#283: Bewust kiezen om te stoppen en te rusten
Langzaam, langzaam, langzaam gaat het wat beter met me. Ik krijg wat meer energie en ik huil minder. Dat zijn goede tekenen voor mij, het betekent dat ik herstel. Ik heb onlangs wat dingen op Marktplaats gezet als ontspannende bezigheid, en ik trek wat lades open op mijn kantoortje en haal er nog weer wat andere dingen uit die ik erop ga zetten.
Het gaat lekker en kalm, totdat ik twee oude iPhones er op zet. Nu krijg ik onmiddellijk allemaal kneuzen in de berichten die belachelijk weinig bieden en gaan lopen zeiken en drammen als je hun bod niet accepteert. Nee, dit is niet goed voor me. Gelukkig heb ik mijn telefoonnummer er niet bij staan. Ik besluit om weer even wat meer afstand te nemen van deze capriolen.
Hobbyen
Ik heb een tweedehands camera aangeschaft, dus ik ga daar af en toe even kort mee spelen. Een beetje ontdekken hoe hij werkt. Ik heb in mijn kantoortje een kleine opnamestudio want ik maak soms filmpjes. Ik kan daar lekker mee klooien en dan gaat de tijd wat sneller voorbij. Gelukkig heb ik wat meer energie nu.
Bij alles wat ik doe ben ik wel bang dat ik ga terugvallen. Als mijn hoofd weer even duizelt, of als ik wat onrustiger wakker word in de ochtend, dan denk ik: “hmmm… komt dit doordat ik een beetje aan het hobbyen ben in plaats van aan het niksen?”
Maar ja, je moet ook weer niet té bang zijn om actief te zijn. Dat zegt iedereen altijd en daar ben ik het wel mee eens.
In de ochtenden kan ik wel een uurtje op de computer hobbyen. Maar daarna: stoppen, plat liggen (ik ben nu behoorlijk streng de OR-methode aan het doen) en dan buiten wandelen.
Ik merk dat ik héél snel weer denk:“ach dat liggen kan ik wel een keertje overslaan” of bijvoorbeeld:“ik kan vast ook wel langer dan een uurtje computeren”. Dat is de oude Martin, die al zijn hele leven zo denkt. Doorgaan is lekker, stoppen en rustig aan doen is niet lekker. Ik moet steeds even met mezelf inchecken en zeggen: “nee, eikel, je gaat wél liggen en je gaat níet langer computeren”.
Ik schreef dit al eerder: zodra ik meer energie heb en minder naar de klote ben, dan krijg ik meteen de neiging om allerlei dingen te gaan doen. En die neigingen komen 10 tot 20 keer per dag, en ze duren maar een fractie van een seconde. Als ik in die piepkleine tijd niet steeds bewust kan beslissen om het NIET te doen, dan doe ik het wel.
En hier kom ik tot de kern waarom ik twee burnouts in mijn leven heb gehad en nu al meer dan zes jaar bezig ben met de huidige. Ik moet mezelf 10 tot 20 keer per dag tegenhouden en dan bewust stoppen, bewust kiezen voor rust. Slaag ik daar niet in, dan ga ik al gauw weer over mijn grenzen heen.
Stoppen of doorgaan
Als ik er namelijk een paar keer niet in slaag om mezelf tegen te houden, dan wordt het langzaampjes steeds moeilijker om mij de volgende keren wél tegen te houden. Er komt een soort automatische flow in, en er zijn dan steeds minder beslismomenten op een dag omdat ik de dag dan al opvul met dingen doen. Hoe meer ik doe, hoe minder vaak ik een beslismoment heb waarin ik kan kiezen om te stoppen.
En zo loop ik mezelf voorbij. Dit is precies wat er gebeurt. Ik ben nu echt goed aan het cognitievegedragstherapiën! Ik heb nu echt goed door wat ik doe, wat ik denk en hoe ik het “fout” doe.
Daarbij is er nog een extra probleem: de ongedurigheid van het niets doen. Ik zou zo graag de Italiaanse variant van het niets doen ervaren: dolce far niente, de zoetheid van het niets doen. Het urenlang op een klein terrasje zitten met één espressootje en een krant. Het urenlang leunend op het kozijn van het geopende raam alleen maar naar buiten kijken en voorbijgangers groeten.
Maar ik heb de Hollandsche variant van het nietsdoen: ongedurig zijn en eigenlijk helemaal niet stil kunnen zitten. Daar hebben veel mensen trouwens last van: steeds maar je telefoon willen pakken, iets doen, willen kletsen, een serie aan willen zetten of op zijn minst een radio te laten tetteren. Of meerdere van deze opties tegelijk. Rust en stilte? Daar kunnen wij niet meer tegen.
Met deze ongedurigheid moet ik er dus in zien te slagen om de neigingen, de beslismomenten, in alle kalmte te ervaren en mezelf dus steeds maar weer op tijd zien tegen te houden, lós nog van de gewone verstoringen in het dagelijks leven zoals dingen die stuk gaan, pakjes van de buren die bij mij bezorgd worden, huishoudelijke dingen, administratie, etc.
Want er zijn natuurlijk ook allerlei dingen die je niet kán laten liggen. En ik heb er daarvan zoveel mogelijk afgeschaft, want alles waarvan wij dénken dat ze moeten… blijken in werkelijkheid vaak helemaal niet te hoeven. Wat er dan nog overblijft zijn de échte moetjes.
Bewust kiezen om te stoppen en te rusten is dus een hele opgaaf. En het duurt lang voordat je dat gedrag kan veranderen. Ik ben al een heel eind, maar heb ook nog een heel eind te gaan. Ik zou wel hulp willen hebben van een psycholoog, maar psychologen komen niet meer tot een diagnose bij mij (zie blog #280), en dus krijg ik ook geen hulp. Jippie Nederlands zorgstelsel.
Nou ja, bewust kiezen om te stoppen en te rusten dus. Ik heb dat wel eens geprobeerd met alarmpjes op mijn telefoon. Elke 2 uur een rustalarm als teken dat ik weer plat moet gaan liggen. Maar ik schrik me dan steeds kapot, word soms woedend en smijt mijn telefoon dan weg. Ik heb al bijna zeven jaar alle geluiden en notificaties van mijn telefoon uit staan. Ik denk dat ik nooit meer in mijn leven tegen die geluiden kan.
Dus, ik ga het kalm aan doen, ik ben me ervan bewust, ik ben er mee bezig. Het komt vast goed!
Volgende keer
Volgende keer ga ik verder vooruit.
Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.