#333: Verbeteringen en herstel dienen zich aan

Het is zomer geworden. Volgens de kalender dan, want het blijft kwakkelen met het weer. Tussen de buien door ben ik nog steeds bezig met het 4-fasen herstelprogramma van Ellis. Ik lees wat blogposts terug en zie dat ik vooruit ga. Verbeteringen en herstel dienen zich aan.

Hoewel het rustprogramma moeilijk is om uit te voeren -ik zondig regelmatig, ga over mijn concentratietijd heen, of pak iets te vaak mijn telefoon- ben ik over het algemeen toch echt véél rustiger aan aan het doen dan voorheen. Mijn onrust zakt af en ik ben steeds vaker gewoon… wat meer normaal. Ik ben regelmatig beter in staat om even op de bank of in de tuin te zitten en dan niet ongemakkelijk te zijn. Kalmer, minder onrustig.

Slapen

Ook slaap ik beter, na wekenlange worstelingen. Ik slaap vaker vijf uur, vijf en een half uur, zes uur, zes en een half uur alvorens wakker te worden. Heel soms zelfs zeven uur, wat ik al jaren niet voor elkaar heb gekregen. Als ik wakker word is mijn hoofd weliswaar nog onrustig maar het is in elk geval stukken beter dan voorheen. Ook wordt het slapen merkbaar beïnvloed door mijn activiteiten en vooral hersenprikkelingen overdag. Kijk ik een EK-voetbalwedstrijd (ik ben voor Zwitserland) dan slaap ik slechter en word ik onrustiger wakker. Kijk ik helemaal niks dan slaap ik beter en word ik minder onrustig wakker.

(Advertentie)

Nou mag ik van het herstelprogramma natuurlijk eigenlijk helemaal niks kijken, want TV en elektronisch vertier zijn strikt verboden, vooral in de avond, maar ik mag van mezelf best wel eens een potje Zwitserland kijken. Tuurlijk, het is beter van niet, maar ik probeer een balans te vinden tussen totale verveling en af en toe wel iets mogen.

De zomer komt maar er zijn nog genoeg koude dagen.
foto: ©2024 kakikhebeenburnout.nl

Al het getwijfel over pammetjes, pregabaline of mirtazapine (zie blog #328) ben ik gelukkig al lang weer vergeten. Ik ga inmiddels graag naar bed, gebruik helemaal niks, val prima in slaap en de nachten zijn stukken beter dan voorheen. Heel soms baal ik een beetje als ik om half vijf alweer wakker ben maar over het algemeen valt het mee. Het is fijn om weer goed te slapen.

De middagslaap, verplicht binnen het programma tussen 13:00 en 15:00, gaat wat minder. Soms sla ik hem over omdat ik er geen zin in heb, soms is het heerlijk. Volgens het programma moet je de middagslaap minstens vijf keer per week doen maar liever elke dag. Ik mag hem dus best eens overslaan en voel me daar niet schuldig over.

Het lukt me langzaam wat beter om de concentratietijd van 30 minuten niet te overschrijden. Klets ik met iemand dan stuur ik diegene na een half uur weer weg. Sta ik in een winkel dan let ik op de tijd. Na activiteiten pak ik de rust die nodig is, ook al voelt het niet alsof het nodig is. Af en toe mislukt het. Als ik bijvoorbeeld een stukje met de auto rijd om te gaan wandelen dan ben ik in totaal, met terugrijden, meer dan een half uur bezig.

Ik ben inmiddels wat meer gewend aan mijn nieuwe omstandigheden. Zo’n ingrijpend herstelprogramma met strenge regels is niet zomaar even in je leven te flansen. Je vervalt steeds in je oude gedrag en moet daarop alert blijven. Na enige tijd wordt alles langzaam normaal en ben je er ook steeds minder mee bezig. Het gaat wat meer automatisch. Ik hou me nu bijna automatisch aan de regels alhoewel ik ook nog wel eens zondig. We komen er langzaam.

Opletten

Soms kom ik in de gevarenzone. Doordat alles langzaam beter en makkelijker gaat, gaat het weer kriebelen. Ik krijg weer ideeën, zin om dingen te gaan doen. Zin om aan de slag te gaan met apps, video’s, websites, content. Maar ik kan mezelf tegenhouden. Ik blijf tegen mezelf zeggen dat alles op zijn tijd zal komen, dat de toekomst er aankomt maar het heden nog even het heden is. Alle ideeën die in mij opkomen noteer ik in een Trelloboard; een elektronisch prikbord voor taken of ideeën. Door ze te noteren zijn ze uit mijn hoofd en weet ik zeker dat ik ze over zes maanden, of een jaar, nog kan terugvinden.

