenen. Burnout, de overtreffende trap van uitputting, is inmiddels al jaren -na griep- de grootste oorzaak van uitval in het bedrijfsleven. Toch is er maar weinig aandacht voor wat vermoeidheid en uitputting nou eigenlijk zijn, en onze basiskennis over de energiehuishouding schiet ernstig te kort.
De meeste mensen (ja, ook jij) weten helaas niet wat energie is en hoe de energiehuishouding in ons lichaam werkt. Dit terwijl de (neuro)wetenschap al lang weet hoe het zit.
Psychosomatisch
Ook bij behandelaars schort het er nog wel eens aan. Huisartsen (h)erkennen uitputting niet wanneer een patiënt zich meldt met vermoeidheid, overspanning of burnoutklachten. Zodra lichamelijke aandoeningen zijn uitgesloten zal de conclusie zijn dat er een “psychosomatisch” probleem is, in plaats van gewoon uitputting.
Een gezonde persoon die de hele week hard werkt en vrijdagavond uitgeput op de bank neerploft, zal nooit van de partner te horen krijgen:“nou schat, je hebt geen ziektes dus je vermoeidheid móet wel psychosomatisch zijn”. Nee, men heeft gewoon een week lang energie verbruikt en is dus gewoon echt moe. Helaas maken artsen wél voortdurend dit soort onterechte opmerkingen.
Vermoeidheid, overspanning en burnout zijn automatische signalen van het lichaam die jou er op wijzen dat je jezelf aan het uitputten bent. Dit betekent niet dat je ziek of ongezond bent: het is zelfs een duidelijk teken dat het zenuwstelsel gewoon keurig werkt. Dat je uiteindelijk huilend instort en maandenlang kapot bent is een normale reactie van ons brein en het autonome zenuwstelsel.
Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen lichamelijke en geestelijke overbelasting. De reactie is hetzelfde: het lichaam protesteert tegen de uitputting met allerlei vervelende lichamelijke en geestelijke symptomen. Het doet er niet toe of er te veel energie is uitgegeven aan psychische of juist lichamelijke zaken.
Activatie en conditieopbouw
Mensen met vermoeidheid, overspanning of burnout worden meestal geactiveerd in plaats van dat rust en slaap worden voorgeschreven. “Eerst een beetje doen, en dan steeds méér gaan doen” is steevast de boodschap. Behandelaars negeren de uitputting en geven de patiënt zogezegd een “schop onder de kont”.
Gesprekstherapie, hardlopen in het bos met een coach, cursussen mindfulness of yoga. Al dit geactiveer zorgt er alleen maar voor dat de uitputting nog groter wordt. De patiënt heeft waarschijnlijk maanden of jarenlang in een turbo-stand gestaan en zou nou eindelijk eens met rust gelaten moeten worden én juist begeleiding moeten krijgen om zoveel mogelijk activiteiten en verantwoordelijkheden te staken.
Het opbouwen van conditie heeft overigens géén invloed op energietekorten en uitputting. Wanneer het energietekort niet wordt aangepakt met extra rust en slaap zullen er géén voordelen ervaren worden van conditieopbouw.
Energie is geen energie
We krijgen niet van huis uit mee hoe de energiehuishouding van het lichaam werkt. We verwarren enthousiasme doorgaans met energie. “Ik krijg hier energie van” wordt vaak geroepen als men iets leuks te doen heeft. Maar alle activiteiten, hoe leuk ze ook zijn, kósten in werkelijkheid juist energie die het lichaam moet leveren.
Ook vaker gaan sporten geeft meestal een gevoel dat de energie toeneemt. We vergeten dan dat er ter compensatie óók meer gerust moet worden,
Het enige dat daadwerkelijk energie OPLEVERT, is rusten en slapen.
Alles wat niet rusten of slapen is, KOST energie.
Wie bovenstaande twee zinnen leest zal vrij snel een ontkennende reactie in zich op voelen komen. “Nee hoor, ik krijg écht energie als ik iets leuks te doen heb! Ik voel het gewoon”. Het enthousiasme maakt immers prettige stoffen in het lichaam vrij waardoor het voelt dat je er even lekker tegenaan kan gaan. Maar dat is in werkelijkheid geen energie die je op één of andere manier gratis krijgt; je lichaam gaat alleen maar harder werken, wat lekker aanvoelt.
Dergelijk enthousiasme kan een energiegebrek zelfs dusdanig onderdrukken dat het net lijkt alsof je eeuwig door kan gaan. Je kan doodmoe zijn maar tóch enthousiast doorgaan en denken dat je energie hebt. Denk eens aan een klein kind dat maar niet moe lijkt te worden van de hele middag rondjes rennen. De moeheid verschijnt pas als de wilskracht op is, en dat is vaak te laat: huilend en tegenstribbelend valt het kind in slaap want het is allemaal te veel geweest.
Een burnout is precies hetzelfde als het rennende kind dat instort, maar dan keer honderd. Men is veel te lang doorgegaan omdat de problemen niet meer te overzien waren, of misschien wel omdat het enthousiasme te groot was. Het hoeft dus niet per sé “slecht met je te gaan”, ook mensen met een leuke baan en fijne collega’s kunnen in een burnout terecht komen als de belasting langdurig groter is dan de belastbaarheid.
Het inzetten van “energieopwekkers” zoals cafeïne of andere oppeppende middelen geeft ook al geen energie. Het creëert slechts een stressreactie in het lichaam waardoor moeheid en uitputting minder goed voelbaar zijn. Ondertussen gaat het energieverbruik gewoon door en er komt helemaal niets bij. Toch denken we dat we “energie krijgen” van dit soort middelen.
