#260: Ik ontdek hoe ik nooit tot rust kom

Op de dag nadat ik kerstkaarten heb vestuurd en voetbal heb gekeken, wat ik allebei beter niet had kunnen doen (zie blog #259), ben ik nog steeds niet tot rust gekomen. Ik heb wel geslapen maar met inzet van 0,5 mg Lorazepam. Neem ik dat niet, dan slaap ik niet. Hierdoor ben ik bang dat ik nu niet meer zonder kan, want Apotheek.nl adviseert om het maar eens in de drie dagen te gebruiken bij slapeloosheid. En ik gebruik het nu al twee weken dagelijks.

Hoe dan ook, in de ochtend na het fietsen zou ik normaal gesproken even plat moeten gaan liggen en dan kom ik lekker tot rust van het fietsen. Maar ik ga vandaag niet plat liggen. Ik ga thee drinken en een boek lezen. Het is een prachtig boek (“Hoe God verdween uit Jorwerd” van Geert Mak) en ik lees één hoofdstuk. Dit kost me ongeveer een uur.

Daarna leg ik het boek weg. Ik ben daar trots op, want normaal gesproken zou ik doorlezen. Maar ik kies nu bewust om te stoppen want ik ben duizelig en moet mezelf niet te veel prikkelen. Het hoofdstuk eindigt met de begrafenis van iemand. Ik moet verschrikkelijk huilen. Goed zo, heerlijk, huilen maakt me kalm. Nu stoppen dan maar.

(Advertentie)

Mijn kaart terughalen

Na de lunch zou ik een dutje moeten doen maar ik wil niet in bed gaan liggen. Ik ben bang dat ik dan te veel in bed lig. Dus ik lig plat op de bank en word wat sloom. Maar niet helemaal. Ik ben nog steeds een klein beetje nerveuzig. Dat komt door de geactiveerde, overprikkelde dag die ik gisteren had met de kerstkaarten sturen en het voetbal kijken.

Ik herinner me dat ik één kerstkaart per ongeluk verkeerd heb afgeleverd bij een buurman. Ik zie dat hij aan komt rijden dus ik besluit om even langs te gaan om de kaart terug te halen. We maken vijf minuten een praatje. Na de eerste minuut word ik zenuwachtig en gaat mijn hoofd duizelen. Maar ik kan er zo moeilijk een eind aan breien. Gelukkig ben ik een beetje assertief en breek ik het gesprek af en zeg ik dat ik er toch écht vandoor moet.

Ik ben nu weer “aan”. Ik was al mild zenuwachtig na het lezen van mijn boek, maar nu ben ik weer compleet zenuwachtig. Ik zou even gaan wandelen dus ik stap in de auto om naar de dijk te gaan voor een wandelingetje. Dit is normaal gesproken vijf minuten rijden maar ik ga een verkeerd weggetje in omdat ik niet kan nadenken.

Ik sla een verkeerd weggetje in.
foto: ©2022 kakikhebeenburnout.nl

Nu kom ik automatisch in de “hee even een ritje maken” stand. Tijdens mijn hele leven, zowel voor als tijdens de burnout, heb ik autorijden altijd erg ontspannen gevonden. Gewoon wat rondrijden en weggetjes in gaan zonder dat je ergens heen hoeft. Er is geen haast, geen klok, geen doel. Heerlijk.

Het is overal mistig en ik geniet van de bomen en de kerktorens die boven de mist uitkomen. De winter is prachtig, alhoewel ik een zonnetje erbij ook wel leuk zou vinden. Ik zit in de flow, de flow van het autorijden. Ik heb een elektrische auto dus die rijdt lekker stil. Er is verder geen geluid en geen ander verkeer, het is een rustig ritje.

Maar zonder het te weten rij ik steeds verder door. Ik ga niet meer naar de dijk. Ik ben vergeten dat ik naar de dijk zou gaan om te wandelen. Ik vergeet altijd alles want mijn hersenen zijn gemaakt van Bambix. Pas na 45 minuten rijden realiseer ik me opeens dat ik willekeurig aan het rondrijden ben. Dat is wel lekker, maar dat was niet het plan. En zo lang rijden is niet goed. Ik zit nou juist midden in een terugval waarbij ik zo min mogelijk prikkels wil hebben. En autorijden is wel redelijk kalm maar ook prikkelend en het kost energie.

Ik rij terug naar huis en ik sta nu weer “aan”. Ik ben extra geactiveerd door het autorijden terwijl ik al geactiveerd was van het lezen en van de buurman. Alles bij elkaar opgeteld betekent dat ik nu weer nerveus ben en niet meer kan stoppen. Het is weer hetzelfde liedje.

Geen rustig borrelmomentje

Ik zie het voor mijn neus gebeuren. Ik ben me er opnieuw van bewust. Ik heb mezelf geactiveerd, min of meer per ongeluk, maar nou weet ik niet meer hoe ik moet stoppen. Sterker nog, ik rijd langs de Spar en koop borrelnootjes en dropjes. Ook dit is een trigger. Altijd als ik gespannen / geactiveerd ben krijg ik zin in snoepen.

Ook dit zie ik voor mijn neus gebeuren. Ik wéét dat ik dit doe. Ik weet dat ik het niet wil doen. Maar toch doe ik het. Ik verzin smoesjes. “Ik mag toch heus wel weer eens een borrelnootje?”. Dit is gedrag dat verslaafde mensen vertonen; je kan oprecht jezelf niet tegenhouden.

Ik eet de borrelnootjes in één klap op. Daarna begin ik aan de dropjes. Ja, ik weet het. Ik zie het mezelf doen. Ik ben niet kalm. Ik ben onrustig en zou eigenlijk lekker plat moeten gaan liggen om tot rust te komen. Dit is niet lekker genieten van een frisdrankje met nootjes. Dit is geen relaxt “borrelmomentje”. Dit is vluchtig schrokken en nerveus zijn.

(Advertentie)

Ik ontdek nu hoe ik mezelf dus blijf prikkelen en niet tot rust kom. Net zoals de vorige keer met de kerstkaarten en het voetbal zie ik hier met mijn eigen ogen hoe ik mezelf onrustig houd. Ik houd mezelf in de “aan” stand. Dat wil ik niet, maar ik doe het toch.

Ik denk echt dat ik hier psychologische hulp bij nodig heb. Ik kan niet kalmeren omdat kalmeren niet lekker aanvoelt. Ik blijf maar vermijden en prikkelen. En het is heel subtiel, dat is het venijnige. Het is dus niet zo dat ik SUPER zenuwachtig ben en als een idioot rond stuiter. Immers: een boek lezen en borrelnootjes met een frisdrankje nuttigen zijn niet echt hyper drukke activiteiten. Maar toch, maar toch, het is genoeg om me actief te houden en mijn lichaam geen rust te gunnen.

Dit is dus waarom ik nooit tot rust kom, ook al wéét ik dat ik écht tot rust moet zien te komen. Dit is wat er opgelost moet worden. Als ik dit oplos zal mijn burnout verdwijnen en heb ik voor de rest van mijn leven plezier.

Volgende keer

Volgende keer word ik woedend omdat ik niet kan slapen.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.