Ik vind dus dat ik best goed bezig ben, al zeg ik het zelf. Op een dag krijg ik plotseling extra kriebels in mijn buik want mijn hersenen schotelen het idee aan mij voor om een boek te gaan schrijven. Ik denk dat ik nu in de laatste fase van burnout zit en dat het nu alleen nog maar beter kan gaan. Misschien kan ik mijn blog omzetten in een boek zodat andere mensen niet alles zelf hoeven uit te zoeken, zoals ik jarenlang heb moeten doen.

Het boekidee is tegelijkertijd goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat alleen al het dénken aan zo’n groot project voorheen bij mij angst veroorzaakte. Nee, dat kon absoluut niet. Nu heb ik er zelfs zin in en krijg ik er totaal geen aversie voor. Ook dat is dus vooruitgang; mijn hersenen zijn niet meer bang voor grote klussen!

Het slechte nieuws is dat ik nu in de gevarenzone kom. Als ik ook maar met één vinger begin aan dat boek dan is het hek van de dam en kan ik niet meer stoppen. Ik sta nu dus voor een belangrijk en groots moment in mijn burnout: hoe ga ik om met dit idee? Voor het eerst in jaren heb ik van te voren al in de gaten dat ik voorzichtig moet zijn. Voor het eerst ram ik niet op de automatische piloot mijn computer aan om meteen te gaan zitten tikken. Ik ben nu in een staat van kalmte, in een herstelprogramma waarbij ik gewend ben om sloom te doen, te ontprikkelen en rond te lopen als een koe in de wei.

Zelfbeheersing

“Dit is je kans, Martin!” denk ik hardop, en daarmee bedoel ik niet de kans om een boek te gaan schrijven maar de kans om juist géén boek te gaan schrijven. Terwijl de zon langzaam steeds vaker gaat schijnen loop ik buiten tussen de schapen, en de ideeën voor het boek vliegen door mijn hoofd. Ik noteer ze gewoon maar in het Trelloboard om er vanaf te zijn. Ik bedenk waar het over zal gaan, ik bedenk de hoofdstukken. Ik bedenk de cover en welk plaatje ik er op wil zetten. Ik denk na over het drukwerk, het papier, de inkt en de kleuren. Binnen een week of drie heb ik tweehonderd ideeën genoteerd.

Dit is een beetje mijn probleem in het leven: als ik een idee heb dan vliegt dit dagenlang door mijn hoofd. Het stopt niet. Als het een leuk idee is dan kan ik mezelf niet tegenhouden, dan moet ik er aan beginnen. Het gaat vanzelf, ik heb geen rem. Maar ditmaal begin ik niet. Ik schrijf het boek niet. Ik doe niets. De ideeën zijn vanuit mijn hoofd nu verhuisd naar Trello, en er komt rust. Ahhh, opluchting, het idee ebt langzaam weer weg en mijn hersenen gaan weer normaal doen. Pfoeh! Daar ben ik mooi even aan ontsnapt.

Mijn hele leven lang ben ik altijd onmiddellijk van start gegaan als ik een idee had. Apps, games, video’s, artikelen, websites. Dat begon al toen ik 12 was op mijn eerste computertje. Toen waren er nog geen apps, video’s, websites en social media, maar ik maakte computerprogramma’s of ik tekende op papier de kaarten van werelden in spelletjes. Maar voor het eerst doe ik het nu anders. Ik doe het niet, ik laat het idee het idee zijn. Ik hoef niet te beginnen, ik hoef niets te doen, het hoeft niet, het hoeft nooit te gebeuren.

(Advertentie)

Dit laatste is geheel nieuw voor mij. Voorheen moest alles wél gedaan worden, moest ik van alles doen, moest ik van alles afmaken en moest ik dingen creëren. Nu zou je kunnen zeggen dat ik mijn creativiteit nu inperk en dus niet echt leef, maar voor mij is dit een belangrijke ontwikkeling. Verbeteringen en herstel dienen zich aan doordat ik mezelf nu kan tegenhouden. Mezelf inperken is nu misschien wel het beste wat mij overkomt. De creativiteit komt later wel weer eens aan bod, dat mag heus wel even wachten.

Al jaren heb ik moeite om mezelf niet te veel te belasten. Nu gaat het me eindelijk lukken. En het voelt goed. Of er nou ooit wel of geen boek komt, wel of geen nieuwe video, wel of geen nieuwe app of game, het maakt mij niet zo veel uit. Ik zou het leuk vinden om zoiets in de toekomst weer eens te doen, maar nu heb ik er vrede mee dat het niet hoeft te gebeuren.

Minder doen leidt bij mij nu direct tot minder klachten, beter slapen en allerlei andere verbeteringen. Ik ben nu op de goede weg, en deze weg wil ik volhouden.

Volgende keer

Volgende keer: “goede” en “slechte” stress bestaan niet.

Heb je zelf soortgelijke ervaringen of juist andere? Reageer op Instagram of Threads.