Een vaak vergeten probleem is dat je óók verstoorde referentiekaders kan hebben over hoe moeheid en ontspanning nou eigenlijk horen aan te voelen. Wie langdurig vermoeid is kan daar namelijk aan wennen. Deze mensen zullen het woord “uitgeput” nooit noemen en denken dat ze alweer opgeknapt zijn als de moeheid een beetje gezakt is. In werkelijkheid hebben ze dan nog steeds geen energie.
Ditzelfde kan ook gelden voor gevoelens van (over)spanning en stress. Wie maandenlang “aan” heeft gestaan in een stresstoestand, is daaraan gewend. Als de stress dan een klein beetje daalt voelt het meteen al goed en denkt men van het probleem af te zijn, terwijl men nog steeds niet ontspannen is.
Wie gewend is aan moeheid en overspanning zal snel terecht kunnen komen in terugvallen. Je wéét simpelweg niet meer hoe het écht hoort te voelen. Misschien vertel je zelfs wel aan je behandelaar dat “het best goed gaat nu” terwijl dat niet het geval is. De behandelaar zou dit met een korrel zout moeten nemen en daadwerkelijk metingen moeten verrichten.
Energie-educatie
Wat weten wij dan eigenlijk wél over onze energiehuishouding? Dat je ‘s avonds naar bed moet gaan en wel “genoeg moet slapen”, want anders word je moe. Maar dit weetje is een véél te beperkte en versimpelde weergave van hoe je op een gezonde manier je energie op peil houdt.
Niemand lijkt te weten wat uitrusten nou eigenlijk is en dat het óók op meerdere momenten overdag moet plaatsvinden.
Wij denken dat een kopje thee drinken in de tuin en dan op de telefoon kijken uitrusten is. Maar dat is het niet, het is een activiteit. Wij denken dat een film kijken met een zak chips “uitrusten” is, maar het is een activiteit. Wij denken dat in bus of tram zitten of met de auto naar huis rijden “uitrusten” is, maar het zijn activiteiten. Dergelijke zaken zijn natuurlijk geen zware inspanningen, maar ze kosten nog steeds gewoon energie.
Maar wat is dan wél uitrusten? Kijk eens naar een kat die het grootste deel van de dag slaapt. Of schapen in de wei die meestal maar een beetje liggen. Slechts 15 to 20 procent van de dag wordt er door deze dieren actief “gewerkt” om te overleven. En zo doen vele zoogdieren dat.
Dat is een natuurlijke, rustige staat van zijn, die van oorsprong óók voor de mens geldt. Oervolkeren besteedden niet meer dan vier tot vijf uur per dag aan noodzakelijk werk voor overleving. Voor de rest werd de tijd ingevuld met rusten, eten, liggen, verhalen vertellen, spelen, en slapen. Dit vinden wij tegenwoordig “lui” of “saai” en we willen uitdagingen, lawaai en entertainment. We geven hierdoor inmiddels veel méér energie uit dan onze voorvaderen, en zijn daarbij steeds mínder gaan rusten en slapen.
Ons lichaam doet pas daadwerkelijk aan energieherstel als je in een liggende houding bent en je ogen dicht doet, net zoals bij de kat en het schaap. Zonder radio, TV, en telefoon. Al enkele seconden nadat je je ogen sluit beginnen de hersenen met de verwerking van informatieprikkels en het opruimen van emoties. Energieherstel in het lichaam begint al na enkele minuten in deze positie.
Dutten
Wij zouden eigenlijk moeten leren dat je elke drie tot vier uur even een kwartiertje gaat zitten of liggen met je ogen dicht en dat dit normaal is, en niet lui. Ben je vermoeid, dan doe je het wat vaker. Ben je niet vermoeid, dan wat minder vaak. Dergelijke pauzes zouden geaccepteerd moeten worden in de hele maatschappij, van de kleuterschool tot aan de directiekamer, en moeten vrij invulbaar zijn, los van roosters of werktijden.
Dat je daarmee “‘s avonds niet meer slaapt” is een ongekend grote misvatting. Rust en slaap horen ook overdag plaats te vinden. Mini-dutjes overdag, tot maximaal 20 minuten per keer, hebben zelfs een positieve uitwerking op de nachtrust. (Het wordt pas een probleem als de dutjes langer dan 20 minuten duren.)
Bovendien voorkomt én geneest het dutten talloze aandoeningen van hoofdpijn tot maag- en darmproblemen, duizeligheid, spier- en gewrichtspijnen, slechte concentratie, slaapstoornissen, geheugenproblemen, korte lontjes en slechte humeuren.
Voor de duidelijkheid: het gaat hier dus niet over lange siësta’s of halve middagen vrij nemen. Slechts een paar keer per dag de ogen een kwartiertje sluiten doet al wonderen. Je hoeft niet eens in slaap te vallen.
Energieherstel -en het op peil houden- kan alleen gebeuren door goede informatie te krijgen over rust, slaap, ontspanning, en ontprikkeling. Deze energie-educatie zou verplichte kost moeten zijn, het liefst vanaf jonge leeftijd. Niet alleen voor mensen die al vermoeid zijn of een burnout hebben, maar voor iedereen.
Artsen moeten daarbij stoppen met elke vermoeide patiënt naar de GGZ te sturen omdat het probleem “psychosomatisch” zou zijn. Het voorschrijven van rust en slaap zou een betere aanpak zijn.
Volgende keer
Volgende keer is de overspanning definitief voorbij.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.